Cultuuraanvragen bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur: nog een wereld te winnen
De dansschooldirecteur: Wijs ouders op het fonds
Enver Liesdek is oprichter en directeur van We Are On The Move in Amsterdam, dat lessen verzorgt in Surinaamse en Afrikaanse dans. Dat gebeurt vanuit het Bijlmer Parktheater, waarvan zijn organisatie ook partner is.
‘We hebben talenten uit alle delen van de stad,’ vertelt Enver Liesdek niet zonder trots, ‘maar ook uit omliggende gemeenten, tot aan Velsen toe. Maar de meesten komen uit stadsdeel Zuidoost. In totaal hebben we 250 leerlingen.’
Je spreekt van talenten, is dat ook je doelgroep?
‘Nee, zeker niet. We werken op vier verschillende niveaus. Via cultuurcoaches komen we op scholen, waar we kinderen laten kennismaken met onze dansvormen. Kinderen die dat leuk vinden kunnen bij ons in het theater bij een van onze cursussen terecht. Dan hebben we het talentontwikkelingsprogramma B.A.S.E., Bijlmer Art School of Excellence. En dan organiseren we ook nog professionele voorstellingen. Maar iedereen die het gewoon leuk vindt om te dansen, kan bij ons terecht.’
Veel van jullie leerlingen worden ondersteund door het Jeugdfonds Sport & Cultuur.
‘Ja, 50 tot 60 procent. Zo’n 30 tot 40 procent danst hier jaar in jaar uit met ondersteuning van het fonds. Sommigen zelfs al toen het nog Jeugdcultuurfonds heette. Voor hun ouders is het fonds echt een uitkomst. Soms vinden ze het best moeilijk om ondersteuning aan te vragen, maar als kinderen hier langer zijn, wordt dat steeds normaler.’
‘We kwamen bij toeval in contact met het fonds. Ik kende het niet, maar hoorde een paar jaar terug van een ouder dat er een fonds is dat het voor kinderen mogelijk maakt om deel te nemen en bij voorbeeld gebruik te maken van ons aanbod. En toen ik eenmaal contact had met het fonds, ben ik dat ook gaan delen binnen mijn netwerk.’
Is het fonds bekend genoeg in de culturele sector, denk je?
‘Nee, ik denk dat er wat dat betreft nog wel wat te winnen valt. Vandaar mijn advies: praat over het fonds, wijs ouders erop en wat het Jeugdfonds voor hen kan betekenen. Soms zeggen ouders dat hun kind al ondersteund wordt voor sport. Maar ook dan kan er een aanvraag ingediend worden voor cultuur. Wel horen we geregeld dat kinderen met ondersteuning van het fonds bij ons komen, omdat ze van anderen gehoord hebben van het bestaan van het fonds.’
Ook nog adviezen voor beleidsmakers?
‘De huidige regeling heeft een leeftijdsgrens. Alles stopt zodra iemand 18 wordt. En dan moeten ze ook nog eens zelf hun zorgverzekering gaan betalen. Bij ons mogen ze blijven dansen als ze vrijwilligerstaken gaan uitvoeren. Maar voor de groep van 18+ zouden er ook meer mogelijkheden van ondersteuning moeten zijn.’
De directeur van het fonds: Laagdrempelig buurtaanbod organiseren
Petra Bosman is sinds april vorig jaar directeur/bestuurder van het landelijk Jeugdfonds Sport & Cultuur.
In een jaar tijd is het aantal aanvragen bij het Jeugdfonds met ruim 15 procent gestegen. Een signaal dat het aantal kinderen dat opgroeit in armoede stijgt?
‘Moeilijke vraag. Wat we zien is dat we, met een stijging van 73.000 in 2022 naar ruim 86.000 in 2023, boven het niveau van vóór corona zitten. Een toenemend aantal kinderen in een armoedesituatie kan dus een verklaring zijn, maar het is ook mogelijk dat gezinnen die al eerder voor ondersteuning in aanmerking kwamen, nu daadwerkelijk een aanvraag doen.’
Sport scoort met 74.000 aanvragen veel beter dan cultuur met 12.000.
‘Dat kinderen kunnen doen wat ze leuk vinden, is voor ons het allerbelangrijkste. Of dat nou sport is of cultuur. Tegelijkertijd zien we wel dat onze bekendheid in de sportsector veel groter lijkt dan in de cultuursector. Dat we een kind dat graag danst of knutselt ook kunnen ondersteunen, dat is wel iets waar we meer bekendheid aan willen geven. En dat is dus niet omdat we streven naar balans tussen sport en cultuur, maar omdat we het gevoel hebben dat we vooral met cultuur nog meer kinderen kunnen bereiken.’
Wat veroorzaakt die mindere bekendheid in de cultuursector, denk je?
‘We zien dat de sport met het NOC*NSF, de verschillende sportbonden en de verenigingen een heel overzichtelijke structuur heeft om de weg te vinden. In de cultuursector is dat met een grote diversiteit aan instellingen, maar ook bijvoorbeeld met eenpitters die privé muziekles geven, veel ingewikkelder. Daar is het echt zoeken en dat is ook wat ik terughoor van mensen uit de cultuursector. Nagenoeg al onze afdelingen houden zich bezig met hoe ze cultuurparticipatie onder kinderen en jongeren kunnen vergroten. Maar dat is een ingewikkeld vraagstuk. Waar wij landelijk vooral aan werken is naamsbekendheid, zodat ook die particuliere pianoleraar ons weet te vinden.’
Wat zie je als jullie grootste opgave?
‘Alle kinderen en jongeren bereiken die wij zouden kunnen ondersteunen. We zijn ons er heel goed van bewust dat dat nu nog niet het geval is. Het gaat om kinderen en jongeren die van huis uit cultuur niet automatisch meekrijgen. Dat doen we door laagdrempelig in de buurt aanbod te organiseren waar kinderen kennis kunnen maken met bijvoorbeeld dans en enthousiast kunnen raken over een bepaalde activiteit. Zo organiseerden we afgelopen jaar een dansproject op de Urban Dance Grounds. Hier kunnen we samen met bijvoorbeeld Centra voor de Kunsten nog een wereld winnen.’
De cultuurcoördinatoren: De allergrootste drempel is de definitie van cultuur
Elvira d’Agrella en Lisette Sijm, cultuurcoördinatoren Jeugdfonds Sport & Cultuur Amsterdam.
Herkennen jullie in Amsterdam het landelijk beeld van een stijging van 15 procent?
Lisette: ‘Ja, dat komt wel redelijk overeen met de situatie in Amsterdam. Waarbij ik wel wil opmerken dat kinderen en jongeren hier niet hoeven te kiezen tussen cultuur, sport of diplomazwemmen. De groei zit overigens vooral in het aantal sportaanvragen, bij cultuuraanvragen zitten we helaas nog niet op het niveau van vóór de pandemie. Opvallend is dat we nu veel meer aanvragen krijgen voor kinderen uit gezinnen met een inkomen (net) boven het sociaal minimum. Gezinnen die eerder niet gewend waren om bij fondsen aan te kloppen, zoeken nu naar manieren om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.’
Er bestaan ook nog andere drempels dan puur financieel. Zoals de reisafstand.
Elvira: ‘Ja, dat speelt soms ook. Wij proberen de behoeften van onze doelgroep zoveel mogelijk te laten aansluiten op het cultureel aanbod. Soms helpt het als een aanbieder dichter bij de doelgroep activiteiten organiseert.’
‘Maar de allergrootste drempel voor deelname zit in de definitie van cultuur. Voor onze doelgroep, vooral minimagezinnen en nieuwkomers, is cultuurbeoefening en het belang van cultuur niet duidelijk. Wij spreken daarom liever van creatieve activiteiten, zoals muziek-, zang-, dans-, teken- of theaterles.’
Het culturele veld is enorm divers, met grotere instellingen als Centra voor de Kunsten, maar ook met bijvoorbeeld musici die wekelijks een paar uurtjes gitaar- of pianoles geven als eenpitter. Hoe gaan jullie daarmee om?
Lisette: ‘We maken geen onderscheid. Elk soort aanbieder kan met ons samenwerken: we gaan uit van de behoefte van het kind. Waar het kind les wil volgen is leidend. We vinden het wel heel belangrijk dat een aanbieder betrouwbaar is en ervaring heeft met lesgeven aan kinderen. Daarom stellen we eisen, zoals een VOG in het geval van een vrijgevestigde docent. Ook moet er duidelijkheid zijn over de lespakketten en de tarieven. Wij geloven in de kracht van structurele deelname aan activiteiten en vergoeden daarom vooral pakketten waarbij een kind langdurig wekelijks les kan volgen.’
Hebben jullie tips voor docenten?
Elvira: ‘We merken dat docenten vooral verwijzen naar creatief aanbod als ze talent zien bij hun leerlingen. Maar wij geloven dat het nog veel belangrijker is om interesse in een vakgebied te signaleren. Als een kind plezier beleeft aan kunst, dans of muziek, is het in het belang van het kind om daar meer mee bezig te zijn, ongeacht of dat kind talent heeft of niet. Het zou mooi zijn als leerkrachten kinderen en jongeren vanuit interesse en plezier doorverwijzen naar cultuurbeoefening in de vrije tijd.’
Jeugdfonds Sport & Cultuur
Doel van het Jeugdfonds Sport & Cultuur is om zoveel mogelijk kinderen en jongeren tot 18 jaar deel te laten nemen aan sport of culturele activiteiten, terwijl daar thuis onvoldoende geld voor is. Het fonds betaalt de contributie of het lesgeld voor een jaar. In 2022 stond in de top 5 van aangevraagde activiteiten voetbal op nummer 1, daarna volgden zwemles, kickboksen, dansles en muziekles. Aanvragen gaan via intermediairs, die de situatie van het kind goed kennen. Dat kunnen leerkrachten, buurtsportcoaches of buurtwerkers zijn, maar ook medewerkers van sociale wijkteams of schuldhulpverlening.
Tachtig procent van het geld van het Jeugdfonds is afkomstig van de ministeries van Sociale Zaken, VWS en OCW. Waar het Jeugdfonds uitsluitend contributie of lesgeld betaalt, is er Stichting Leergeld die ook de fiets en schoolspullen financiert, het Nationaal Fonds Kinderhulp is er voor orthodontie en brillen en Stichting Jarige Job verzorgt verjaardagspakketten. Met nog enkele andere organisaties werken ze allemaal samen in Sam& voor alle kinderen.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)