‘Er hangt een mythische waas om componeren. Daar moeten we vanaf’

Een interview met Anne-Maartje Lemereis, Componist des Vaderlands
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Sinds 1 januari is componiste en pianiste Anne-Maartje Lemereis Componist des Vaderlands. Tijdens een quatre-mains nam zij symbolisch het stokje over van Martin Fondse. Hét actiepunt van haar tweejarige aanstelling: muziekeducatie, met nadruk op zelf maken. 

Dit is een artikel uit de Cultuurkrant van juni 2024, editie 30.

Anne-Maartje Lemereis hoopt dat compositieles al op de pabo ruimte krijgt. Foto: Wouter Vellekoop  

Om maar met de deur in huis te vallen: waarom vindt u dat zelf maken, componeren dus, een grotere rol moet krijgen in het muziekonderwijs? 

‘Muziekeducatie is vanouds gericht op reproductie. Ik denk dat dat niet meer houdbaar is. Natuurlijk zijn repertoirekennis, techniek en theorie belangrijk, maar door die focus raken we ook mensen kwijt, zeker jonge mensen en amateurs. Zonde.’

‘Niet iedereen heeft de ambitie prof te worden, dus je hoeft niet alles op kwaliteit te gooien. Enkel klassieke muziek als uitgangspunt nemen is achterhaald. We kunnen niet doen alsof de popwereld niet bestaat. Dat is wat kinderen horen, dus dat willen ze leren spelen. Als je dan als docent zegt: dat doen we niet, ben je ze kwijt.’

‘We kunnen niet doen alsof de popwereld niet bestaat’

Wat moet er dan veranderen? 

‘Ik zou zeggen: duik in de wereld van de leerlingen, laat hen onderzoeken wat ze zelf mooi vinden, wat kan, wat leuk is, of gek. Bij mijn pianoleerlingen zag ik hoe zij opbloeiden als zij muziek van zichzelf konden laten horen; er kwam een enthousiasme naar boven dat ik op de piano nooit van hen had gehoord. Zo is de Jongste Componistendag ontstaan, waar amateurs van vier tot achttien jaar in workshops werk ontwikkelen dat tijdens het afsluitende concert wordt gepresenteerd. Dat geeft zoveel zelfvertrouwen, zoveel meer betrokkenheid.’ 

De Jongste Componistendag is een initiatief van uw Stichting In de Knop, waarmee u nieuwe muziek, met name van jong talent promoot. Wie of wat heeft u daarbij geïnspireerd? 

‘Gek genoeg bestond zoiets als In de Knop of de Jongste Componistendag nog niet, ook internationaal niet. Zelfs niet in Duitsland met zijn grote muziekcultuur. Als kind of jongere kon je nergens terecht met vragen over componeren. Met In de Knop gaan we nu over de grens, we krijgen vragen van Duitse conservatoria.’

‘Er hangt nog altijd een soort mythische waas om componeren. Daar moeten we vanaf, het ís geen kwantumtechnologie. Bij het Utrechts Conservatorium, waar ik lesgeef, zijn we bezig een educatielijn op te zetten voor compositiestudenten. Ik zou willen dat compositieles al op de pabo ruimte krijgt. Natuurlijk is dat een meerjarenplan. Mijn droom is dat het over tien jaar de normaalste zaak van de wereld is.’

Docenten in het veld zullen het voorlopig toch zien als iets voor specialisten, vakdocenten. Heeft u tips om toch een begin te maken? 

‘Het hoeft niet ingewikkeld te zijn. Je kunt denken aan een hoorspel: kies of schrijf samen een verhaaltje en ga dan onderzoeken hoe dat zou klinken. Geluiden namaken van knerpende kiezelstenen, een startende auto, hoe doe je dat in de klas? Wat kun je daarvoor gebruiken? Wees creatief met geluid. Het hoeft geen symfonie te worden, muziek is gewoon het rangschikken van geluid. Of neem de toonladder, dat zijn de eerste zeven noten van het alfabet. Je kunt elk kind een letter uit zijn naam laten kiezen die ook een muzieknoot is, vervolgens die noot op papier zetten en daarmee gaan spelen tot je een eigen klassentune hebt gemaakt. Ik zie ook vakoverstijgende mogelijkheden. Mijn opera Benno, over een slak, was in Leeuwarden bijvoorbeeld onderdeel van de Bodemdierendag.’

Als u even zou kunnen aanschuiven aan de formatietafel, wat zou uw boodschap daar dan zijn? 

‘Hm, ik zie daar niet veel liefde, aandacht of een besef van het belang van kunsteducatie, cultuur in het algemeen. Als ik iets zou mogen vertellen, zou ik gewoon de harde cijfers over, in dit geval, muziekeducatie op tafel leggen: het bespelen van een instrument doet iets voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Ze gaan er beter door leren, hun taalgevoeligheid neemt toe, de lees- en luistervaardigheid, het hele rijtje. Hun mentale welzijn verbetert ook: bij alle prestatiedruk is het een geweldige, actieve ontspanning die veel beter is dan dood op een scherm staren.’

‘Het bespelen van een instrument doet iets voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen’
‘Duik in de wereld van de leerlingen. Laat hen zelf onderzoeken wat ze mooi vinden, wat kan, wat leuk is, of gek.’ Foto: Wouter Vellekoop.

Meer makerschap in de muziekeducatie is een van uw actiepunten. Is dat de kern van uw betoog in het essay dat u als Componist des Vaderlands schrijft? 

‘Voor het essay ben ik in gesprek met allerlei mensen. Super inspirerend om al die inzichten te verzamelen. Ik wil componeren als hobby promoten omdat ik denk dat je daarmee het draagvlak voor componeren en nieuwe muziek vergroot.’

‘Maar ik bemerk bij collega’s ook een zekere weerstand tegen de laagdrempeligheid die ik promoot. Daarin zit een fascinerend verschil van opvatting over componeren. Ik voel me beter als ik me bij het componeren verhoud tot de maatschappij, maar door die gesprekken ben ik genuanceerder gaan denken over het bewaken van kwaliteit en de plaats die autonome kunst-om-de-kunst óók moet houden. De kern van mijn boodschap blijft dat kunst- en muziekeducatie aan de basis van het leersysteem moet staan, niet aan de zijkant.’

Kunst- en muziekeducatie moet aan de basis van het leersysteem staan, niet aan de zijkant’

Componist des Vaderlands Anne-Maartje Lemereis componeerde in opdracht van diverse musici en ensembles, zoals de muziektheatrale liedcyclus This is not a Fairy Tale in coproductie met KASKO en Stichting In de Knop. Haar muziek klonk in het Concertgebouw, Tivoli Vredenburg en op Lowlands. 

Verder lezen

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (1)
Jasper van Pelt 01-08-2024

Wow! Wat goed dat er iemand is die dit ook zo vindt. Deze zogenaamde laagdrempeligheid is heel toegankelijk en geeft juist een mogelijkheid tot verdieping en vooral de interesse van studenten en de liefde voor muziek en creativiteit ontwikkelen geef je dan een grote kans. Daarom werk ik al 30 jaar, sinds 1994, met dit uitgangspunt.

reageer
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel