Hoe het cultureel ecosysteem kan floreren voor iedereen
Wat is het cultureel ecosysteem?
Het cultureel ecosysteem is een nieuw conceptueel frame om zorg te dragen voor inclusie en diversiteit in de culturele sector. Waarschijnlijk herken je de term ‘ecosysteem’ uit de biologie. In 2015 omschrijft de Engelse wetenschapper John Holden hoe steeds meer botanische begrippen het culturele veld insijpelen. De term ecosysteem staat van origine voor een natuurlijk systeem waarin alle organismen, van planten tot dieren, samen een levensgemeenschap vormen. Hoe kunnen we dit concept toepassen op het culturele veld in Nederland, en op cultuurparticipatie en -educatie?
We zijn ons allen waarschijnlijk wel bewust dat een kunstpraktijk niet op zichzelf staat. Een schilderij bestaat niet enkel uit een doek met verf, maar krijgt vorm in een web van connecties. Het museum dat het kunstobject tentoonstelt, het publiek dat ernaar kijkt en de handelaar die het koopt. Maar het gaat verder dan dat. Waar en hoe is de kunstenaar geïnspireerd? Heeft de kunstenaar een atelier? Leeft hij of zij van de kunst, of is een bijbaan in de horeca nodig om in het bestaan te voorzien? Kortom: een kunstwerk ontstaat in verbinding met de maatschappij. Het krijgt vorm binnen een cultureel ecosysteem. Een systeem opgebouwd uit onderling afhankelijke factoren.
Dit principe zien we terug in de natuur. Een boom staat in verbinding met de natuur er omheen. Blaadjes vallen op de grond en voeden planten en insecten. Verschillende dieren wonen in de schors en tussen de bladeren. De boom laat al deze andere elementen groeien en floreren. De boom floreert zelf ook door het systeem om hem heen: de stralen van de zon, compost in de grond en water uit de lucht. Dit is het ecosysteem: een zelforganiserend systeem dat ieder element in het bos in evenwicht houdt.
Om de boom optimaal te laten floreren moeten we kijken naar het ecosysteem rondom de boom. In het geval van het culturele ecosysteem moeten we verder kijken dan de bekende, gevestigde of traditionele culturele praktijken, en zien wat dat systeem de mens nog meer te bieden heeft.
Culturele praktijken buiten het zicht
Wat is nou een voorbeeld van een culturele uiting die op dit moment niet wordt gezien als onderdeel van het culturele systeem? De Britse onderzoekers Wilson en Gross vonden een mooi voorbeeld: een groep jongens die breakdancen in hun vrije tijd. Deze jongens verzamelden zich ieder weekend in het winkelcentrum in de buurt om te oefenen. Breakdancen hadden ze geleerd op de middelbare school, waar ze elkaar ontmoetten. Helaas ondervond het winkelend publiek overlast van deze jongens en moesten ze een nieuwe oefenruimte vinden. Hier schoot het buurthuis te hulp. In ruil voor les aan kinderen uit de buurt, mochten de jongeren gratis een oefenruimte gebruiken.
Deze jongeren waren in dit geval geholpen door het buurthuis, maar dit is niet altijd het geval. Als het buurthuis niet was ingesprongen was de hobby wellicht uitgebloeid en was er geen breakdance-les voor kinderen in de buurt geweest.
Het ecosysteem aan mensen, relaties en plekken rondom deze jongeren is complex. Zowel de leraar, school, winkelcentrum, buurthuis en buurtkinderen staan in connectie tot deze jongens. Waarbij we nog niet eens de invloed van thuis, de televisie of andere vrienden meerekenen. Deze jongeren zijn in het huidige culturele (beleids)systeem niet zichtbaar. Ze worden niet betaald of gesubsidieerd en zetten zich toch in voor een cultureel florerende wijk. Hoe mooi zou het zijn als zulke praktijken niet alleen toevallig ontstaan maar we ze ook actief kunnen stimuleren?
De traditionele blik van de overheid
De huidige blik van de overheid op het culturele veld in Groot-Brittannië stamt uit paternalistisch cultuurbeleid na de Tweede Wereldoorlog. Met de focus op verheffing van mensen uit de lagere sociale klassen, gevolgd door een focus op ontwikkeling van artistiek talent. Zo ontstond een bepaalde maatstaf voor wat goede kunst en cultuur was, die vervolgens werd gesubsidieerd. In de jaren ’80 kwam daar de neoliberaal economische focus op eigen inkomsten bij. Cultuur moest geld opbrengen en werd steeds meer overgelaten aan de markt.
De indeling van het culturele veld was geboren: gesubsidieerde kunsten, commerciële kunsten en amateurkunsten. Waarbij de overheid nauwelijks omkijkt naar amateurkunst en dit overlaat aan de mensen zelf, omdat het hier geen belang in ziet. Amateurkunst wordt als hobbybeoefening gezien en behoeft daardoor geen stimulering.
Deze indeling klinkt ons, in Nederland, bekend in de oren. Momenteel financiert onze overheid met name instellingen binnen wat we de culturele basisinfrastructuur noemen. Om ons richting een culturele democratie te bewegen moeten we opnieuw kijken naar deze beperkte indeling en wijze van verdeling van middelen, die weinig ruimte laat om flexibel in te springen op maatschappelijke initiatieven en veel mensen uitsluit.
Een nieuwe kijk op cultuur
Het denken in een cultureel ecosysteem biedt de cultuursector en beleidsmakers een nieuw conceptueel frame voor de stimulering van het culturele leven. Zodat veel meer mensen dan nu het geval is zich, alleen of met anderen, cultureel kunnen ontwikkelen. Door beleid dat alle elementen in het culturele ecosysteem betrekt, krijgt de bestaande diversiteit ruimte en kunnen we écht aan inclusie werken. Door cultuur te stimuleren op onverwachte en ongecontroleerde plekken kan iedereen cultureel floreren.
Een startpunt is een breed begrip van kunst en cultuur. Als sector cultuurparticipatie en -educatie zijn we op weg, maar het kan nog beter. We zouden alle kunstzinnige en creatieve uitingen en hobby’s van mensen met evenveel liefde tegemoet kunnen treden als de beoefenaars zelf.
Bovendien is een beperkt begrip van kunst en cultuur inherent aan de huidige bovengenoemde indeling van het culturele veld. Waarin ook de overlap tussen domeinen (gesubsidieerd – commercieel – amateurkunst) niet wordt meegenomen. Artiesten en kunstenaars werken vaak niet in één enkel domein. En amateurkunst kan best winstgevend zijn. Holden laat in zijn werk zien dat een acteur in zijn of haar carrière bijvoorbeeld alle domeinen doorloopt, startend bij een jeugdtheaterschool of vereniging.
Deze drie culturele domeinen gesloten benaderen sluit veel kruisbestuiving uit. Kruisbestuiving die cruciaal is voor een florerend ecosysteem. Het frame van het culturele ecosysteem breekt met deze indeling en kijkt naar de (inter)connecties. Dit frame geeft inzicht in het web van netwerken binnen het culturele veld, in verbinding ook met andere domeinen zoals onderwijs, sport, zorg en welzijn. Het scherpt ons zicht op de complexe onderlinge afhankelijkheden. In een ecologische benadering van het culturele veld kijken we niet enkel naar financiële aspecten, maar ook naar concrete plekken en de plaatselijke connecties die zorgen voor groei of stagnatie.
Tenslotte geeft het denken in een cultureel ecosysteem ons een nieuwe taal om het culturele veld mee te duiden. Woorden uit de ecologie als verschijning en groei beschrijven hoe cultureel initiatief kan ontspruiten in een gunstige omgeving. Het woord evolutie toont dat ontwikkeling niet lineair hoeft te zijn, maar dat culturele ontwikkeling ook kan stagneren, of zelfs kan afsterven, maar ook weer kan opbloeien en floreren.
Voorwaarden voor een florerend cultureel ecosysteem
Welke voorwaarden zijn nodig om een cultureel ecosysteem te laten floreren voor iedereen? Onderzoek van Wilson en Gross in de Londense buurt Harrow biedt daarvoor een aantal aanknopingspunten. Harrow heeft een rijk ecosysteem, maar toch vielen sommige jongeren buiten de boot. Wilson en Gross vonden hiervoor verschillende oorzaken en oplossingen.
Allereerst is het zeer belangrijk om, zoals boven al gezegd, een ruim cultuurbegrip te hanteren zodat iedereen zich aangesproken voelt. Jongeren voelen zich niet welkom in het bestaande systeem, omdat zij zich niet vertegenwoordigd voelen in klasse, ras en geslacht. Bovendien komen hun interesses vaak niet voor in het aanbod.
Ook zagen Wilson en Gross verschillende geografische drempels. Sommige jongeren wonen letterlijk te ver weg van het culturele aanbod. Door geldgebrek of andere praktische problemen zijn zij niet in staat om zich naar het aanbod te verplaatsen. Deze afstand versterkt ook het ‘niet thuis voelen’; ze moeten namelijk hun eigen veilige omgeving verlaten.
Als oplossing creëerden Wilson en Gross in hun onderzoeksproject vrijplaatsen waar naar deze jongeren geluisterd werd. Om veiligheid te creëren gingen speciaal aangestelde mentoren met deze jongeren in gesprek. Op deze manier genereerden de onderzoekers bottum-up data over oplossingen voor een inclusiever veld.
De impact die Wilson en Gross bewerkstelligden in Harrow was boven hun verwachting. Niet enkel werden deze jongeren echt betrokken in het culturele veld, ze werden ook bekwamer in het functioneren in de maatschappij. Deze burgerschapslessen stegen vervolgens boven deze jongeren uit en bestoven ook de volwassenen om de jongeren heen. Een meer betrokken en veiligere buurt ontkiemt.
Dit onderzoek was gericht op een achterstandswijk in een grote stad, maar geeft ook inzicht in een ecosysteem in landelijk gebied. Hier is de bevolkingsdichtheid eveneens laag en vallen veel jongeren buiten de boot door dezelfde psychosociale en geografische hindernissen.
Wat doet LKCA?
LKCA is gestart met een vierjarig onderzoeksproject om cultuureducatie voor ieder kind mogelijk te maken. We kijken naar het cultuureducatieve veld als ecosysteem voor leren en ontwikkeling. Hierbij betrekken we zowel onderwijs als vrije tijd. De Britse onderzoeken waar dit artikel op gebaseerd is geven ons input en inspiratie voor de Nederlandse context. We zijn nieuwsgierig wat er nodig is om ons systeem, met alle betrokkenen daarin, te sturen in de richting van een meer inclusief (leer)ecosysteem.
Ons ideaal is een culturele democratie, waarin iedereen zich welkom en thuis voelt bij cultuur. Waar alle facetten van cultuur worden betrokken in beleid: van institutioneel tot alledaags en alle ruimte hiertussen. Welke frisse ideeën en kleine of grote interventies zijn er al – in ontwikkeling – in praktijk, beleid en onderzoek? Hoe creëren we samen de omstandigheden waarin zowel de professionals in het culturele veld floreren als de mensen die mee willen doen of zelf willen maken?
Op micro-niveau betekent dit dat (meer) professionals zich bewust zijn van hun eigen rol in het ecosysteem en de rol van anderen. Op meso-niveau betekent dit dat betrokken stakeholders elkaar ontmoeten en open delen wat ieder nodig heeft en wat ieders belangen zijn. Op macro-niveau betekent dit dat vanzelfsprekendheden in het huidige systeem bevraagd worden en er meer ruimte komt voor innovatie en experiment in de richting van culturele democratie, zoals bijvoorbeeld de proeftuinen Cultureel Vermogen.
Onze stip op de horizon is een florerend, inclusief en divers ecosysteem met culturele leermogelijkheden die passend zijn bij iedereen. Waarbij we door integrale samenwerking bestaande leermogelijkheden verbinden en hulpbronnen met elkaar delen in plaats van concurreren. Een vitale gemeenschap voor iedereen met hart voor cultuur, en een cultuursector voor iedereen. We zijn geslaagd als ieder mens zich vrij kan ontwikkelen in een cultureel ecosysteem dat aansluit op zijn of haar wensen en behoeften, en dat een zeker bestaan biedt aan iedere culturele professional die hieraan bijdraagt.
Lees ook
Voor meer informatie over culturele democratie, kijk deze video:
Literatuurlijst
Holden, J. The Ecology of Culture. Londen: Arts & Humanities Research Council, 2015.
Gross, Jonathan en Nick Wilson. Caring for Cultural Freedom: an ecological approach to supporting young people’s cultural learning. Londen, King’s College London, 2017.
Gross, Jonathan en Nick Wilson. Creating the Environment: the cultural eco-systems of Creative People and Places. Londen, King’s College London, 2019.
Gross, Jonathan en Nick Wilson. ‘Cultural democracy: an ecological and capabilities approach. International Journal of Cultural Policy’. International Journal of Cultural Policy 26. Num. 3 (Oktober 2018): 328-343.
Auteur Emma Staals
Emma Staals studeert Kunstgeschiedenis: educatie en communicatie (Ma) aan de Universiteit van Utrecht en schreef dit artikel voor haar afstudeerstage bij LKCA, onder begeleiding van Vera Meewis.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)