Hulp om weer een vitale amateurclub te worden
De Graham Lowlanders Pipes & Drums in Leeuwarden bestaat ruim vijftig jaar, met diverse leden die al vanaf het begin lid zijn. ‘We waren toe aan verjonging’, vertelt voorzitter Niels van Felius. Onze vraag: hoe kunnen we met zestig leden op weg naar ons 60-jarig jubileum?’
Via een webinar van de Rabobank hoorde de doedelzakvereniging over Rabo ClubSupport en ze dienden met succes een aanvraag in. Hun trajectbegeleider woonde een repetitie bij en ging in gesprek met het bestuur: wat voor vereniging willen jullie zijn? ‘We willen samen muziek maken en ons publiek een onvergetelijke ervaring bezorgen’, vat Van Felius de ambitie van de club samen. Prima ambitie, vond de trajectbegeleider, maar de communicatie kon wel wat laagdrempeliger en uitnodigender. Dat bleek een goed advies, want de vereniging heeft inmiddels tien nieuwe, jongere leden erbij.
Lokale gemeenschap
De doedelzakband is een van de voorbeelden van hoe clubs via Rabo ClubSupport ondersteuning krijgen om vitaler te worden. Jaarlijks ondersteunt de Rabobank zo’n 30.000 sport- en cultuurverenigingen, vertelt Maaike van Steenbergen (sponsormanager Rabobank). ‘Wij zien amateurclubs als wezenlijk voor de lokale gemeenschap.’
Lokale Rabobanken organiseren inspiratieavonden voor clubs uit de omgeving. Daarnaast zijn er webinars, workshops en masterclasses rondom thema’s als pr en ledenwerving. En ten slotte is er een-op-een begeleiding op maat, zoals bij de Friese doedelzakspelers. Voor dit laatste is wel de voorwaarde dat de vereniging bankiert bij de Rabobank.
Karlijn Vriend is een van de trajectbegeleiders die met verenigingen een-op-een aan de slag gaat. De kunst is, zo vertelt ze, om op zoek te gaan naar de vraag achter de hulpvraag. ‘Leden werven bijvoorbeeld kan gaan om andere pr, maar ook om reflectie op wie je als club bent en wat je wilt.’ Goed kijken en luisteren, is daarom de eerste opdracht voor een begeleider. ‘Als buitenstaander kun je door vragen te stellen de club anders naar zichzelf laten kijken.’
Het wiel
Tot nu toe maken vooral sportclubs gebruik van dit aanbod. De Rabobank werkt al langer samen met NOC*NSF; deze organisatie regelt de uitvoering van het ondersteuningsaanbod. Om ook van betekenis te kunnen zijn voor cultuurverenigingen is LKCA aangehaakt als samenwerkingspartner. ‘Het is belangrijk dat we niet onnodig het wiel uitvinden’, zegt Giliam Boogerd (programmamanager lokale sportnetwerken en clubondersteuning bij NOC*NSF), ‘daarom is onze samenwerking zo belangrijk.’ Een klein voorbeeld: de KNVB heeft de cursus ‘Besturen met impact’ voor voetbalclubs. Met een kleine aanpassing is die cursus ook prima geschikt voor amateurkunstverenigingen.
Maar dan moet je wel weten waar die zitten. Daarvoor is contact met regionale of provinciale organisaties belangrijk. In Limburg heeft NOC*NSF al afspraken met het Huis voor de Kunsten Limburg: als er een vraag van een vereniging binnenkomt, wordt overlegd wie deze het beste kan oppakken. ‘Inzicht in welke mensen in het cultuurveld actief zijn, is nodig’, vertelt Johan Vermeulen (strategisch procesbegeleider Rabobank Brabant en Limburg). ‘Nu neem ik soms mijn toevlucht tot trajectbegeleiders uit de sport en dat is toch een gemiste kans.’
Zichtbaarheid
Ook vanuit het veld is er behoefte aan overzicht. Zo ondersteunt Judith Ensel in Tilburg al jaren amateurclubs. ‘Een presentatie in Friesland over ledenwerving is vast ook geschikt om in Tilburg te gebruiken.’
Een database met wie, wat, waar doet en wie welke expertise heeft, zou handig zijn, vult Jan Sietse Haarsma van Keunstwurk aan. Hetzelfde geldt voor een overzicht van tools. Zo is er de vitaliteitsscan die verenigingen en gemeenten kunnen doen, maar daarnaast werkt onder meer Kunstloc aan een toekomstscan Open Club voor verenigingen. Ook hier geldt weer: we moeten voorkomen dat we het wiel opnieuw uitvinden óf handige instrumenten over het hoofd zien.
Verder, zo stelt Leon van den Berg (Danslink), zouden ook informele clubs zichtbaarder mogen worden. Daarom vindt hij het jammer dat Rabo ClubSupport alleen geldt voor formele verenigingen of stichtingen. Want binnen cultuur zijn steeds vaker informele clubjes actief. Mensen die samen muziek maken of eens in de maand een zaaltje huren om te dansen. Door deze los-vaste groepjes te helpen, kun je het lokale culturele leven ook vitaler maken. Bovendien kunnen ze uitgroeien tot een vereniging en vormen ze dus potentiële klanten van de bank.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)