Kunst en technologie – Harm Hofmans en Shirley Hendrikse
MU is een artspace, een internationaal netwerk van creatieve innovatieve makers. MU initieert, produceert en presenteert nieuw werk en omringt dit met een uitgebreid interdisciplinair randprogramma voor een breed en met name jong publiek. Daarnaast werkt MU actief samen met scholen aan onderwijsvernieuwing zoals met het SintLucas (VO en mbo).
STRP gaat in een cultureel en educatief programma de dialoog aan met makers, denkers en publieksgroepen over de relatie tussen mens, samenleving, technologie en toekomst. Welke toekomstscenario’s zijn denkbaar en wenselijk in een tijd dat de impact van technologie steeds groter wordt?
Shirley: ‘Dit gesprek wil STRP ook met mbo’ers voeren. Met bijna 500.000 studenten in het land kunnen we er niet omheen dat zij die toekomstscenario’s mee vormgeven.’
Shirley, wat motiveert jou?
Shirley: ‘Kunst en technologie zijn heel andere werelden maar er zijn juist veel raakvlak-ken. STRP maakt verbinding tussen kunst en technologie, door te experimenteren en door te onderzoeken hoe je nieuwe dingen kunt creëren, kunt veranderen en aanpassen. In de dertien jaar dat STRP bestaat, is de focus van Art loves technology, oftewel wat kan er allemaal ontstaan tussen kunst en technologie, verschoven naar de ethische en sociaal maatschappelijke vraagstukken die bij alle ontwikkelingen komen kijken. Het gaat nu meer om Creative technology: de impact die technologie heeft op ons als individu en als samenleving. Kunst wordt daarbij gezien als de verbeeldende kracht om tot nieuwe inzichten te komen.’
En wat motiveert jou, Harm?
Harm ziet twee manieren van kijken naar kunst en technologie. ‘De combinatie van kunst en technologie gaat enerzijds over burgerschapsvorming: hoe verhoud jij je tot de technologie die de wereld verandert? Anderzijds gaat het om het bevragen van de wereld zoals een kunstenaar dat doet. Dat betekent dat er meer nagedacht wordt over de ethische kant van technologie. Niet alleen of iets kan, maar ook of het wenselijk is en met welk doel een ontwikkeling in gang wordt gezet. Vanuit de kunst kunnen er kritische vragen gesteld worden bij technologische ontwikkelingen.’
Shirley vult aan: ‘Kunstenaars staan bekend als voorloper van grote onderwerpen. Ik denk dat creatief denken en kritisch denken heel hard nodig zijn voor de toekomst.’
Waarom kunsteducatie voor mbo’ers?
Voor MU en STRP is samenwerken met het mbo niet nieuw. Sinds de komst van het creatieve SintLucas op het Strijp-S-terrein in Eindhoven weten de creatieve opleidingen en de twee culturele instellingen elkaar te vinden. De samenwerking is uitgebreid met andere mbo-scholen.
Harm en Shirley zijn van mening dat creatief en kritisch denken juist voor mbo’ers belangrijk is. Harm ziet dat op het hbo en wo meer aandacht is voor het creatieve en kritische element dan in het curriculum bij veel mbo-opleidingen.
Shirley vult aan dat er wordt gewerkt aan de emancipatie van de mbo-student.
‘Veel mbo’ers komen voor de eerste keer een expositieruimte binnen, ze kennen deze wereld niet goed. We begeleiden hen en bevragen hen. Dan gaat het niet over de weg die is uitgestippeld door jouw opleiding maar over de vraag: wat voor toekomst wens JIJ?’
Hoe betrek je mbo’ers bij de inhoud en programma’s?
Harm: ‘Bij MU gebeurt dat veelal door een bezoek aan de expositie waar met mbo’ers een gesprek wordt aangegaan. In deze gesprekken verkennen we, aan de hand van kunst, de relatie van de studenten ten aanzien van moderne technologie, onderzoeken we verschillende (morele) perspectieven. We hanteren hierbij vaak de VTS-methode (Visual Thinking Strategies, red.) en speculatief design. We speculeren met hen over mogelijke toekomstscenario’s. Door de juiste vragen te stellen laten we mbo-studenten zelf nadenken over hun plaats in de wereld en welke rol zij daarin zelf kunnen spelen. Zo bewegen we mbo’ers om zich niet op te stellen als afwachtende consument, of uitvoerder van een gekaderde opdracht, maar om hun eigen toekomst te verbeelden en zich als actieve deelnemer aan de maatschappij op stellen. Vragen stellen, durven ondernemen en een eigen mening vormen zijn competenties die daarbij horen.’
Shirley: ‘In Future Cities werden thema’s uitgewerkt rondom speculatief design, kritisch denken, creatieve technologie en BioArt. Met de nadruk op kunst, verbeelding en onderzoekend vermogen betrokken we jongeren bij het vormen van een visie over hun eigen toekomst. Een doelstelling ten behoeve van persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke bewustwording gekoppeld aan kunsteducatie. Deze drie zijn volgens ons onlosmakelijk met elkaar verbonden.’
Zelf een festival organiseren
De mbo’ers en docenten werden actief betrokken bij dit proces en uitgedaagd tot het samen ontwikkelen en realiseren van een artistiek hoogwaardig festivalprogramma. Het voortraject bestond uit kunst-, design en technologiemasterclasses door kunstenaars en vormgevers op de mbo-scholen. MU/STRP begeleidden het proces en boden een werkervaringsplek voor mbo’ers die in hun vrije tijd dit festival bedachten en uitvoerden. Dit proces mondde uit in een Brabantse leergemeenschap cultuureducatie voor mbo-onderwijsmakers.
Eigenaarschap buiten school
‘Met Future Cities werkten we aan actieve deelname aan en een positieve waardering voor kunst en cultuur, zowel binnenschools als in de vrije tijd’, zegt Shirley. ‘De meerwaarde van een eigen festival voor mbo-studenten is dat mbo-studenten laagdrempelig binnenkomen. Het was een super goede leerschool.’
Ze vervolgt: ‘Future Cities heeft veel van ons gevraagd, het was een constante uitdaging en een zoektocht. Hoe coach je de studenten, hoe kom je van aansturen tot inspireren?’
Wat Shirley het meest is bijgebleven was het laten landen bij de studenten van wat we daadwerkelijk van hen vroegen. ‘Speculatief design is een abstract thema, het gaat over kunst en technologie en de toekomst. Het landen van deze vraag bij de studenten duurde heel erg lang, voor ze beseften: “Oh dit echt een vraag aan mij en aan ons. Er wordt nooit een vraag aan ons gesteld – deze vraag is heel serieus met veel vertrouwen.” Veel opdrachten in het mbo zijn fictief, bijvoorbeeld van het bedrijfsleven, dit was echt. Ze hebben nooit overwogen om het niet te doen, ze gingen er serieus mee aan de slag.’
Door deze werkwijze stimuleren Harm en Shirley eigenaarschap bij de mbo-student buiten de veilige omgeving. Zij bewegen buiten het curriculum en buiten de regels, hetgeen een grote meerwaarde heeft voor de jongeren. Door intensief samenwerken met een kleine groep beklijft het beter. Het proces is het belangrijkst, meer nog dan eindresultaat.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)