Wat je als kunstvakdocent moet kunnen
De vorige beroepsprofielen voor de cultuurprofessional dateerden uit 2016. LKCA zet in op voortdurende actualisering en verfijnt bovendien het beroepsveld: de vijf oude profielen maken plaats voor zo’n tien nieuwe. De eerste die nu op tafel ligt, is het beroepsprofiel voor de kunstvakdocent in het primair onderwijs en de kinderopvang. In de loop van het volgend schooljaar verschijnen er nog twee, voor het voortgezet onderwijs en cultuureducatie in de vrije tijd.
Spiegel
De profielen geven inzicht in wat een beroep precies behelst en wat je ervoor moet kennen en kunnen. ‘Het is een inspiratiegids en spiegel voor de eigen praktijk: waar sta ik als professional?’, licht Ronald Kox (LKCA) toe. Daarnaast zijn ze nuttig voor opleiders (welke competenties moeten we onze studenten bijbrengen?) en voor de onderwijs- en kinderopvangpraktijk (welke vaardigheden kunnen we verwachten of eisen?).
Sardes heeft het beroepsprofiel opgesteld op basis van deskresearch, uitgebreide interviews met acht kunstvakdocenten en veldraadplegingen met onder meer cultuurprofielscholen en brancheorganisaties. ‘Kunstvakdocenten voegen iets wezenlijks toe aan de ontwikkeling van kinderen’, stelt Karin Hoogeveen (Sardes). ‘Ze kunnen een ander “kunstje” dan de groepsleerkracht, doordat ze vanuit een andere, vrijere en creatievere invalshoek werken.’
Om te kunnen werken bij een basisschool of kinderopvang moeten ze wel meer in hun mars hebben dan louter creativiteit. Ze hoeven geen superspecialist te zijn – het gaat in dit werkveld om een kennismaking met kunst en cultuur – maar ze moeten wel beschikken over onder meer vakinhoudelijke en vakdidactische kennis, pedagogische en didactische vaardigheden, en kennis van de ontwikkeling van (jonge) kinderen in het algemeen en in hun kunstdiscipline. Daarnaast moeten ze reflectief vermogen hebben en kunnen samenwerken. ‘Ze moeten zelfstandig kunnen werken en eigen keuzes maken, maar ook flexibel zijn en zich kunnen aanpassen aan wensen en gewoontes op een school’, vat Hoogeveen samen. De deelnemers uit de kinderopvang waren blij dat de kinderopvang is meegenomen in het profiel. Zij pleiten voor aandacht voor jonge kinderen in de opleidingen, want die is er nu niet’
Toekomst
We vragen veel van hen, maar wat hebben we deze kunstprofessional eigenlijk te bieden, vraagt Rini Sonnemans (Cultuur en School Nijmegen) zich af. ‘Wij merken dat het een hele opgave is docenten te behouden, want ze moeten keihard werken.’
LKCA is hard bezig om draagvlak te krijgen voor een verplichte kunstvakdocent in het basisonderwijs, vertelt Kox. Dat zou de positie van deze professional in de toekomst steviger en aantrekkelijker moeten maken.
Lieke IJzermans (Fontys Hogeschool Kind en Educatie) ziet ook een schaduwkant aan zo’n verplichte kunstvakdocent. Want toen in schooljaar 2016-2017 basisscholen verplicht werden een bevoegde gymdocent te hebben, betekende dit dat pabo-afgestudeerden niet meer bevoegd waren om gymlessen te geven. Geldt dat straks ook voor de kunstlessen? Kox beaamt dat dat inderdaad het idee is. Charissa Koek (pabo Inholland) vertelt dat zij het beroepsprofiel heeft laten lezen aan leerkrachten in het basisonderwijs. ‘De reactie van een van deze leerkrachten was dat de vakken van kunstzinnige oriëntatie juist als krenten uit de pap worden gezien. Deze leerkracht zou het vreselijk kaal vinden als deze krenten uit de pap werden gevist.’ ‘Het is niet de bedoeling dat de kunstvakdocent op een eilandje gaat werken’, reageert Kox. Bovendien kan een pabostudent desgewenst ook een specialisatie in de kunstvakken doen. ‘Het moet dus eerder een verrijking worden dan een verarming.’
Een andere lijn voor de toekomst is onder meer de combinatie van leergebieden. Dat betekent voor de kunstvakdocent dat deze zich ook moet verhouden tot bijvoorbeeld taal en rekenen en over de grenzen van het eigen vakgebied heen moet kunnen kijken. En samen met groepsleerkrachten werkt aan doorgaande lijnen.
Bevoegd
In het lijstje met benodigde competenties lijkt lesbevoegdheid te ontbreken. Elsje Huij (Hanzehogeschool Groningen) wil weten waar we het in dit beroepsprofiel nu precies over hebben: een zelfstandig kunstenaar of een bevoegde kunstvakdocent? Dat laatste, maken Hoogeveen en Kox duidelijk. ‘De kunstenaar die eenmalig een project komt doen op een school, rekenen we niet tot dit beroepsprofiel’, zoals Hoogeveen stelt. Dat heeft, vult Kox aan, ook te maken met de behoefte van het werkveld: ‘Scholen zijn op zoek naar mensen die zelfstandig een klas over kunnen nemen. We willen hen laten zien dat de kunstvakdocent een goed opgeleide professional is, met lesbevoegdheid, die echt van toegevoegde waarde is.’
Om voldoende aanbod aan bevoegde kunstvakdocenten te krijgen is het belangrijk dat er een duidelijk overzicht komt aan (verkorte) opleidingen en routes als zij-instroomtrajecten. Duidelijk is in elk geval dat het via de formele route moet, een certificaat pedagogisch-didactische vaardigheden halen bij een culturele instelling of het aantonen van eerder verworden competenties (evc) volstaat niet.
Om voldoende aanbod aan bevoegde kunstvakdocenten te waarborgen zijn flexibeler opleidingsroutes wenselijk. Dat vraagt ook om samenwerking tussen pabo’s en tussen kunstvakdocentopleidingen. Zo zijn er nog wat praktische barrières te slechten voordat de kunstvakdocent kind aan huis wordt in het basisonderwijs.
Leestips
- Op naar een actueel beroepsprofiel po (inhoudelijke terugkoppeling LKCAtelier, 2022)
- Handreiking Basis voor Cultuureducatie (LKCA, 2016)
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)