Ken jouw gemeente

Inhoudelijke terugkoppeling LKCAtelier van 24 februari
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Wie is de baas in de gemeente? Bij welke afdeling of beleidsadviseur kun je aankloppen voor (financiële) ondersteuning? Hoe krijg je cultuur op de plaatselijke agenda? Dit eerste deel van een tweeluik over cultuurbeleid in gemeenten gaat over alle ins en outs van lokale besluitvorming.

Liesbeth Tettero (trainer en coach Bestuursacademie; stichting ProDemos) peilt met een kleine quiz eerst even de voorkennis van de atelierdeelnemers. Hoeveel gemeenten er zijn? De schattingen variëren van 250 tot ruim vierhonderd – het blijken er 344 en dat aantal zal de komende jaren nog slinken, want er staan nog meer herindelingen op stapel. De baas van de gemeente? Inderdaad, de gemeenteraad. Dat heeft, zo frist Tettero onze schoolkennis weer op, met de trias politica te maken, de voor een democratie kenmerkende scheiding der machten (weet je nog wel: wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht).

En dan de hamvraag: Wat moet de gemeente wettelijk verplicht doen aan kunst en cultuur? Het antwoord is ontluisterend: niets. Ze moet alleen zorgen dat er een (basale) bibliotheekvoorziening is.

Terugtrekkende overheid

‘Heftig!’, vinden de deelnemers, die ontbrekende plicht tot lokaal cultuurbeleid. Maar ze snappen nu wel beter dat een cultuurparagraaf lang niet in alle verkiezingsprogramma’s te vinden is. En dat kunst en cultuur als facultatieve posten gemakkelijk weg te strepen zijn om de gemeentebegroting dekkend te krijgen. ‘We sluiten maar een muziekschool of bibliotheeklocatie, dan kan het geld naar jeugdzorg. Dat zijn de discussies die gevoerd worden’, vertelt Tettero.

In wat ze een ‘spoedcursus politicologie’ noemt, schetst ze twee extremen: de overheid gaat overal over (denk Noord-Korea) versus de overheid gaat (bijna) nergens over (denk VS). Nederland zit in een transitie van verzorgings- naar participatiemaatschappij, met een overheid die zich steeds verder terugtrekt en overheidstaken bij burgers (zoals mantelzorg) of particulieren (zoals energie, vervoer) legt.

Als je lokaal de handen op elkaar wilt krijgen voor kunst en cultuur, moet je weten welke politieke wind er in jouw gemeente waait. Vervolgens kun je iedere partij op eigen kleur aanspreken: de een win je voor je met een verhaal over cultuur als samenbindende factor, de ander met cultuur als aantrekkelijke vestigingsfactor voor bedrijven (zie ook deze infographic met mogelijke visies op cultuur).

Stokpaardjes

De raamstructuur van elke gemeente is hetzelfde, met een gemeenteraad, burgemeester en wethouders (B&W), een griffier die de raad ondersteunt en een secretaris voor B&W. Maar verder kan elke gemeente zelf bepalen welke afdelingen ze heeft, hoe portefeuilles verdeeld worden, wat ze extern uitbesteed en met welke partij ze hoe samenwerkt.

Als je iets wilt van de gemeente, moet je dus eerst uitzoeken hoe het bij jou lokaal geregeld is. Stel dat je een cultureel project wilt opzetten voor eenzame jongeren. Dan kun je bij jeugdzorg kijken, maar sommige gemeenten hebben tegenwoordig ook een speciale ambtenaar voor eenzaamheid (al is wel vaak gericht op ouderen). ‘Zorg dat je weet welke stokpaardjes jouw gemeente heeft. Volg bijvoorbeeld wethouders op sociale media, dan weet je wat ze belangrijk vinden’, tipt Tetteroo. Nog een zoektip: tik op LinkedIn naam gemeente plus ‘jeugd en eenzaamheid’ in en wellicht vind je een bevlogen wethouder.  

Verder is tegenwoordig ‘opgavegericht werken’ bij veel gemeenten het motto: medewerkers moeten actief op zoek gaan naar wat burgers willen en nodig hebben. Daar kun je op inspelen.  

Beleidscyclus

De democratische besluitvorming kent diverse stadia. Om goed te lobbyen is het nuttig te weten in welke fase beleid zit. Het begint met een bestuurlijke opdracht om iets te doen (bijvoorbeeld vanwege een aangenomen motie). Daarna start een onderzoeksfase: wat is er al en wie en wat zijn bij dit thema of domein betrokken? Dan volgen in het College en de raas cycli van conceptbesluit plus beeld- en oordeelsvorming. Ten slotte is er de uitvoering en  evaluatie van beleid.

De onderzoeksfase is het beste moment om te lobbyen. ‘Maar in elke fase kun je invloed uitoefenen’, stelt Tetteroo. Bijvoorbeeld omdat evaluatie van beleid de opmaat kan vormen voor nieuwe beslissingen. Verder kun je, los van lopende beleidscycli, zelf vragen stellen en aandacht vragen. ‘Kijk of er in jouw gemeente een verordening voor burgerinitiatieven is. Spreek een beleidsambtenaar aan, schakel de media in of organiseer een expositie op de stoep van het gemeentehuis’, tipt Tetteroo. Vooral dat laatste spreekt een van de atelierdeelnemers wel aan. ‘Ik ga in de gemeenteraad jongleren en met ballen gooien.’

Dit is het eerste deel van een tweeluik rondom de gemeenteraadsverkiezingen over cultuurbeleid in gemeenten. Lees ook deel 2: Scenario’s voor gemeentelijk cultuurbeleid.

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4.7 / 5. totaal 10

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel