Maakt het voor je kunstbeoefening uit waar in Nederland je woont? Dat is meer dan ooit een belangrijke vraag nu er hard wordt gewerkt aan stedelijke en regionale cultuurprofielen. Arno Neele constateert dat er te weinig cijfermateriaal bekend is om het cultuurbeleid te laten aansluiten bij de werkelijke behoeften in een regio.
Op basis van de Monitor Amateurkunst weten we dat het aandeel beoefenaars van kunstzinnige en creatieve activiteiten niet substantieel verschilt per provincie. Overal ligt dat op zo’n 40 procent van de bevolking van zes jaar en ouder. Ook de gemeentegrootte of mate van verstedelijking lijkt nauwelijks invloed te hebben op het percentage van de bevolking dat aan kunstbeoefening doet. Maar de manier waarop de beoefenaars hun activiteiten vormgeven verschilt soms wel per provincie.
Zo zien we verschillen in de mate waarin beoefenaars voor hun kunstzinnige en creatieve activiteiten lid zijn van een vereniging, club, gezelschap of groep. In Friesland maakt bijvoorbeeld een derde van de beoefenaars gebruik van een of meerdere verenigingen. Denk aan koren, harmonieën, fanfares, toneelverenigingen, enzovoort. Daarmee is de vereniging een belangrijke voorziening voor de Friese kunstbeoefenaar. In de buurprovincie Groningen ligt dit aandeel substantieel lager op zo’n 10 procent. Ook in Flevoland betreft het maar 10 procent, maar zijn weer relatief veel beoefenaars lid van informele amateurkunstgroepen.
Ook zien we verschillen als het gaat om het percentage kunstbeoefenaars dat lessen, cursussen en workshops volgt. Om bij Friesland en Groningen te blijven: in Friesland lag dat vorig jaar op ruim 40 procent, in Groningen is het de helft minder. En het percentage Friezen dat zegt dat de voorzieningen voor lessen, cursussen en workshops in de buurt liggen (en niet verder weg) is drie keer zo hoog als het aandeel Groningse beoefenaars dat dit aangeeft. Provincies verschillen dus als het gaat om de manier waarop beoefenaars invulling (kunnen) geven aan hun kunstzinnige en creatieve activiteiten.
Dit vraagt om maatwerk
Dat lijkt mogelijk triviale informatie, maar is met het licht op het nieuwe cultuurbeleid wel degelijk van belang. In navolging van een advies van de Raad voor Cultuur heeft de minister van OCW de lokale en provinciale overheden namelijk opgeroepen om samen met het culturele veld cultuurregio’s te vormen en in gezamenlijkheid stedelijke en regionale cultuurprofielen te maken. Met het idee dat bij het opstellen van de cultuurprofielen wordt aangesloten bij de identiteit, behoeften en mogelijkheden van de regio’s. Maar om dat te kunnen doen is goede kennis nodig over deze identiteit, behoeften en mogelijkheden. En dan zeker ook met betrekking tot cultuurparticipatie en cultuureducatie.
Zo trekken de drie noordelijke provincies gezamenlijk op als een regio, maar is het goed om te beseffen dat deze regio dus niet uniform is in de behoeften en mogelijkheden wanneer het gaat om de kunstbeoefening van de lokale bevolking. Ik denk dat dat vraagt om maatwerk bij het opstellen van een cultuurprofiel en het maken van regionaal cultuurbeleid.
De culturele sector loopt alleen niet voorop in het verzamelen van cijfertjes. Laat staan dataverzameling op lokaal, provinciaal dan wel regionaal niveau. We zien recent wel pogingen van de Boekmanstichting, Atlas voor Gemeenten en de provincie Noord-Brabant om in deze lacune te voorzien, maar de verzamelde cijfers gaan tot nu toe niet of nauwelijks over beoefening en nog minder over educatie. Het LKCA zal dan ook waar het kan een bijdrage leveren aan het verzamelen en ontsluiten van regionale cijfers over participatie en educatie, en zal daar meer op gaan inzetten.
Maar het is ook cruciaal dat lokale en provinciale overheden op een structurele en uniforme manier zelf gegevens gaan verzamelen over kunst en cultuur, inclusief cultuurparticipatie en cultuureducatie. Dan kan het cultuurbeleid ook goed aansluiten bij de identiteiten, behoeften en mogelijkheden van de regio.
Met medewerking van onderzoeker Zoë Zernitz (LKCA)
Lees meer over regioprofielen
Dit is een artikel uit de laatste Cultuurkrant NL. In de krant verder:
- Topkunstenaars Barbara Visser en Gijs Bakker over hun les aan een havo 3 klas. ‘Kunst niet meetbaar? Aan m’n neus!’
- Heeft iedereen gelijke kansen op cultuur op school of in de vrije tijd? Wat vinden de deelnemers van het Cultuurpanel? En welke barrières voor culturele ontwikkeling zien professionals?
- Cultureel ondernemer Tamer Alalloush laat het mooie van Syrië zien en organiseert vrolijke dabke-nights.
Lees de krant online en/of neem een abonnement.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)