Emoties bij erfgoed: onderzoek naar een werkwijze
Wat is erfgoed?
Hester Dibbits is bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit en lector aan de Reinwardt Academie. Marlous Willemsen is als docent en onderzoeker eveneens verbonden aan de Reinwardt Academie en daarnaast ook directeur van Imagine IC, een Amsterdamse instelling gelegen in de Bijlmermeer, die een mix wil zijn tussen een museum, een archief en een debatcentrum. De educatieve programma’s die Imagine IC aanbiedt voor leerlingen en studenten van het vo tot en met het wo zijn erop gericht na te denken over erfgoed.
‘Bij ons draait alles om erfgoed’, aldus de flyer, ‘Bij erfgoed denken jongeren vaak aan oude spullen, zoals schilderijen, monumenten en erfstukken van grootouders. Bij ons ontdekken ze dat erfgoed meer is dan dat. Ze leren dat erfgoed datgene is wat wij (dus ook zij!) samen zoveel waard vinden, dat we het willen meenemen naar de toekomst. Het kunnen dingen zijn van vroeger, maar ook alledaagse voorwerpen en verhalen uit hun leven.’
Gesprekken
Tal van scholen hebben de laatste jaren ervaringen opgedaan in en met Imagine IC. Met het Bindelmeer College, een vmbo school die niet ver weg ligt, ontstond gaandeweg extra intensief contact. Sinds 2012 organiseerden de medewerkers educatie van Imagine IC in nauwe samenspraak met de docenten een werkweek voor tweedeklassers. Tijdens die week werd met de leerlingen op actieve wijze van gedachten gewisseld over de betekenis van erfgoed. Startpunt was altijd een thema en de gevoelens en associaties die dat thema bij de leerlingen opriep. Vervolgens werd hun referentiekader uitgebreid door kennismaking met een erfgoedinstelling.
Bij het thema ‘Believe it or not’ bracht de klas bijvoorbeeld een bezoek aan het Bijbels Museum. Aan de hand van voorwerpen uit de collectie vonden gesprekken plaats over religie en over voorwerpen die daarbij van belang zijn. Leerlingen bedachten welke rol geloof in hun leven speelt en namen spullen mee die voor hen in dat opzicht belangrijk waren. En zo ontstond een tentoonstelling die in Imagine IC werd gepresenteerd.
Erfgoedwijsheid
De ervaringen die de afgelopen jaren zijn opgedaan tijdens die werkweken, komen nu goed van pas. Sinds begin 2018 is een onderzoeksproject gestart met de titel Emotienetwerken rond Erfgoed in Educatieve settings, kortweg EmErEd. Doel is om het idee van emotienetwerken uit te werken tot een methode voor erfgoededucatie. Bovendien hopen de onderzoekers onder andere antwoord te krijgen op de grote vraag of de gehanteerde werkwijze ook werkelijk iets oplevert.
Veranderen leerlingen hun positie ten aanzien van het thema en hoe zit dat met de begeleidende docenten en de educatiemedewerkers? Wat betekenen die gesprekken voor hen allen? Ofwel: is sprake van toename van erfgoedwijsheid? Zijn zij zich er van bewust geworden dat erfgoed geen voldongen feit is, maar wordt gemáákt? Dat er onderhandeling plaatsvindt over wat wij als erfgoed bestempelen en dat iedereen voor zichzelf daarin een rol kan opeisen?
In een aantal zogeheten ‘labs’ volgen leerlingen een programma dat wordt ontwikkeld door de educatiemedewerkers van de betrokken erfgoedinstelling, in nauwe samenspraak met docenten of leerkrachten van de school en met tal van deskundigen die betrokken zijn bij het onderzoeksproject. Het gedrag en de reacties van de leerlingen én van hun docenten wordt nauwlettend geobserveerd, er vinden nagesprekken plaats en vervolgens reflecteren experts op de bevindingen. Het eerste lab vond afgelopen maart plaats en werd ontwikkeld door Imagine IC. Het tweede lab was in november. Daar verzorgde de afdeling educatie van Museum Gouda, ook een van de partners in het onderzoek, de inhoud van het programma.
Lab1
Praktijkcollege de Dreef durfde de uitdaging wel aan om ‘object van onderzoek’ te worden. In samenwerking met deze school is lab1 ontwikkeld. Hun leerlingen hebben, net als die van het Bindelmeer College, jaarlijks in maart een werkweek. Maar er was een groot verschil: de leerlingen van het Praktijkcollege ondernamen tijdens die week tal van verschillende activiteiten. Zij bezochten bijvoorbeeld het Rijksmuseum en maakten een rondvaart. Het project met Imagine IC was dus één van de onderdelen van de week en niet, zoals bij het Bindelmeer College, weekvullend.
Gedurende de week verzorgde Imagine IC iedere dag hetzelfde programma voor steeds weer een andere groep 14 à 15 jarigen. Het programma duurde 2 uur. Volgens de docenten zou het een hele tour worden om de aandacht zo lang vast te houden bij zo’n taai onderwerp, maar educatiemedewerkers Eline Minnaar en Malou Sumah hebben veel ervaring en zijn daar prima in geslaagd. Zij zorgden voor veel afwisseling in het programma, waarbij de leerlingen vaak zelf actief moesten zijn, dus achterover hangen was geen optie.
Emoticons
Het onderzoek spitst zich toe op het bespreken en bespreekbaar maken van religieus erfgoed. Toeval bestaat niet. Op 29 maart 2018 vond de tv uitzending van The Passion in de Bijlmer plaats. Dat leek een mooi aanknopingspunt, al bleek achteraf dat lang niet alle leerlingen van dit evenement op de hoogte waren. Een kleine replica van het kruis werd startpunt van het project. De leerlingen mochten kiezen uit emoticons die het beste hun gevoel uitdrukten bij dit object. Hoe sterker het gevoel was, hoe dichter ze het bij het kruis moesten leggen.
Veel leerlingen kozen voor een hartje, maar er waren er ook die er helemaal niks mee hadden. Zij riepen uitdagend dat het ‘sjit’ was. Dat kwam eigenlijk heel goed uit, want de bedoeling is dat duidelijk wordt dat ieder zijn eigen gevoel heeft bij erfgoed. En dat dat ook mag. Wat voor de een van groot belang is, hoeft dat voor de ander helemaal niet te zijn. Maar het kan geen kwaad open te staan voor elkaars mening en gevoelens en die te respecteren.
Positieverandering
Na deze eerste exercitie kregen de leerlingen een aantal verhalen te horen van personen buiten de groep. Wat roept dit kruis bij hen op en welke associaties hebben zij erbij? Vervolgens konden de leerlingen nogmaals emoticons neerleggen. Voor de observant was het van belang om te kijken of er sprake was van positieverandering.
Kozen leerlingen, nu zij associaties en gevoelens van anderen hadden gehoord, voor een ander emoticon en/of legden ze hun emoticon op een andere plek? Opvallend was dat tijdens deze ronde meer leerlingen voor een hartje kozen, waaruit je zou kunnen concluderen dat er sprake was van iets meer empathie. Maar het is nog veel te vroeg om er wetenschappelijk verantwoorde conclusies aan te verbinden. Daar is nog verder onderzoek voor nodig.
Bijschrift
De volgende opdracht was het maken van een collage op een lange rol papier. Leerlingen mochten uit tijdschriften afbeeldingen knippen die uitdrukking gaven aan hun gevoelens ten opzichte van het kruis. Deze collage paste precies om de sokkel en diende als een soort van emotioneel bijschrift. Ook nu vonden weer gesprekken plaats over de keuzes die leerlingen hadden gemaakt.
‘Cruijff is immers een legende, net als Jezus dat was’Waarom koos je nu juist voor dit plaatje, dat voor een buitenstaander op het eerste gezicht niets te maken heeft met het object? Veel bijval van zijn medeleerlingen kreeg bijvoorbeeld een jongen toen hij uitlegde waarom hij Johan Cruijff had uitgeknipt. Cruijff is immers een legende, net als Jezus dat was en daarom paste deze afbeelding goed bij zijn gevoelens ten aanzien van dit object.
Emotienetwerk
De leerlingen van het Praktijkcollege hebben tijdens deze manier van werken een ‘emotienetwerk’ gevormd. Hester Dibbits en Marlous Willemsen leggen de term uit. ‘Emotienetwerken is een idee, een manier van denken over erfgoed maken. Het is een nieuw woord dat wij hebben gevormd uit twee bestaande woorden. Met emotienetwerken bedoelen wij de grillige configuraties, of veel vormige samenhangen, van mensen die allemaal hun eigen gevoelens hebben over een erfgoed-item. Soms botsen die met elkaar. Emotienetwerken is niet alleen een zelfstandig naamwoord, maar ook een werkwoord: het is werken met die heel uiteenlopende gevoelens rond erfgoed. Een vaak genoemd voorbeeld is Zwarte Piet.’
Wat de wetenschappelijk verantwoorde uitkomsten van EmErEd over enige tijd ook mogen zijn, de observaties tijdens het eerste lab bieden een hoopvol beeld. Een leerling zei na afloop expliciet dat hij veel geleerd had. ‘En’, aldus de onderzoekers, ‘misschien bedenken de leerlingen van nu af aan nog niet bij elke vitrine dat erfgoed gemáákt is, laat staan dat ze zich kritisch afvragen door wie. Maar ze hebben hierover wel een idee gekregen met betrekking tot ‘hun’ Passiekruis.’
Dit artikel verscheen in het vmbo-themanummer van Kunstzone (#1, 2019) dat samen met het LKCA tot stand is gekomen.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)