Wat heeft de amateurkunstenaar nodig?

Inhoudelijke terugkoppeling LKCAtelier 6 februari 2025
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Naast de traditionele vereniging ontstaan er steeds meer informelere verbanden voor amateurkunstbeoefening. Beide behoeven ondersteuning, blijkt uit het landelijke en het Brabantse monitoronderzoek.

Tekst: Bea Ros

Nederland telt zo’n 10.000 formele, bij de Kamer van Koophandel ingeschreven amateurkunstverenigingen. Driejaarlijks peilt LKCA hoe ze ervoor staan. Uit de laatste editie van deze VerenigingsMonitor (2024) blijkt dat 86% van de verenigingen knelpunten ervaart, met als stip op 1 (65%) zorgen over ledenwerving en vergrijzing van het ledenbestand.

Is de amateurkunstvereniging nog wel toekomstbestendig? Die vraag staat centraal tijdens het LKCAtelier van begin februari.

Plek in gemeenschap

LKCA-onderzoeker Arno Neele heeft ook positief nieuws te melden: ‘Voor het eerst is percentage met een stijgend ledenaantal groter dan dat met een dalend aantal.’ Al kan dit er ook mee te maken hebben dat verenigingen fuseren om het hoofd boven water te houden. Maar verenigingen worden ook nog actiever in ledenwerving: 89% tegenover twee derde in de vorige monitor (2021), maar toen zaten we wel midden in coronatijd.

Dat vergrijzing een reëel knelpunt is, blijkt ook uit de cijfers: de meeste leden vind je in de leeftijdsgroep 50-65 jaar en gemiddeld is 5% van de leden ouder dan 80 jaar. Al hangt dit wel af van de discipline, bij toneel, film en orkest is vaker verjonging, bij dans en koren minder.

Muziekroute 20914 - Anna van Kooij
Foto: Anna van Kooij

Waarde

Gevraagd naar de waarde van een vereniging scoren gezelligheid en ontmoeting verreweg het hoogst. Ook veel genoemd zijn het leveren van een bijdrage aan de lokale gemeenschap. Dat blijkt ook uit de diverse partijen waarmee verenigingen samenwerken, zoals kerken, gemeenten, buurt en wijk en scholen.
‘Ze vormen een structurele voorziening voor leden en de gemeenschap’, vat Neele samen. ‘De meesten bestaan al lang, maar ze willen ook een toekomst hebben.’ Daarvoor is ondersteuning, in de vorm van advies, workshops en scholing, belangrijk. Op dit moment maakt slechts 14% daar gebruik van, maar twee derde van de besturen zegt hieraan behoefte te hebben. ‘Daar is nog winst te behalen’, aldus Neele.

Individueel creatief

Sinds 2015 wordt in de provincie Noord-Brabant een cultuurpeiling afgenomen, als onderdeel van het tweejaarlijkse monitoronderzoek Waarde van cultuur. Doordat de opzet van deze peiling breder is – het gaat om een peiling onder 2000 Brabanders – geeft dit onderzoek ook een beeld van het culturele en creatieve leven buiten de traditionele vereniging.

Opvallende bevinding uit de laatste editie, zo vertelt Jonna Kroeze (PON & Telos), is de daling van verenigingslidmaatschappen; binnen de sector cultuur ging dat van 18% in 2015 naar 5% in 2023. Dat betekent niet dat de respondenten niet aan cultuur doen, integendeel. 78% van de Brabanders heeft het afgelopen jaar minstens één keer zelf een culturele activiteit gedaan, waarbij gamen en online contentcreatie het meest populair is. Laten we het spelen van games en het maken van content buiten beschouwing, dan deed 64% minstens een keer zelf een culturele activiteit. 36% deed minstens één keer aan een vorm van erfgoedbeoefening. ‘Ze doen dat niet zo vaak in groepsverband’, vertelt Kroeze. Slechts 20% is lid van een formele groep (maar daaronder valt ook de bibliotheek of carnavalsvereniging) en 9% zit bij een informele groep. De activiteit vindt overwegend plaats in het eigen huis of dat van anderen. ‘Verenigingsgebouwen en buurthuizen worden minder vaak gebruikt als locatie voor cultuurbeoefening dan de eigen woonruimte. Maar de helft heeft wel een voorkeur voor verenigingen en gezelschappen in de nabije omgeving.’

Waar in de VerenigingsMonitor vergrijzing als knelpunt noemt, worden jongeren (15-29 jaar) in Brabant juist steeds actiever. ‘Wel zijn ze kritischer geworden op het cultureel aanbod, dus de vraag is of dat nog wel voldoende aansluit.’

Gemeenschapszin

Duiden beide onderzoeken op het langzaam verdwijnen van amateurkunstverenigingen? De meeste deelnemers van het atelier herkennen dat niet in de eigen regio. Ook vindt de meerderheid het niet erg dat er steeds minder mensen lid zijn van een amateurkunstvereniging. ‘Het is juist mooi als er meer manieren zijn om kunst te beoefenen’, zegt iemand. Niet iedereen houdt nu eenmaal van de vaste kaders van een vereniging. Anderen vrezen dat het slinken van het aantal verenigingen ten koste kan gaan van de gemeenschapszin. ‘Onze samenleving is al zo individualistisch.’

Niet alleen gebrek aan leden, maar ook aan professionals kan een vereniging nekken: ‘Het is lastig om een duurzame beroepspraktijk op te bouwen, mede omdat verenigingen te weinig geld hebben iemand fair pay te betalen’, vertelt Dorine Schoon (Platform voor Freelance Musici). Het gevolg is dat minder mensen het vak van dirigent kiezen, omdat het lastig is om een duurzame beroepspraktijk op te bouwen.

Ondersteuning

Verenigingen zullen niet verdwijnen, stelt Frank de Jong (Kunstloc Brabant), maar wel veranderen. Zo is er steeds vaker een mix van vaste leden en projectleden; die laatste zijn een goede manier om extra inkomsten te werven. Ook ziet hij meer bovenlokale verenigingen. Kunstloc ondersteunt amateurkunstverenigingen met diverse tools om slagvaardiger te worden, zoals Toekomstkijk. Ook andere ondersteuningsinstellingen hebben tools, zoals het Vitaliteitsprogramma van Cultuurkust of de Ambitiemeter van CultuurSchakel. Verder is er ondersteuning via cursussen over bijvoorbeeld leden- en fondsenwerving, netwerken en bestuurlijke kracht.

Daarnaast zijn verenigingen gebaat bij een goede aansluiting tussen binnen- en buitenschoolse cultuureducatie, meldt Meintje de Roest (Kunstloc Brabant). Verder zouden subsidiemogelijkheden ruimer mogen worden. ‘Veel financiering is gericht op projecten en activiteiten en niet op de aanschaf van middelen, zoals instrumenten.’

Voor ondersteuningsinstellingen en cultuurcoaches blijft het lastig om informele groepen in beeld te krijgen. Een online platform voor informele groepen is wenselijk, voor henzelf én de ondersteuners. Overigens verwachten de deelnemers aan het Atelier dat enige vorm van vereniging zal blijven bestaan. ‘Al was het maar om subsidie te kunnen aanvragen.’

Lees meer

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Arno Neele
Arno Neele
Functie: Specialist Onderzoek
Expertise: onderzoek,overheidsbeleid
arnoneele@lkca.nl
030 711 51 07
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel