Monitoring- en zelfevaluatietools voor amateurkunstgroepen
Verschillen tussen monitoren en scannen
Om te beginnen onderscheiden we twee soorten tools: voor monitoring en voor zelfevaluatie. Die laatste groep tools noemen we ook wel ‘scans’. Er zijn een aantal belangrijke verschillen.
–> Monitoring
- Monitoring is het in kaart brengen van ontwikkelingen gedurende een specifieke periode via een gecoördineerde onderzoeksaanpak, meestal via vragenlijsten.
- Monitoring gebeurt in het belang van de opdrachtgever, zoals een gemeente, of een ondersteunende instelling. Als een amateurkunstgroep meedoet aan een monitoringsonderzoek, doet zij dat in het belang van de sector als geheel: bijvoorbeeld om de omvang van de sector zichtbaar te maken, belangrijke ontwikkelingen in zicht te brengen of collectieve knelpunten op te halen. Hierdoor kan beleid en ondersteuning geëvalueerd en bijgesteld worden en nog beter aansluiten op ontwikkelingen in de sector. Meestal krijgt de respondent geen individuele terugkoppeling van zijn uitkomsten, desgewenst alleen het totaalbeeld.
- Monitoring gebeurt op vaste momenten met (bij voorkeur) een vast interval.
–> Scannen/zelfevaluatie
- Scannen/zelfevaluatie gebeurt in het belang van de amateurkunstgroep zelf, op een moment dat de groep het beste past.
- De vragenlijst geeft een individuele terugkoppeling die helpt om de visie, missie en aanpak van de amateurkunstgroep te verhelderen of bij te stellen. Een ondersteuner kan dit proces begeleiden.
- De uitkomsten van alle ingevulde scans kunnen worden samengevoegd en geanalyseerd, en geven een beeld van de succesfactoren en knelpunten van amateurkunstgroepen.
- Vaak voldoet zo’n analyse niet aan de criteria voor representatief monitoringsonderzoek.
Het kan zijn dat je wilt kiezen tussen scannen of monitoren, bijvoorbeeld omdat je de amateurkunstgroepen niet te veel met vragenlijsten wilt belasten. Je kunt beide soorten tools ook met elkaar combineren, bijvoorbeeld als volgt: je laat eens in de drie of vijf jaar een monitoringsonderzoek uitvoeren. Doorlopend stel je ter ondersteuning ook een scan beschikbaar voor amateurkunstgroepen die daarmee aan de slag willen. In het jaar dat het monitoringsonderzoek loopt, zet je het aanbieden van de scan op een lager pitje en doe je een actieve responswerving voor de monitorvragenlijst.
Tools voor monitoring
1. VerenigingsMonitor van LKCA
Niveau: Landelijk, provinciaal, discipline, gemeente (onder voorwaarden)
Met de driejaarlijkse VerenigingsMonitor onderzoekt LKCA de belangrijkste trends en thema’s binnen de verenigingen en stichtingen voor amateurkunstbeoefening. De VerenigingsMonitor is afgestemd op de sportverenigingsmonitor van Mulier en op maat gemaakt voor de amateurkunst. Een omvangrijke representatieve landelijke steekproef van verenigingsbestuurders ontvangt schriftelijk een uitnodiging om de vragenlijst in te vullen. Daarnaast zetten we een open oproep uit die partners kunnen delen.
LKCA maakt standaard een landelijke analyse en publicatie. Provincies en koepels/bonden kunnen kosteloos een analyse op maat bij ons aanvragen, waarbij we resultaten uitsplitsen naar de betreffende provincie of discipline. Gemeenten kunnen de resultaten van hun verenigingen als tabellenboek ontvangen, wanneer de respons hoog genoeg is en niet herleidbaar naar een individuele vereniging. De open oproep in je gemeente actief delen kan helpen om de respons te vergroten.
Voordelen: hoge betrouwbaarheid, kosteloos, je kunt je eigen werkgebied vergelijken met het landelijke beeld.
Nadelen: het is een standaard vragenlijst (geen vragen op maat mogelijk), afhankelijk van planning en uitvoering LKCA, informele groepen zijn niet inbegrepen
2. Vragenlijst VerenigingsMonitor uitzetten via eigen onderzoeksbureau
Niveau: variabel (per wijk, stad, gemeente, provincie, etc.)
De vragenlijst van de VerenigingsMonitor is openbaar. Je kunt de vragenlijst overnemen of aanpassen en via een eigen onderzoeksbureau uitzetten binnen je eigen werkgebied. Hier lees je hoe de gemeente Nijmegen dat heeft gedaan.
Voordelen: je kunt je eigen werkgebied vergelijken met het landelijke beeld, hebt minder/geen werk aan het ontwikkelen van een vragenlijst, je kunt vragen toevoegen (bijvoorbeeld specifieke vragen over je eigen regio), je hebt de planning en uitvoering zelf in de hand.
Nadelen: het vraagt afstemming met LKCA om te voorkomen dat verenigingen op hetzelfde moment een vergelijkbare vragenlijst ontvangen.
Tools voor zelfevaluatie voor amateurkunstgroepen (scans)
1. Toekomstcheck Kunstloc Brabant
Kunstloc Brabant en Pyrrhula Research hebben na onderzoek 10 randvoorwaarden bepaald voor een vitale amateurkunstorganisatie, en die vertaald in een online beschikbare Toekomstcheck. Die is interessant voor elke organisatie: niet alleen verenigingen en stichtingen maar bijvoorbeeld ook informele groepen. De tool helpt om de huidige veerkracht van de organisatie te testen en die te verbeteren met het stappenplan. Kunstloc Brabant werkt momenteel aan een doorontwikkeling van de check, zodat het makkelijker wordt om ermee aan de slag te gaan.
2. Verenigingscan Keunstwurk
De Verenigingsscan van Keunstwurk is een online instrument om verenigingen en stichtingen in Friesland te ondersteunen in hun ontwikkeling. Bij aanmelding krijgt de vereniging een eigen account. De Verenigingsscan bestaat uit verschillende onderdelen:
- Gegevens organisatie: hier vult de vereniging eenmalig praktische gegevens in.
- Jaarstatus: hier houdt de vereniging jaarlijks de ontwikkeling van de vereniging bij. In een rapportage wordt de jaarstatus automatisch in beeld gebracht.
- Projecten: hierin zet de vereniging haar ontwikkelingsdoel om in een concreet plan, waarbij ze eerst de verwachtingen en later de opbrengsten vastlegt.
3. Toekomstscan Kunstgebouw
Binnenkort beschikbaar voor amateurkunstgroepen in Zuid-Holland.
Kunstgebouw ontwikkelt een toekomstscan om amateurkunstgroepen inzicht te geven in hoe ze ervoor staan. Aan de hand van gesprekstarters over bepaalde onderwerpen wordt inzichtelijk waar de kansen liggen in de toekomst. Onder begeleiding van lokale ondersteuners kunnen amateurkunstgroepen onderzoeken waar eventueel verbetering mogelijk is om zo toekomstbestendig en duurzaam mogelijk te worden. Binnenkort lees je hier meer over op deze pagina.
4. Nationaal Verenigings Onderzoek
Landelijk beschikbaar voor alle typen verenigingen.
Het doel van het Nationaal Verenigings Onderzoek (NVO) is het stap voor stap verkrijgen van een compleet beeld van verenigingen in Nederland. Alle typen verenigingen en sectoren binnen de drie segmenten van beroeps-, branche en vrijwilligersverenigingen kunnen deelnemen. Het Nationaal Verenigings Onderzoek is primair een monitoringsonderzoek, maar biedt verenigingen kosteloos een individuele terugkoppeling en zo de mogelijkheid zich te benchmarken met de landelijke resultaten: hoe ziet de vereniging eruit in vergelijking met andere verenigingen? Hoe doen andere ‘kunst-/cultuurverenigingen’ het als het gaat om ledengroei of leden daling? Hoe gemakkelijk of moeilijk vinden andere verenigingen bestuursleden? De vragenlijst is algemeen voor vrijwilligersorganisaties en dus niet specifiek voor de amateurkunst.
5. Ambitiemeter CultuurSchakel
Beschikbaar voor amateurkunstgroepen in Den Haag.
De Ambitiemeter van CultuurSchakel is een uitgebreide vragenlijst op verschillende aspecten zoals voorzieningen, innovatie en meer, speciaal ontwikkeld voor culturele organisaties. In een adviesgesprek van een uur krijg je inzicht in de huidige stand, ambities en groeikansen. De Ambitiemeter is nu alleen nog toegankelijk voor Haagse organisaties, verenigingen en groepen. CultuurSchakel is bezig met een doorontwikkeling om de tool in de toekomst ook online beschikbaar te stellen.
Meer weten
Wil je meer weten over monitoring of zelfevaluatie van amateurkunstgroepen? Of heb je ideeën of aanvullingen? We horen het graag. Neem voor meer informatie over de Verenigingsmonitor en een analyse op maat contact op met ArnoNeele@lkca.nl.
Foto: © Anna van Kooij | Utrechts Centrum voor de Kunsten, Presentaties Muziek, 2016
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)