Hoofdlijnenakkoord: wat betekent het voor cultuureducatie en cultuurparticipatie?

Reacties vanuit de sector
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Op 16 mei 2024 hebben de formerende partijen VVD, PVV, NSC en BBB een akkoord op hoofdlijnen gepresenteerd. Hoewel er in woorden weinig aandacht is voor kunst en cultuur, bevat het akkoord toch een aantal maatregelen die grote gevolgen kunnen hebben voor cultuureducatie en cultuurparticipatie. Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste cultuurparagrafen uit het nieuwe akkoord, en de reacties hierop vanuit de sector.

Dit artikel is gebaseerd op informatie zoals bekend op 30 mei 2024.

Afschaffing lage btw-tarief voor cultuur

Het lage btw-tarief van 9% voor culturele goederen en diensten (met uitzondering van bioscopen en dagrecreatie) wordt afgeschaft en gaat naar het tarief van 21%. Deze maatregel zou vanaf 2026 €953 miljoen per jaar opleveren. Eerder dit jaar berekende het Centraal Planbureau (CPB) dat deze maatregel €400 miljoen euro zou opleveren, maar ging er hierbij vanuit dat boeken, kranten en tijdschriften gevrijwaard zouden blijven van een btw-verhoging. Dat blijkt niet het geval.

Grote gevolgen voor cultuureducatie en cultuurparticipatie

Samen met andere sectoren, is er door Kunsten ’92 (de belangenorganisatie voor de cultuursector) een campagne gestart in een poging het plan van tafel te krijgen. Kunsten ’92 benadrukt hierin de bedreiging voor het verdienvermogen van de cultuursector en de toegankelijkheid van het cultuurparticipatie-aanbod.

In een eerste analyse van het akkoord ziet ook de VNG direct gevolgen van het plan voor de betaalbaarheid en toegankelijkheid van cultuur voor inwoners: ‘Gemeenten zijn in veel gevallen eerste of medefinancier van het culturele aanbod onder voorwaarde van voldoende eigen (publieks)inkomsten. Een disbalans door een btw-verhoging leidt mogelijk tot minder (divers) aanbod en zet de brede toegankelijkheid van cultuur daarmee onder druk.’

Volgens de FNV zal de maatregel ‘het Fair Pay-beleid ernstig ondermijnen en de financiële situatie van culturele instellingen verslechteren’. En ook de Kunstenbond schrijft dat door de voorgestelde verhoging ‘voor werkenden in de culturele en creatieve sector inkomen, werkgelegenheid en bestaanszekerheid op de tocht staan’. De Creatieve Coalitie waarschuwt op haar website voor ‘een negatieve spiraal’ en zegt: ‘Het wordt, als deze plannen doorgaan, moeilijk om kunst te ervaren en er een goede boterham mee te verdienen.’

‘Het wordt, als deze plannen doorgaan, moeilijk om kunst te ervaren en er een goede boterham mee te verdienen.’

Kunsten ‘92 benadrukt in een memo dat het volgens berekeningen ook nog maar de vraag is hoeveel de maatregel de staatskas uiteindelijk op zal leveren, omdat een hoger btw waarschijnlijk zal leiden tot een verminderde vraag.

Kunst- en cultuuronderwijs

Onder de btw-vrijstellingen vielen tot dusver veel cultuurgoederen, zoals kunstonderwijs aan personen tot 21 jaar en het werk van componisten, schrijvers, cartoonisten en journalisten. Op dit moment is nog niet precies duidelijk welke culturele goederen en diensten niet langer in aanmerking komen voor het verlaagde btw-tarief. Wordt de verhoging ook doorgevoerd in kunst- en cultuuronderwijs?

Wel is het vrijwel zeker dat hogere kosten de drempel tot toegankelijk cultuurparticipatie-aanbod voor alle Nederlanders zal verhogen. Koornetwerk Nederland, KNMO en BvOI uitten hun zorgen over het feit dat koren en orkesten ook meer btw zullen moeten betalen over de honoraria van hun professionele artistieke (bege)leiders. Hier bovenop komt dat muziekverenigingen, zoals koren, zanggroepen, ensembles en orkesten, vaak niet btw-plichtig zijn. Ze ontvangen daarom de betaalde btw niet terug van de belasting.

Feitelijk betekent de btw-verhoging voor deze groepen in dat geval een kostenstijging van 12%. De organisaties schrijven in een gezamenlijke reactie: ‘De kostenstijging door de hogere btw zal zich onvermijdelijk vertalen naar hogere contributies voor de leden van koren en orkesten, naar hogere toegangsprijzen voor cursussen of kunstprojecten en naar verschraling van het culturele aanbod.’

‘De kostenstijging door de hogere btw zal zich onvermijdelijk vertalen naar hogere contributies’

In een artikel in Trouw benadrukt Jeroen Bartelse, voorzitter van Kunsten ’92 en directeur van poppodium TivoliVredenburg, ook dit laatstgenoemde mogelijk effect van een btw-verhoging op het culturele leerecosysteem: verminderde innovatie en aanwas in de sector. ‘De vraag is of instellingen nu minder avontuurlijk gaan programmeren waardoor aanstormend talent minder kansen krijgt.’

Bezuinigingen in (cultuur)educatie en participatie

In het hoofdlijnenakkoord zijn ook bezuinigingen aangekondigd op sectoren waarmee de culturele sector veel samenwerkt, zoals wetenschap en internationalisering, evenals bijstellingen in het onderwijs. In de financiële bijlage van het akkoord is bijvoorbeeld te lezen dat de subsidieregeling Brede Brugklassen wordt afgeschaft (€57 miljoen structureel) en de regeling voor School en Omgeving beperkt wordt tot de 5% scholen met de grootste positieve achterstandsscore (€157 miljoen structureel). Veel scholen hebben de afgelopen jaren gebruik gemaakt van deze regelingen in het kader van het bevorderen van gelijke kansen.

Cultuurconnectie verwacht dan ook dat de versobering van de regelingen negatieve gevolgen heeft voor cultuureducatie en cultuurparticipatie. PO-Raadvoorzitter Freddy Weima schrijft: ‘De afgelopen jaren hebben veel scholen met deze programma’s gewerkt aan het vergroten van de kansen van leerlingen. Dat het nieuwe kabinet hierop bezuinigt is dan ook onverstandig.’

Ook vanuit het sociaal domein komen er reacties. Een voorbeeld is Movisie, die meer aandacht voor preventie een heel belangrijk punt in het akkoord vindt. Het kennisinstituut roept het aanstaande kabinet op om nog een miljard meer te verschuiven van zorg naar welzijn. ‘Mensen met een ziekte/aandoening kunnen op veel vlakken geholpen worden met oplossingen buiten de zorg.’

Bestuurlijke afspraken/wettelijke verankering

Uit een artikel in Trouw eerder dit jaar bleek dat het Rijk is niet de grootste financier is van cultuur. Cijfers over 2021 lieten zien dat gemeenten gezamenlijk 53% van alle subsidies betalen. Provincies zijn goed voor 8%, de Rijksoverheid voor 38%.

De voorgestelde overheveling van SPUK-gelden van het Rijk naar gemeenten werpt vragen op over wie er verantwoordelijk is voor beleid, en of deze subsidies wel (deels) geoormerkt zullen blijven voor cultuur – en dus ook cultuurparticipatie en cultuureducatie. In een reactie op hun website geeft IPO aan ‘zeker aanknopingspunten voor goede afspraken’ in het hoofdlijnenakkoord te zien.

In een nieuwsbericht schrijft VNG dat ‘het betrekken van gemeenten bij de nadere uitwerking nodig is om zeker te kunnen zijn dat beleid uitvoerbaar is en het inwoners verder helpt’. De belangenorganisatie geeft verder aan dat ‘het afschaffen van de specifieke uitkeringen zou kunnen betekenen dat gemeenten meer ruimte krijgen voor eigen beleidskeuzes’, maar benadrukt ook dat de financiële positie van gemeenten niet zal verbeteren. Dit komt ook door andere beleidskeuzes, zoals het maximeren van de OZB, waardoor er minder geld in de gemeentekas terecht komt. VNG schrijft: ‘De impact voor burgers hangt af van de keuzes per gemeente, maar in zijn algemeenheid zal dit betekenen dat het niveau van voorzieningen en dienstverlening omlaag gaat.’

Bezuinigingspakket voor (werkenden in) cultuur

In een brief aan formateur Plasterk schreef Kunsten ’92 eerder dit jaar dat mede dankzij de 1,3 miljard van de Rijksoverheid een sector floreert die voor 23,9 miljard euro bijdraagt aan de Nederlandse economie en goed is voor 4,3 procent van de totale werkgelegenheid, oftewel: 410.000 banen.

Het hoofdlijnenakkoord bevat een pakket van ‘taakstellende bezuinigingen’; bezuinigingen die nog nader zullen worden uitgewerkt door een komend kabinet, maar die zeer waarschijnlijk een negatief effect zullen hebben op de inkomsten, werkgelegenheid en toegankelijkheid van de sector. Hierin staat onder andere:

  • Bezuiniging op de Nederlandse Publieke Omroep. Vanaf 2026 moet dit €100 miljoen opleveren;
  • Beperking van de giftenaftrek, hetgeen effect heeft op particuliere giften aan cultuur;
  • Het overhevelen van gelden van het Rijk naar gemeenten met een korting van €638 miljoen per 2026. Uit deze SPUK-regelingen worden initiatieven gefinancierd voor cultuurparticipatie, sport en bewegen, gezondheidsbevordering en de sociale basis. Ook vallen bijvoorbeeld cultuurcoaches hieronder;
  • Het wettelijk minimumloon wordt tóch niet verhoogd per 2025. Daarnaast wordt de werkloosheidswet (WW) hervormd. Deze wordt waarschijnlijk korter;
  • Specifiek voor zzp’ers: het verlagen van de mkb-winstvrijstelling naar 12,03% wordt teruggedraaid (dat is een investering van €93 miljoen) en de wet VBAR wordt doorgezet;
  • Verhoging van de kansspelbelasting van 30,5% naar 37,8%. Dit raakt de loterijen die geld aan cultuur geven;
  • Een algemene bezuiniging bij de ministeries op de subsidieposten van €1.000 miljoen (1 miljard), zoals het afschaffen van initiatieven rondom ‘gezonde leefstijl, inclusiviteit, participatie en medezeggenschap’.

Over bovenstaande bezuinigingen op subsidieposten is op dit moment nog erg weinig bekend, maar deze zouden mogelijk gevolgen kunnen hebben voor subsidies aan projecten die cultuurparticipatie bevorderen, en aan ondersteuning van de Code Diversiteit & Inclusie.

Ook interessant:

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 5 / 5. totaal 9

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Fayyad Jahangier​ (hij/hem/zijn)
Fayyad Jahangier​ (hij/hem/zijn)
Functie: Specialist Beleid
Expertise: lobbyondersteuning,overheidsbeleid
FayyadJahangier@lkca.nl
‪030 711 5101‬ | 06 16 96 26 20
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel