Cultuureducatie met Kwaliteit: open en onderzoekend bouwen en verbinden
De Friese aanpak in de tweede periode Cultuureducatie met Kwaliteit (2017-2020) is open en onderzoekend. Meer dan een aanpak is het een eigenzinnige conceptuele visie om kunst, cultuur én taal heel bewust een plek in het curriculum te geven die het onderwijs verrijkt. Anne Graswinckel vertelt over leermomenten in acht jaar Kultueredukaasje mei Kwaliteit (KEK).
Dit interview is onderdeel van een onderzoek naar leerervaringen van CmK-penvoerders.
‘Elke school moet zich op een eigen manier kunnen ontwikkelen, vanuit eigen waardes keuzes maken. KEK2 sluit aan bij wat er al gebeurt op school. Deze visie wordt alleen werkelijkheid als je er samen aan bouwt. Want samen bouwen is super lucratief. Samen is de hele gemeenschap: het team bij Keunstwurk, een groep van moderatoren (de ‘Meimakkers’) daar omheen, de culturele aanbieders, schooldirecteuren, leerkrachten maar ook beleidsmakers en lokale politici.’
(Lees verder onder de afbeelding)
Integraal plan voor Cultuureducatie met Kwaliteit
‘In KEK2 is Keunstwurk, als CmK penvoerder, opnieuw begonnen met bouwen. Mocht eigenlijk niet van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Maar we deden het toch omdat het nodig was. Het systeem moest anders: van negen losse regio’s in de eerste periode naar een integraal plan voor de hele provincie in KEK2. Een verkennersgroep onderzocht hoe we dit konden doen. Zij deden dit onderzoek op basis van al in de provincie aanwezige kennis en op basis van wat er inmiddels landelijk bekend was.’
‘Er waren gesprekken met schoolteams over hun stip op de horizon, en met kunstprofessionals over wat zij te bieden hadden. De verkennersgroep ontdekte dat er onafhankelijke mensen nodig zijn die in grote lijn veel over het veld weten. Enerzijds mensen die denken vanuit de betekenis van kunst en cultuur, anderzijds mensen die specialist zijn in een vak. Deze combinatie kan met een lerarenteam een plan maken dat iedereen meekrijgt.’
Eigenaarschap voor cultuureducatie bij de school
‘De verkennersgroep groeide, mensen gingen samen de scholen in, kregen vertrouwen in elkaar en wisselden expertise uit. Zo begon de bouw van het provinciale netwerk. Langzaam, met mensen die steeds enthousiaster werden. Nu weet iedereen in het Friese KEK-netwerk veel beter van elkaar wat organisaties en professionals kunnen en doen.’
‘Er was ook pijn, bij regio’s waar geld weggehaald werd om in het nieuwe provincie brede plan te steken. Vanuit het doel dat eigenaarschap voor cultuureducatie bij de school hoort te liggen, is deze nieuwe praktische werkwijze toch samen onderzoekend tot stand gebracht.’
School en aanbieder onderzoeken samen
‘Hoe ziet dit er concreet uit? Het verbaast waarschijnlijk niet dat de werkwijze open en onderzoekend is. Een team van moderatoren helpt het veld om een initiële (leer)vraag scherp te krijgen. Het maakt niet uit of die vraag van een school of van een culturele aanbieder komt. Wat willen zij nou echt?’
‘Het is heel makkelijk om een dansdocent in te vliegen voor een project van 26 weken, maar als de subsidie ophoudt is dat niet duurzaam. Wanneer je samen gaat onderzoeken als school en aanbieder, kom je meer tot de kern. Dat is dan niet zozeer een activiteit. Die kern zit ‘m bijvoorbeeld meer in het belang om bewegingsarme kinderen rijker te maken, Of om de verbeeldingskracht van leerlingen te vergroten, hun talent tot ontwikkeling te laten komen.’
Een open gesprek als basis
‘Welke focus breng je dan aan, en wat is daarvoor nodig? Dat onderzoek je met elkaar, ook door elkaars aannames stevig te bevragen. Door samen zo’n open onderzoek, klein of groot, aan te gaan en eigen onderwijs te ontwikkelen, leer je en kom je tot doorwrochte kennis. Kennis die je blijvend eigen maakt.’
‘Kennis – een top tien tips om taal en dans te verbinden bijvoorbeeld – die ook weer startpunt kan zijn voor onderzoek van anderen. In die zin is de kennis dus ook overdraagbaar. Maar de basis is altijd een open gesprek, zonder vooraf vastgestelde doelen, richtlijnen of formats, begeleid door moderatoren met arts based werkvormen en hulpmiddelen.’
Kunst en cultuur meer dan zing- en springactiviteiten
‘De verbinding met taal bleek lucratief. Zeker in Friesland, waar we vanuit meertaligheid niet om taal als onderdeel van cultuur heen kunnen en willen! Taal is de motor van cultureel bewustzijn. Mensen maken verhalen met elkaar. Het is ontzettend wezenlijk voor kinderen om woorden te geven aan wie je bent, wat je talent is en zo dus je eigen verhaal te leren kennen.’
‘Door de verbinding met taal werd voor scholen duidelijk dat kunst en cultuur meer zijn dan ‘zing en spring’-activiteiten. Ze zagen ook dat taal meer is dan de regels leren. Het leert namelijk ook over communicatie en (zelf)expressie! Vanuit de kunstdisciplines moeten we het zelf veel meer hebben over onze gedeelde woorden. Dat we allemaal werken met ritme, kracht en emoties. Dat zijn holistische verbindingen, sterker dan welke doorlopende leerlijn ook.’
Wie is Anne Graswinckel?
Ideeënfontein Anne Graswinckel is projectleider – of liever artistiek leider – KEK2 bij Keunstwurk in Fryslân. Ze vertelt uitbundig over eye openers in Cultuureducatie met Kwaliteit. Of, zoals ze op z’n Fries zeggen, Kultueredukaasje mei Kwaliteit. Verbinding is haar stokpaardje, en dat komt Anne goed van pas bij het bouwen aan een mienskip van partners in cultuureducatie.
Reflectie van de onderzoeker
De Friese blik op de wereld is wijds constateer ik. Het gaat over anders zien, combineren en over de tijd nemen en tijd maken voor een waarachtig gesprek. De visie van Keunstwurk als CmK-penvoerder gaat over kwaliteit niet kwantiteit. Anne’s team vraagt je wat jij wil: ‘Als sport jouw ding is, kun je het hebben over talent en sport. Maar hoe kun je die twee facetten dan verbinden met kunst en cultuur?’ De leden van het team vertellen verhalen, maar ze vertellen nooit wat je moet doen. Wel stellen ze vragen: wat zijn jouw dromen, waar gaan jullie van fonkelen? De antwoorden vertalen ze vervolgens naar concrete acties en stappen, dat dan weer wel.
Tijd (en dat betekent dus geld!), ruimte en vertrouwen krijgen is essentieel als je zo’n netwerk bouwt volgens Anne. En dat kan ik alleen maar beamen. Als projectleider kennisdeling CmK sprak ik veel met penvoerders de afgelopen jaren. Allemaal bouwen ze via een eigen route aan netwerken die het hart zijn van het leerecosysteem in de stad of provincie. Er is altijd een stevige onafhankelijke speler centraal in het systeem nodig. Een inspirator die de complexe netwerken van meerdere stakeholders met uiteenlopende belangen opbouwt én onderhoudt. Alleen als die speler goed gepositioneerd is, inclusief ruim voldoende middelen en het vertrouwen van het veld, beleidsmakers en bestuurders, lukt het om cultuureducatie echt duurzaam een plek te geven in de culturele levensloop van zo veel mogelijk leerlingen.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)