Brede ontwikkeling stimuleren met theater en film
Uit de samenwerking tussen de school en het theater is in 2017-2018 het project Your Story, my story – our stories gestart. Studenten van verschillende opleidingen en leerjaren maken kennis met de professionele voorstellingen. Aanvankelijk alleen theater, maar sinds dit schooljaar is film erbij gekomen. De thema’s van de voorstellingen sluiten aan op de actualiteit en op de interesses van de studenten. En daarmee dragen ze werkelijk bij aan de persoonlijke ontwikkeling en beroepsvaardigheden. (lees verder onder de afbeelding)
Studenten betrekken
Heel belangrijk bij elke voorstelling, is het nagesprek. De studenten van de klankbordgroep krijgen een training voor het voeren van een nagesprek met het publiek (de studenten in de zaal). De docenten krijgen training in het voeren van een gesprek na afloop, bij het vak burgerschap of Nederlands.
De studenten zelf worden ook actief betrokken bij de aanpak. Een aantal vormt een klankbordgroep, een stimulans voor de peer-to-peer interactie. Alle studenten gaan fysiek naar het theater toe om de voorstelling te bekijken. ‘Dat is uniek’, vertelt Marieke Hagemans, projectleider bij Theater De Lieve Vrouw. ‘Ze vinden het bijzonder om er te zijn en om zo het theater te ontdekken.’
Al meer dan 1.000 studenten bezochten het theater, altijd in heterogene samenstelling. ‘Daar zit een bepaalde gedachte achter’, legt Hagemans uit. ‘Voor en na elke voorstelling creëren we een informele setting met een hapje en een drankje. Studenten en docenten van verschillende opleidingen en leerjaren ontmoeten elkaar en raken in gesprek. Het versterkt de peer-to-peer interactie, er wordt op een andere manier vragen gesteld en mediastudenten komen erachter dat theater óók van belang is voor studenten van andere opleidingen.’ Voor Marieke Hagemans is cultuureducatie dan ook echt een kans voor docenten om hun studenten beter te leren kennen.
Aansluiten bij de opleiding
Elk jaar breidt het project uit met nieuwe elementen, dat is ook een voorwaarde om elk jaar weer voor subsidie in aanmerking te komen. Film, wat ook onder het aanbod van De Lieve Vrouw valt (red. Theater De Lieve Vrouw is het huis voor podiumkunsten en film in Amersfoort) kwam er afgelopen schooljaar bij en voor volgend schooljaar zijn er nieuwe, verbeterde verwerkingsopdrachten. Janus Hermse, docent opleiding Media, ICT en Design College, wil graag Virtual Reality toevoegen als verwerkingsopdracht. ‘Het inbedden van een dergelijke opdracht is belangrijk. Bij burgerschap, Nederlands, verpleegkunde (ethiek) en techniek (science fiction) bijvoorbeeld. Het is een kwestie van de verbinding zoeken met de vakinhoud en vanuit een kunsteducatieve insteek het gesprek aangaan met de studenten.’
Bij sommige opleidingen sluit het project makkelijker aan bij het curriculum dan bij andere, ziet Hermse. ‘Bij verpleging is er weinig ruimte, dan probeer ik bij de vraag vanuit de opleiding aan te sluiten. De film Lucia de B. past dan wel weer, waarin ethische dilemma’s in de zorg naar voren komen. Ook bij techniek is het lastiger. Maar ik probeer bij elke opleiding te kijken naar wat werkt.’
Studenten en docenten denken samen mee over de films en voorstellingen die ze bezoeken. Dit gebeurt onder andere met een klankbordgroep van studenten en een werkgroep van docenten. De docenten krijgen ook nog trainingen om een positief leerklimaat binnen dit project te bevorderen. In die trainingen gaat het over zowel proces-gerelateerde didactiek als over meer inhoudelijke thema’s zoals de techniek achter het maken van een film en creativiteit.
Confronteren met kunst
Theater De Lieve Vrouw benoemt expliciet in hun visie dat ze meer activiteiten met en voor het mbo willen ontwikkelen. Het doel hierbij is om studenten in de breedte kennis te laten maken met theater en samen met inhoudelijke partners kwalitatief aanbod te bieden op het gebied van podiumkunsten en film. Dat sluit mooi aan op de visie van ROC Midden-Nederland, of in ieder geval die van directeur Eric Holtman. Hij wil de brede ontwikkeling van jongeren stimuleren en vindt dat de docent daar een cruciale rol in speelt.
Vanuit huis krijgen mbo-studenten vaak minder kunst en cultuur mee, is de ervaring van Holtman. Hij wil ze ook graag op dat vlak ervaring laten opdoen. ‘We willen ze confronteren met het bestaan van kunst zonder het woord kunst te gebruiken. Dat stoot vaak af. Om te voorkomen dat de studenten dichtklappen, blijven we dicht bij hun belevingswereld. Docent Janus Hermse beaamt dat. ‘Veel aanbod van culturele instellingen is gericht op het voortgezet onderwijs. Voor onze studenten is dat te kinderachtig. In dit project herkennen ze zich veel meer.’ (lees verder onder de afbeelding)
Cultuureducatie als speerpunt
ROC Midden-Nederland heeft het belang van kunst en cultuur nog niet beschreven in hun schoolvisie. Op termijn is dit wel de bedoeling, als het aan Holtman ligt. ‘Ik wil graag een cultureel attaché in dienst hebben, die hier mee aan de slag kan. Het College van Bestuur heeft hier ook invloed op, zij bepalen in hoeverre er geld beschikbaar is voor dit project. De samenstelling van het CvB verschilt per periode en daarmee dus ook de financiële middelen.’
Vanuit de gemeente is er ook steun voor het project. Cultuureducatie is in Amersfoort een speerpunt, met extra aandacht voor het mbo. Dat gegeven draagt bij aan een versterking van de lokale samenwerking tussen culturele instellingen en het onderwijs. Het afgelopen jaar heeft de gemeente 15.000 euro bijgedragen. Fonds21 droeg het leeuwendeel bij. ‘Voor verduurzaming van een dergelijk project moet ook de directie openstaan’, vindt Holtman. ‘Scholen hebben voor sport een inspanningsverplichting van 5% van de begroting. Waarom zou je dat voor kunst niet ook doen?
ROC Midden-Nederland heeft al eens geprobeerd een soortgelijke samenwerking in Utrecht van de grond te krijgen. De locatie aldaar heeft samen met de Stadsschouwburg Utrecht een subsidieverzoek bij de gemeente ingediend. Helaas werd het verzoek afgewezen. Toch geloven Marieke Hagemans en Eric Holtman in hun gekozen structuur. ‘Eén projectleider bij de opleiding en één projectleider bij de culturele instelling die samen enthousiast zijn om de kar te trekken’, adviseert Hagemans. ‘De gemeente en fondsen zijn ook essentieel’, vult Holtman aan.
Het belangrijkste advies is echter om een dergelijk project in kleine stapjes op te zetten. ‘Begin niet meteen te groot. En zorg ervoor dat de directie van de mbo-school ervoor openstaat. Dat laatste beaamt Janus Hermse. ‘De regie moet liggen bij de opleidingen. De docenten die daar werken, kennen de studenten goed. Vanuit daar kan je de dialoog aangaan met de culturele instellingen’.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)