Cultuur zorgt voor een growth mindset

Interview met Karim Amghar
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
We kunnen de kansenongelijkheid in het onderwijs niet langer negeren, benadrukt programmamaker en mbo-docent Karim Amghar. Kunst- en cultuureducatie kunnen een belangrijke rol spelen in het keren van het tij. Hoe kunnen scholen en leraren hier concreet mee aan de slag?

Dit interview verscheen in Cultuurkrant 2021, nummer 3.

(Lees verder onder de afbeelding)

Portretfoto Karim Amghar
Karim Amghar

Wat Karim Amghar betreft is het vijf voor twaalf op het gebied van kansengelijkheid. Hoewel het onderwerp al tientallen jaren op de agenda staat, lijkt er maar weinig beweging in te komen, merkt hij. “De coronacrisis heeft weliswaar nieuwe aandacht voor het thema gegenereerd, maar het lijkt wel alsof we kansenongelijkheid nu weer als een nieuw thema zijn gaan beschouwen.”

Kansenongelijkheid is een veelkoppig monster, weet Amghar. “Het Nederlandse onderwijssysteem kent zeven niveaus, terwijl dat er in andere landen maar drie of vier zijn. Bovendien segregeren wij al op jonge leeftijd: op hun twaalfde moeten kinderen al de keuze maken voor vmbo, havo of vwo. Dat is krankzinnig vroeg.”

Binnen dat systeem kunnen kunst en cultuur gelijkheid creëren, ziet Amghar. Hij groeide zelf op in een gezin waarin die elementen niet vanzelfsprekend waren en ontdekte op latere leeftijd de kracht van cultuur. “Het zorgt ervoor dat je kunt filosoferen over het leven en je gevoelens een plek kunt geven. Voor veel beleidsmakers is dat te vage taal: die willen dat kinderen naar schilderijen van Rembrandt gaan kijken. Terwijl er zoveel meer is: van zang tot dans, van dichten tot rappen, van schilderen tot pianospelen. Als je zelf maar actief aan de slag gaat.”

“Zet rolmodellen in uit de kunst- en cultuurwereld”

Volgens jou hebben juist kinderen uit kansarme gezinnen kunst en cultuur het hardst nodig.

“Ja. En toch gaan juist die kinderen niet naar het museum. Die leven met veel te weinig mensen op veel te weinig vierkante meter, met ouders die continu ruziemaken en te weinig geld hebben om hun kinderen te voeden met cultuur. Terwijl zij juist de meeste baat bij kunst en cultuur zouden hebben. Ze hebben zoveel te verwerken en moeten worden uitgedaagd om anders over de wereld te denken.
“Gelukkig ontstaan de eerste mooie initiatieven om dat voor elkaar te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan Mocca in Amsterdam, waar cultuurcoaches worden getraind op het gebied van kansenongelijkheid, zodat ze beter begrijpen waar de angst en pijn van de doelgroep zitten. Die coaches worden geselecteerd op hun herkomst, karaktereigenschappen en kennis van de doelgroep. Daardoor staan ze dichterbij.”

Wat levert dat op?

“Je slaat meerdere vliegen in één klap. Met goede cultuureducatie zorg je onder meer voor meer cohesie in de klas, waardoor leerlingen beter met elkaar leren praten en minder lang met hun problemen blijven rondlopen. Maar voor echte kansengelijkheid is meer nodig. Het onderwijssysteem moet op de schop. We moeten kinderen later laten kiezen, zodat ze langer met verschillende niveaus in de klas zitten. Dat is misschien een lichte tik voor kinderen met meer kansen, maar kinderen met minder kansen boeken er reusachtige winst door. En niet alleen zij: een samenleving met meer kansengelijkheid zorgt voor minder criminaliteit, minder radicalisering en meer geluk.

“Dat betekent wel dat er iets moet veranderen in de hoofden van beleidsmakers. Zij moeten begrijpen dat het hun doel zou moeten zijn om de hele maatschappij blij te maken, en niet een heel specifieke groep. Dat is een grote uitdaging: onder beleidsmakers heersen grote vooroordelen over kinderen uit kansarme gezinnen. Als je maar hard genoeg werkt, kom je er wel, denken zij. Maar niets is minder waar: deze kinderen groeien op met de gedachte dat het hun eigen schuld is als ze een laag cijfer halen. Ze krijgen een fixed mindset aangepraat. Kunst- en cultuureducatie kan juist bij deze kinderen zorgen voor een growth mindset, waardoor ze zich realiseren dat ze kunnen groeien. Je kunt niet het hele huishouden waarin een kind opgroeit veranderen, maar je kunt wel verandering teweegbrengen bij het kind.”

Hoe kan het onderwijs nu al aan de slag om kansenongelijkheid in het onderwijs te verminderen?

‘Zet rolmodellen in die zijn opgeklommen in de kunst- en cultuurwereld. Zij kunnen laten zien dat het kan. We moeten kinderen vooral motiveren. Onderzoek van de Amerikaanse wetenschapper Robert Rosenthal laat zien dat kinderen zich gedragen naar de slimheid die je ze toebedeelt. Als je als docent een kind behandelt alsof het een laag IQ heeft, door het minder aandacht te geven en te ondersteunen, zorgt dat ervoor dat dat kind gaat klieren, achterin gaat zitten en geen vragen meer stelt. Het is dus van groot belang om onbewuste vooroordelen aan te pakken – door erover te praten, maar ook door meer kunst en cultuur in de klas te brengen. Organiseer leesclubs en huur professionals in. Zo leren kinderen hun emoties ook beter een plek te geven.”

Karim Amghar is schrijver, programmamaker, televisiepresentator en docent omgangskunde op een mbo in Rotterdam. Hij schreef meerdere boeken en maakte televisieseries over kansengelijkheid, waaronder Van Radicaal Naar Amicaal en Karim Pakt Zijn Kans. In 2018 ontving hij de Compassieprijs voor het tegengaan van polarisatie en discriminatie in de Nederlandse samenleving.

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 3.8 / 5. totaal 4

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel