Gevolgen Coronavirus voor kunsteducatie en actieve cultuurparticipatie
Verenigingen
Het verenigingsleven is op 16 maart bijna geheel tot stilstand gekomen. Alle verenigingen waren gedwongen hun concerten, voorstellingen, presentaties of tentoonstellingen te annuleren. Ook de repetities en lessen werden geannuleerd, waarbij 18% van de verenigingen de repetities en 33% van de verenigingen de lessen nog wel online wist te organiseren. Door het niet kunnen organiseren van publieksbijeenkomsten en sponsor- en inzamelingsacties liepen zij inkomsten mis, met name de omzet uit optredens. Dit terwijl sommige kostenposten onverminderd betaald moesten worden. Zo heeft maar liefst 60% van de verenigingen zijn artistiek begeleider(s) gewoon doorbetaald en heeft nog eens 25% een gedeelte van de normale vergoeding betaald. 56% van de verenigingen heeft ook zijn docent(en) doorbetaald en 21% heeft hen deels doorbetaald.
Het is dus begrijpelijk dat 42% van de verenigingen aangeeft financiële schade te hebben geleden tussen 16 maart en 1 juni. Van de verenigingen die schade hebben, gaat het om gemiddeld 3.576 euro per vereniging. Een tekort dat de verenigingen zelf moeten ophoesten, want slechts een heel gering percentage van de verenigingen (7%) heeft gebruik kunnen maken van de financiële steunregelingen van het rijk. Maar de schade is niet alleen financieel. Zo geeft 15% van de verenigingen aan dat er ook leden zijn gestopt als gevolg van het coronavirus, gemiddeld 2,6 leden per vereniging.
Kunstdocenten en artistiek begeleiders
Ook voor kunstdocenten en artistiek begeleiders stopten hun werkzaamheden abrupt op 16 maart. Met name voor degenen die werken met groepen en verenigingen kwam het werk nagenoeg helemaal stil te liggen. De docenten die aan individuen lesgeven konden hun praktijk gedeeltelijk nog wel online voortzetten. Zo heeft bijna de helft van de professionals die lesgeven aan individuen hun lesaanbod nog enigszins tot in behoorlijke mate of zelfs volledig kunnen doorzetten. In vergelijking met de artistiek begeleiders die werken met groepen en verenigingen hebben kunstdocenten ook meer gebruik kunnen maken van de financiële steunregelingen, met name van Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo).
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de financiële schade voor artistiek begeleiders hoger ligt dan de schade voor kunstdocenten. Van beide groepen geeft 69% aan dat ze financiële schade hebben geleden tussen 16 maart en juni, waarbij het bij de artistiek begeleider om gemiddeld 5084 euro gaat en bij de kunstdocent om gemiddeld 3562 euro. En als je bedenkt dat het gemiddelde jaarinkomen van deze professionals op 12.600 euro ligt, dan wordt duidelijk hoe ingrijpend de schade is. Het is dan ook pijnlijk om te zien dat slechts 30% van deze professionals in aanmerking kwam voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en 7% voor Tegemoetkoming schade COVID-19 (TOGS).
Kunsteducatie-instellingen
Naast de eenmanszaken die lessen en begeleiding verzorgen zijn centra voor de kunsten en muziek-, dans-, en theaterscholen getroffen. Het gaat om een grote diversiteit, van dansscholen met 2 betaalde krachten tot centra voor de kunsten met meer dan 100 betaalde krachten. Van de organisaties die meededen aan het onderzoek wist 60% nog wel zijn lessen online voort te zetten. Desalniettemin geeft meer dan de helft aan dat er cursisten hebben opgezegd als gevolg van het coronavirus. De meest genoemde inkomstenbronnen waar men inkomsten misliep zijn bijdragen van cursisten/deelnemers, omzet uit optredens, voorstellingen en exposities, opbrengst uit verhuur en opbrengt uit horeca. Ondanks het mislopen van inkomsten moesten er betalingen gedaan worden. 68% van de organisaties betaalden de artistiek begeleiders (deels) door, en 74% betaalden de docenten (deels) door. Ook de huur van oefen-/les-/repetitieruimte bleef voor 62% een dure kostenpost.
Meer dan de eenmanszaken en de verenigingen hebben deze organisaties een beroep kunnen doen op de financiële steunregelingen van het rijk. 55% heeft TOGS aangevraagd en ontvangen en 26% kon een beroep doen op Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW). Ondanks de steun was er nog steeds sprake van forse financiële schade bij driekwart van de instellingen, gemiddeld 29.900 euro tussen 16 maart en 1 juni.
Vervolg resultaten
Dit zijn de eerste resultaten van een online vragenlijst-onderzoek naar de gevolgen van het coronavirus. De komende weken zullen we regelmatig nieuwe resultaten op de website van LKCA plaatsen en delen via social media. We publiceren dan meer gedetailleerde gegevens over de gevolgen, eerst voor de verenigingen en informele groepen, vervolgens voor de kunstdocenten en artistiek begeleiders en tot slot voor de centra voor de kunsten en muziek-, dans- en theaterscholen. Daarin is er niet alleen aandacht voor de gevolgen tot 1 juni, maar ook voor hoe al deze partijen op basis van de nieuwe protocollen en richtlijnen hun werkzaamheden weer opstarten, welke gevolgen ze nog verwachten voor de rest van het jaar en welke ondersteuning ze daar bij nodig hebben.
Het online vragenlijst-onderzoek is in juni uitgevoerd door LKCA, Huis voor de Kunsten, Koornetwerk Nederland en KNMO. 2226 verenigingen, 96 informele groepen, 959 kunstdocenten en artistiek begeleiders en 157 centra voor de kunsten en muziek-, dans- en theaterscholen deden mee aan het onderzoek. We zijn iedereen heel dankbaar voor hun medewerking.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)