Kunst en Technologie – Piem Wirtz

In gesprek met Piem Wirtz, labmanager bij het Digital Art Lab in Zoetermeer
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Piem Wirtz is labmanager bij het Digital Art Lab in Zoetermeer. Hier coacht zij jongeren en samen met hen brengt zij kunst en techniek bij elkaar. Piem: ‘Een kunstenaar denkt wezenlijk anders dan een techneut. Dat ik meerdere disciplines snap, helpt heel erg.’

Vanuit welke behoefte is het lab ontstaan?

Piem: ‘CKC is een cultureel centrum waar cursussen en lessen worden aangeboden. We zagen dat we de jongere doelgroep – de tieners – een beetje verloren. Die komen op muziekles op de basisschool, dan vallen ze een beetje weg en dan komen ze weer terug als ze twintig zijn, grof gezegd. En we dachten, de jongeren binden we misschien wel met nieuwe media en technologie. Dat vinden ze interessant. Vanuit de gedachte om creatief te zijn met andere middelen kunnen we met de jeugd ander aanbod ontwikkelen.’

Waren er op dat moment begeleiders of docenten beschikbaar?

Piem: ‘Dat was direct een probleem, want binnen het centrum waren er geen geschoolde docenten die expert zijn in technologie. Die tech gaat zo snel, vaak zijn de jongeren zelf de experts. We hebben ze als peer teacher ingezet en de cursus laten draaien. Het ging een beetje van: “jij bent 14 en heel goed in Lego Mindstorms, ga die 10-jarigen maar in een klein klasje vertellen hoe het werkt”. Dat werkte heel goed. Het is een tikkie rommelig, maar er werd kennis overgedragen. De jongeren die toen – net voor mijn tijd – begonnen zijn, zijn er nog steeds en een van hen heb ik in dienst genomen.’

Mede dankzij haar achtergrond in industrieel ontwerpen en ervaring met dans kan Piem goed bruggen slaan kunst en technologie. Piem: ‘Een kunstenaar denkt wezenlijk anders dan een techneut. Dat ik meerdere disciplines snap, helpt heel erg. Het lab is vrij technisch. Het creatieve zit er natuurlijk wel in, maar niet van het type Kunst met een grote K. Ik maak de vertaalslag van een technisch project naar wat het nut ervan is voor de kunsten. Soms zie ik bijvoorbeeld iets wat heel interessant is voor dans of perfect voor de vakgroep beeldend. Dan organiseren we een inspiratiesessie en bekijken we hoe we daar samen een pilot of project van kunnen maken.’

Kun je een voorbeeld geven van zo’n samenwerking met andere kunstdisciplines?

Piem: ‘We hebben hier een hele afdeling keramiek zitten en we bedachten: hoe cool is het dat je gewoon een 3d-scan hebt van jouw kunstwerk waardoor je het online kunt exposeren, kunt ronddraaien, misschien eerst met glazuur in kleurtjes kunt experimenteren voordat het de oven in gaat? Toen hebben we de vakgroep beeldend uitgenodigd en gezegd: we hebben iets leuks.’

Hoe reageerden ze?

Piem: ‘Op zich positief, maar we hadden ze ook een beetje overweldigd. Wij waren al 3000 mogelijkheden verder en zagen het ronddraaiende kunstwerk al in een virtuele prehistorische boerderij. Dat ging veel te ver. Zij waren heel blij met het idee dat ze het kunstwerk op hun website goed konden tentoonstellen en het publieksbereik konden vergroten. Dat is prima, want dan is dat wat zij eruit halen als innovatie.’

Voor dans experimenteren jullie met 3D-scans. Hoe gaat dat in zijn werk?

Piem: ‘We mochten van de bieb een 3D-personenscanner lenen en daarmee wilden we een danser inscannen en animeren zodat je een duet met jezelf kunt dansen. Het enige wat je hoeft te zeggen is waar de scharnierpunten zitten en dan kun je elke beweging maken die je wilt. Het ziet er nog wel een beetje uit als een kleipoppetje zonder gezichtsuitdrukking die aan het dansen is, maar die knulligheid kan je ook omarmen. Met een paar jaar is die knulligheid weg. Er zijn inmiddels ook hiphoppers bij betrokken die het cool vinden en weer andere mogelijkheden zien.’

Staan mensen uit alle disciplines open voor de verbinding van kunst en techniek?

Piem: ‘Je moet in zijn voor iets geks en het experiment niet schuwen. Dat zijn voor een groot deel natuurlijk karaktereigenschappen, maar het is ook zo dat de ene discipline zich er beter voor leent dan de andere. Ik merk dat het voor muziek iets moeilijker is: traditionele muziekinstrumenten moet je van oudsher al niet aan tornen en veel muzikanten werken met oude, klassieke stukken. Maar de mogelijkheden voor verbinding zijn er zeker. Een van onze viooldocenten wilde gamification inzetten om het oefenen van vingerzetting leuker te maken, dat is taaie stof. We zijn nu aan het kijken hoe we dat kunnen doen, misschien dat we wel een hals van een viool nabouwen met een arduino en sensoren. Dan kom je echt in de hardware.’

Wat is de kracht van het Digital Art Lab?

Piem: ‘De community van vaste deelnemers. De jongeren die zich bewezen hebben, mogen de sleutel pakken en kunnen zelf naar binnen. Ik maak ze collega’s en soms ontfermen ze zich ook over de jongere deelnemers. Er komen regelmatig instellingen uit het hele land kijken die willen weten wat je voor een lab moet aanschaffen en hoeveel dat allemaal kost. Je hebt dat wel nodig, maar met alleen apparatuur heb je geen lab. Het gaat echt om de mensen die zich inzetten, hun kennis delen en zich onderdeel voelen van het geheel.’

Hoe zie je jouw eigen rol in het Lab?

Piem: ‘Als iemand die de jongeren coacht. Ik kan niet programmeren maar ik weet genoeg om met de jongeren te kletsen en zeg gerust af en toe: ik weet het niet, vertel het mij. Dat vinden ze prachtig. Ik leer jongeren om samen te werken, niet bang te zijn om het naar je eigen hand te zetten en om het zelf uit te zoeken. Daar ligt ook de link met het onderwijs: het onderwijssysteem is wat dat betreft een beetje verouderd. De 21e-eeuwse vaardigheden leer je hier spelenderwijs. Daar zit ook een persoonlijke drive: dat is belangrijk en superleuk.’

Tegen welke knelpunten loop je aan?

Piem: ‘Er is altijd gebrek aan tijd en middelen omdat er te veel ideeën zijn. Ik ben de enige die alles van het lab weet. Het is kwetsbaar om vooral te werken met vrijwilligers en met jongeren die veel doen voor het lab, maar die we kwijtraken zodra ze gaan studeren. Ik zit het liefst met mijn handen in de klei, ik wil én workshops geven, én apparaten bedienen, niet alleen maar managen. Het zou soms fijn zijn als ik wat handvatten heb om de chaos te bedwingen.’

Waar wil je naartoe in de toekomst?

Piem: ‘De volgende stap is professionaliseren. We lopen tegen de paradox aan dat alle pilots in leven blijven omdat ze zo goed werken. Die komen knalhard terug bij het lab, maar ik heb maar zoveel mensen. Ik heb behoefte aan een vaste schil aan medewerkers die die projecten kunnen runnen en dat we met een kerngroep tieners kunnen innoveren. Daarnaast zou het geweldig zijn als dans zelf met fotografie gaat kletsen omdat ze weten dat het meerwaarde heeft om elkaar te vinden. En dat wij er niet eens meer aan te pas komen. Maar dat is een meerjarenplan.’

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 5 / 5. totaal 1

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel