Provincies zoeken hun rol in cultuurbeleid

Inhoudelijke terugkoppeling LKCAtelier 23 februari 2023
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Provincies zitten tussen Rijk en gemeenten in. Dat maakt hun rol in cultuureducatie en cultuurparticipatie vaak onduidelijk, blijkt uit diverse onderzoeken. Vanuit verschillende kanten klinkt de wens voor heldere rolafspraken.

De Provinciale Statenverkiezingen zijn altijd weer een moment én kans om cultuur op de agenda te krijgen. Maar hoe zien provincies zelf eigenlijk hun rol in cultuureducatie en cultuurparticipatie? Het LKCA-onderzoek naar provinciaal cultuureducatie- en cultuurparticipatiebeleid, dat op dinsdag 7 maart 2023 is gepubliceerd, geeft daar antwoord op. Medeonderzoeker Luud Goossens (LKCA) vat alvast de belangrijkste conclusies voor de atelierdeelnemers samen. Korte conclusie is dat de rol van de provincie verschilt. Dit zorgt voor ongelijkheid in cultuureducatie- en cultuurparticipatiebeleid. Provincies zijn afhankelijk van sturing van het Rijk én van het enthousiasme van beleidsmedewerkers en/of gedeputeerden.

Ongelijkheid

Naast deskresearch naar provinciale beleidsstukken hebben Goossens en zijn collega Arno Neele (LKCA) uit alle provincies beleidsmedewerkers cultuur geïnterviewd. Welke rol kiest hun provincie in de diverse fasen in de beleidscyclus: van agendasetting tot en met evaluatie van beleid?

Waar Rijksbeleid sterk sturend is, bijvoorbeeld met de (tijdelijke) regeling Cultuureducatie met Kwaliteit, bleken er veel overeenkomsten in wat provincies doen. Als het gaat om cultuurparticipatie, waarbij landelijke regelingen veelal ontbreken, zijn er grotere verschillen. De ene provincie ondersteunt bijvoorbeeld actief amateurkunst, andere vinden dat niet hun taak. Dit zorgt voor verschillen in beleid tussen provincies. ‘Dit roept de vraag op of dit ook zorgt voor ongelijkheid tussen inwoners op het gebied van toegankelijkheid voor cultuureducatie en cultuurparticipatie’, zegt Goossens.

Die ongelijkheid ontstaat ook doordat beleid op beide domeinen sterk afhankelijk is van het persoonlijk enthousiasme en de politieke kleur van een college. De agendering van cultuureducatie en cultuurparticipatie zou vanzelfsprekender mogen zijn, aldus de wens van meerdere beleidsmedewerkers.

Het herijken van interbestuurlijke afspraken of het vastleggen in wettelijke kaders zou helpen om beleid minder willekeurig en wispelturig te maken. Ook mag er een duidelijkere rolverdeling tussen de diverse overheden komen. ‘Er is een duidelijke roep om op te trekken als één overheid.’

Presentatie Hans Schouwenburg

Die rolonduidelijkheid was een van de redenen waarom Cultuur Oost onderzoek deed naar het beleid van haar provincie, Gelderland. In het essay ‘Flexibel inspelen op maatschappelijke uitdagingen‘ doet ze aanbevelingen aan de provincie. Gelderland streeft naar opgavegericht cultuurbeleid, waarin samen werken aan actuele, maatschappelijke opgaven centraal staat. Wat is hierbij het mogelijke repertoire aan rollen?, vroeg Cultuur Oost zich af. ‘Daarbij keken we niet naar ideale rollen ‘wat zou provincie moeten doen?’, zo licht onderzoeker Hans Schouwenburg toe, ‘maar naar de praktijk van het Gelders cultuurbeleid sinds 1950. Vanuit welke rollen en met welke partners is de provincie succesvol geweest?’
Zo kwamen ze tot vijf succesvolle rollen: kennismakelaar, aanjager van innovatie en talentontwikkeling, intermediair, ondersteuner van culturele infrastructuur, en gebiedsregisseur. ‘Dit zijn de vijf rollen waarin je als provincie aantoonbaar impact hebt gehad, hier ligt je meerwaarde in het cultuurbeleid.’ Daarbij kent elke rol een eigen meerwaarde, maar ook eigen beperkingen en valkuilen. Per opgave moet de provincie dan ook kijken welke rol, of combinatie van rollen, het beste past. ‘Of er ook rollen zonder impact zijn’, is een vraag van één van de deelnemers. ‘Jazeker’, vertelt Schouwenburg. ‘Het gaat mis als de provincie op de stoel van de gemeente gaat zitten, en dus kiest voor de rol van uitvoerder. Dat botst met lagere overheden.’

Presentatie Joke Corporaal

De boodschap ‘trek op als één overheid’ valt ook te lezen in het eind 2022 verschenen rapport ‘Op weg naar herpositionering‘. Bureau Berenschot schreef dit in opdracht van het Interprovincaal Overleg (IPO), nadat het IPO eerder in een position paper al had gepleit voor een betere afstemming tussen de drie overheidslagen.
Berenschot stelt dat de provincie zich als ‘een bestendige partij in het bestel’ moet opstellen, dus niet een die elke beleidsperiode van kleur verschiet. Iedere provincie zou tenminste een basisinfrastructuur in stand moeten houden en optreden als aanjager van innovatie en talentontwikkeling.
Tevens pleit men voor vernieuwing van het bestuurlijk kader uit 2012 en taakverdelingen wettelijk vast te leggen. Joke Corporaal (IPO-Werkgroep Cultuur) meldt dat IPO de meeste aanbevelingen omarmt, zoals de wettelijke borging.

Reflectie

Renske van der Zee (Raad voor Cultuur) is blij met de inzichten uit de drie onderzoeksrapporten. ‘Het is een bevestiging van de moeilijke rol die provincies hebben.’ Optrekken als één overheid noemt ze ‘het ultieme droombeeld’, maar daarvoor is volgens haar nog wel veel werk aan de winkel. Ook zij merkt, niet alleen bij provincies, maar ook bij gemeenten en scholenkoepels, dat investeren in cultuur(educatie) nog te vaak afhankelijk is van het enthousiasme (beleids)medewerker, gedeputeerde of wethouder. ‘Dat zouden we niet moeten willen.’ In de investeringsagenda voor gemeenten ‘De culturele basis op orde (2022)‘ bepleit de Raad dan ook dat elke gemeente moet zorgen voor een goed aanbod aan kunst, erfgoed en media voor iedereen. Deze investeringsagenda is onverkort ook relevant voor provincies.

Aan de tekentafel

Wat is er nodig om te komen tot goede (wettelijke) afspraken? De atelierdeelnemers hebben alvast enkele tips die voortkomen uit de tekentafel. Zo moeten begrippen voor iedereen klip en klaar zijn. Spreek je bijvoorbeeld over amateurkunst of over cultuurparticipatie? En wat schaar je daar dan allemaal onder? Maar zorg er tegelijkertijd voor dat je niet verzandt in definities.
Voor steunfunctie-instellingen is het onwerkbaar dat iedere beleidsperiode hun voortbestaan opnieuw in de weegschaal ligt. Daarnaast is het beleid vooral ingericht met tijdelijke regelingen. Spreek af dat dat een structurele basisvoorziening is en breng hooguit inhoudelijke verschuivingen aan.
Daarnaast moet de verbinding tussen cultuureducatie en cultuurparticipatie behouden blijven. Beide kunnen niet zonder elkaar en moeten tevens als gelijkwaardig beleidsdomein worden ingericht.

Lobbyen bij de provincie

Bij LKCA kun je terecht voor tips om succesvol te lobbyen bij nieuwe gedeputeerden. Een eerste tip: feliciteer ze meteen met hun nieuwe plek. En nodig ze dan in een moeite door uit om een keer samen koffie te drinken en kennis te maken. Nieuwe gedeputeerden hebben behoefte aan informatie en input over hun nieuwe domein. Bedien hen daarin met een korte en praktische lobbybrief van slechts een A4’tje. Houd ze ook later up-to-date, zodat ze zicht hebben op de meerwaarde van jullie organisatie. Zie ook de lobbypagina op de LKCA- website.

Leestips

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Luud Goossens
Luud Goossens
Functie: Specialist Onderzoek
Expertise: onderzoek,overheidsbeleid
luudgoossens@lkca.nl
030 711 51 27
Arno Neele
Arno Neele
Functie: Specialist Onderzoek
Expertise: onderzoek,overheidsbeleid
arnoneele@lkca.nl
030 711 51 07
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel