Kans voor dans op school

Inhoudelijke terugkoppeling Dans & Onderwijsdag 13 december 2021
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Je uiten via dans kan al laagdrempelig, zoals de geschiedenis van het dansonderwijs leert. Toch verovert deze kunstdiscipline zich maar mondjesmaat een plek op scholen. Brengt de komende curriculumherziening nieuwe kansen? Dat bespraken dansdocenten tijdens de Dans & Onderwijsdag die LKCA eind 2021 samen met VONKC en het Holland Dance Festival organiseerde.

Ze zat in een bootje en vertelde enkele geheimen uit de 33 jaar dat ze dansdocent bij Fontys was. Ruth Wilmans start haar keynote met een eigen ervaring tijdens manifestatie De Dansjacht. De veervrouw (een oud-student) luisterde en zei dat ze het wel even zou vertalen. ‘Ze danste mijn dans, vertaalde mijn geheimen, en natuurlijk danste ik even mee op het einde.’

Dat is wat dans bij uitstek kan: gevoelens, gedachten en ervaringen heel primair, zonder woorden, vormgeven. En dat kan met technische hoogstandjes op spitzen, maar ook heel laagdrempelig in gymzalen en schoolklassen.

Pionier

Wilmans noemt Kit Winkel als een van de belangrijkste pioniers om dansbeoefening breder toegankelijk te maken. ‘Haar misse was om dans bereikbaar te maken voor alle kinderen. Dus niet alleen de kinderen uit gegoede families die dansles konden betalen.’

Al in de jaren vijftig trok Winkel de scholen in. Ze besefte dat je daar met traditionele dansvormen niet ver zou komen. Ze stelde expressie boven techniek, waarbij je kinderen vanuit een aansprekend thema laat improviseren. Zo ontstaat een speelse manier van dansen, waarin plezier, creativiteit en samen dansen voorop staan.

Winkel was van 1969-1981 studieleider van de (toen nieuwe) opleiding dansexpressie aan de theaterschool Amsterdam. Wilmans is een van haar leerlingen die het werk verder heeft uitgewerkt. Maar het viel nog niet mee om dans echt te laten landen in scholen.
Uit het onderzoek Dans in Zicht (2009) bleek dat maar 52 van de 8000 basisscholen in Nederland actief dans onderwezen. En in het voortgezet onderwijs komt dans als eindexamenvak veel minder voor dan muziek of beeldend.

Deels kwam dat door de danswereld zelf, stelt Wilmans. Daar was te veel haat en nijd tussen diverse stromingen en aanpakken. ‘Nog steeds kan dat anders. Er moet samengewerkt worden in plaats van verschillen te benadrukken.’

Momentum

Dat nu dans een plek heeft gekregen in de nieuwe curriculumplannen is een mooi momentum om de krachten eindelijk te bundelen. Wilmans doet daarvoor vast enkele aanbevelingen. Betrek bijvoorbeeld de wetenschap erbij en laat zien dat dans gezond is en bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Werk samen en houd vol. En houd voor ogen: ‘Dans is inclusief: iedereen mag meedoen en alle kinderen mogen zichzelf uitdrukken in dans.’

Ronald Kox (hoofd cultuureducatie LKCA) en Anne Bos (voorzitter VONKC) haken aan op Wilmans’ oproep. De curriculumherziening (voorheen: Curriculum.nu) biedt inderdaad kansen. Kunst en cultuur zit weliswaar nog niet in de eerste tranche, maar SLO doet al wel voorbereidend werk. ‘Bovendien hoeven we niet te wachten, we kunnen nu al aan de slag met de grote opdrachten’, aldus Kox.

Daarbij is samenwerking inderdaad het sleutelwoord. Dan hoeft bijvoorbeeld niet elke school alle vakken aan te bieden, maar kun je uitwisselen. En hoe mooi zou het zijn als leerlingen, net als in IJsland, voor school ook lessen kunnen volgen bij een centrum voor de kunsten.

Naast de curriculumherziening bieden ook de NPO-gelden voor de bestrijding van leerachterstanden door corona (700 euro per leerling per jaar) kansen. Scholen besteden het geld ook aan kunst en cultuur, als regulier leergebied waarin leerlingen ook vertragingen hebben opgelopen, maar vooral om te werken aan sociaal-emotionele ontwikkeling. Risico daarvan is wel dat het leergebied en de doorlopende leerlijnen zo in de verdrukking komen. Gelukkig zijn er ook mooie voorbeelden van scholen die de NPO-gelden benutten om structureel kunstvakdocenten in dienst te nemen. ‘Dit soort good practices moeten we dus delen en uitdragen’, aldus Bos.

Versnipperd

Om dans onder de aandacht te brengen bij onder meer beleidsmakers is het afgelopen jaar een veldverkenning gedaan: wat is er nodig om dans een duurzame plek in het onderwijs te geven? Tijdens de Nederlandse Dansdagen komend najaar zal de dansagenda 2025-2028 aangeboden worden aan OCW.
Rozemarijn Schouwenaar (LKCA) vat de eerste bevindingen voor de buitenschoolse amateurdans samen. Zoals Wilmans ook al signaleerde zijn het amateurdansveld en danseducatiewereld nog steeds enorm versnipperd. Daar is een slag te slaan. Er mag meer aandacht komen voor de maatschappelijke waarde en de kracht van dans. Verder is het belangrijk om lokaal samen te werken en te starten met de waarde van dans en talentontwikkeling voor de jeugd beter over het voetlicht te brengen bij onder meer wethouders. Ook de verbinding tussen binnen- en buitenschoolse danseducatie is een aandachtspunt, evenals toegankelijkheid, inclusie en fair pay. ‘Laten we elkaar letterlijk bij de hand nemen’, besluit Schouwenaar. ‘Alleen ga je sneller, maar samen bereik je meer.’

Daniëlle Bouwmeester (zzp’er kunst in het onderwijs) vult haar verhaal aan met geluiden vanuit scholen. Wat is er nodig om dans een stevige plek in het onderwijs te geven? Scholen hebben bijvoorbeeld behoefte aan een goede didactiek om verdieping in dansonderwijs aan te brengen. Verder hebben ze slecht zicht op de brede diversiteit in het aanbod en vullen ze dans vaak smal en beperkt in. ‘We moeten als dansprofessionals samen meer moeite om scholen te laten weten wat er allemaal mogelijk is en waar ze op moeten letten als ze iemand de school inhalen.’

Dansambassadeur

De deelnemers haken daarop aan en verzamelen op een mural tal van tips en aandachtspunten. Om dansonderwijs inclusiever te maken bijvoorbeeld is nascholing in het werken met specifieke doelgroepen wenselijk. Gemeentes kunnen de verbinding binnen-buitenschools versterken door brede kennismaking via scholen opgevolgd door enkele gratis lessen in een discipline naar keuze bij een centrum voor de kunsten te subsidiëren. ‘Maak lokaal verbindingen.’

Zorg dat er bij pabo’s meer aandacht en bekendheid voor dans komt. Maak een promofilmpje over het belang van dans. En laten we optrekken met en leren van Meer Muziek in de Klas. Er is kortom voldoende om aan te werken de komende jaren. Begin klein, luidt het afsluitende advies van Wilmans: ‘Word een dansambassadeur en zorg dat dans net zo normaal wordt als andere kunstvakken in het onderwijs.’

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4.7 / 5. totaal 12

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Marian van Miert (zij/haar/haar)
Marian van Miert (zij/haar/haar)
Functie: Specialist Cultuureducatie
Expertise: primair onderwijs,speciaal onderwijs
marianvanmiert@lkca.nl
030 711 51 45
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel