Pal staan voor verenigingen in amateurkunst
Voor de tweede keer staken wij een thermometer in het verenigingsleven. Hoe staat het ervoor, waar loop je tegenaan, wat heb je nodig en hoe kunnen we elkaar helpen? We ontvingen van ruim 3.000 amateurkunstverenigingen ingevulde enquêtes. Qua variëteit zat het ook wel goed met reacties van onder meer koren, orkesten, theatergroepen en fotografieclubs. ‘De cijfers zijn heel belangrijk want die gebruiken we om het veld zichtbaar te maken voor beleidsmakers’, licht Arno Neele, specialist onderzoek bij LKCA, toe. ‘Die zichtbaarheid is nodig om draagvlak te creëren voor cultuurparticipatie.’
Sociale contacten en gezelligheid
Neele licht er enkele cijfers uit. Zo repeteert 90% van de verenigingen wekelijks. Ruim 80% treedt een paar keer per jaar naar buiten, bijvoorbeeld met exposities en optredens. Ook organiseren verenigingen lessen en soms masterclasses voor de leden. Bij het gros staan sociale contacten en gezelligheid voorop. Die functies kwamen door corona onder druk te staan. ‘Verenigingen vonden dat erger dan geleden financiële schade’, vertelt Neele.
In principe trekken verenigingen leden van alle leeftijden, maar vijftigplussers zijn wel in de meerderheid. ‘Dat kun je problematisch noemen, maar het betekent ook dat verenigingen voor senioren belangrijke voorzieningen zijn’, aldus Neele. Zorgelijk is wel dat diverse verenigingen de eigen situatie als kwetsbaar (13%) of weinig krachtig (34%) omschrijft. Bovendien is de trend dat de sector kleiner wordt. Het gemiddeld aantal leden slonk van 41 in 2018 naar 36 in 2021. En dat komt niet alleen door corona. Al eerder was het percentage verenigingen dat haar leden zag groeien kleiner dan dat van verenigingen die een ledenterugloop hadden. ‘Ondersteuning is dus nodig, want met de verenigingen verdwijnt er ook een samenbindende waarde voor de samenleving’, stelt Neele.
Naar buiten treden
‘Superbelangrijk, die cijfers’, vindt Thomas Hessels (Koornetwerk Nederland). ‘Zonder inzicht geen uitzicht.’ Als landelijke belangenbehartiger voor koren vindt hij in de monitor veel aanknopingspunten. Dat slechts 8 procent van de koren zich richt op scholen vindt hij een veeg teken. ‘Ze zijn te veel gericht op eigen bezigheden. Om vitaal te blijven, moet je naar buiten treden.’
Daarnaast kan hij de data goed gebruiken in de lobby voor betere ondersteuning voor amateurkunstverenigingen. Mede dankzij Koornetwerk Nederland is eind 2019 de motie-Geluk aangenomen voor structurele ondersteuning van amateurkunstverenigingen. Maar daar moet de politiek wel echt werk van gaan maken. Ook het onlangs verschenen BMC-rapport Revitalisering van de Amateurkunst hamert daarop.
Onderbouwen met cijfers
Evelien Nelemans (Kunstloc Brabant) benut de monitor om lokale ondersteuners te voeden. Net als in 2018 nodigt ze collega’s van LKCA uit om in haar provincie een presentatie te geven van de Brabantse cijfers te geven. ‘Dat leidde destijds tot een actielijst met onder meer de verspreiding van korte artikelen met tips voor ledenwerving.’ Ook Nelemans benadrukt het zichtbaarder maken van de maatschappelijke waarde van verenigingen. ‘Dat kun je dankzij de VerenigingsMonitor onderbouwen met cijfers.’
Elsa van der Bijl (combifunctionaris cultuur gemeente Nissewaard) wilde net als haar sportcollega’s een vitaliteitsscan doen bij verenigingen. Met de monitor in de hand kon ze de sportscan aanpassen voor culturele verenigingen. Uiteindelijk doel is betere ondersteuning van deze verenigingen.
Munitie voor lobby
De VerenigingsMonitor geeft stof om het gesprek aan te gaan over hoe verenigingen vitaler kunnen worden. Daarbij kunnen kwetsbare clubs leren van bloeiende. Intermediairs spelen daarin een belangrijke rol. Samenwerking met andere partijen zorgt voor vernieuwing en trekt verenigingen uit hun schulp. Zo vergroot je je maatschappelijke impact nog meer.
De atelierdeelnemers zijn het er verder over eens dat de monitor belangrijke munitie bevat voor gemeentelijke, provinciale en landelijke lobby. Neem het gegeven dat bij lokale bezuinigingen cultuur vaak de klos is. ‘Ze denken dat die verenigingen zich wel redden, maar daar moeten we ons tegen teweerstellen’, zegt Hessels. ‘De VerenigingsMonitor is dan een mooie objectieve basis ter ondersteuning van de boodschap.’
Ook op provinciaal niveau helpt de VerenigingsMonitor om het belang van amateurkunst op de kaart te krijgen. Kunstgebouw mag volgens haar opdracht van de provincie Zuid-Holland bijvoorbeeld verenigingen niet meer ondersteunen. ‘Maar met de monitorgegevens in de hand proberen we dat toch terug te draaien.’ En zo blijkt de VerenigingsMonitor een krachtig middel om het belang van amateurkunst en het verenigingsleven op elk niveau te onderstrepen en de ondersteuning te verbeteren.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)