Veelgestelde vragen over MBO

Doelbewust leren over en met kunst, erfgoed en media via gerichte instructie in de vrije tijd. Bijvoorbeeld bij centra voor de kunsten, culturele instellingen, amateurkunstverenigingen, particuliere docenten. Er is sprake van buitenschoolse cultuureducatie als (amateur)kunstbeoefenaars in hun vrije tijd les nemen, of een cursus of workshop volgen bij een docent om hun bekwaamheid te vergroten. Deelname aan activiteiten van culturele instellingen om de ervaring van het publiek te verdiepen, zoals inleidingen bij theatervoorstellingen en rondleidingen bij tentoonstellingen, valt ook onder buitenschoolse cultuureducatie. Deelnemers leren over cultuur door er actief mee bezig te zijn en zelf producten te maken. Ze leren van het kijken en luisteren naar cultuuruitingen, van cultuurbezoek en van lezen over cultuur. En door te reflecteren op eigen werk en dat van anderen. Via buitenschoolse cultuureducatie ontwikkelen deelnemers culturele competenties en talenten. Mensen doen kennis op over cultuur als fenomeen en als expressiemiddel. Ze ontwikkelen culturele vaardigheden en een open houding ten aanzien van cultuur.

Doelbewust leren over en met kunst, erfgoed en media via gerichte instructie, zowel binnen- als buitenschools.

Cultuureducatie is in bovenstaande definitie een overkoepelende term voor zowel binnen- als buitenschoolse educatie. De term wordt ook wel gebruikt om enkel de binnenschoolse cultuureducatie te duiden. Hiervoor wordt steeds vaker de term cultuuronderwijs gebruikt. Leerlingen of deelnemers leren over cultuur door er actief mee bezig te zijn en zelf iets te maken. Ze leren van het kijken en luisteren naar cultuuruitingen, van cultuurbezoek en van lezen over cultuur. En door te reflecteren op eigen werk en dat van anderen. Via cultuureducatie ontwikkelen leerlingen en deelnemers culturele competenties en talenten. Mensen doen kennis op over cultuur als fenomeen en als expressiemiddel. Ze ontwikkelen culturele vaardigheden en een open houding ten aanzien van cultuur.

Het algemeen vormend onderwijs in kunst, erfgoed en media.

Doelen van cultuuronderwijs zijn formeel vastgelegd in kerndoelen en eindtermen:
  • kerndoelen Kunstzinnige oriëntatie en Oriëntatie op jezelf en de wereld in het basisonderwijs;
  • kerndoelen Kunst en cultuur voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs;
  • eindtermen voor de kunstvakken in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs (ckv, kunst algemeen, muziek, beeldende kunst en vormgeving, theater, dans).
  • leerlingen verwerven kennis en krijgen waardering voor cultuur. Ze leren creatief om te gaan met beeld, geluid, tekst en beweging. Cultuuronderwijs stimuleert hen om te reflecteren op cultuur, in heden en verleden, en op hun eigen plek in de wereld. Ze ontwikkelen hun waarneming, verbeeldingskracht en uitdrukkingsvermogen en een onderzoekende houding.
In een bredere opvatting van cultuuronderwijs – met als doel cultureel bewustzijn zoals bij Cultuur in de Spiegel – heeft cultuur binnen alle leergebieden en vakken een plek. Cultuur is hier een proces van omgaan met en interpreteren van de ons omringende wereld.

Doelbewust leren over en met materieel en immaterieel erfgoed via gerichte instructie, zowel binnen- als buitenschools. Daarbij doen leerlingen aan de hand van sporen uit het verleden kennis en vaardigheden op en ontwikkelen zij inlevingsvermogen en persoonlijk, cultureel en historisch bewustzijn.

Erfgoed en erfgoededucatie

Erfgoededucatie betreft het leren over en door middel van erfgoed in de eigen omgeving waarbij het heden gekoppeld wordt aan het verleden of de herinnering. Het leren loopt uiteen van vermeerderen van kennis en vaardigheden, ervaren (zintuiglijk, affectief en cognitief), verbanden zien en betekenis geven, tot bewustzijn ontwikkelen van wat gemaakt is. Over het algemeen wordt binnen erfgoededucatie een vierdeling gemaakt: musea, archeologie, monumenten en archieven.

Erfgoededucatie in het onderwijs

De term erfgoedonderwijs wordt wel gebruikt om specifiek de erfgoededucatie binnen het formeel funderend onderwijs aan te duiden. Erfgoededucatie is geen apart schoolvak, en staat altijd in relatie tot andere leergebieden. In het primair onderwijs sluit erfgoededucatie aan bij kerndoel 56 in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie, ‘De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed,’ en bij het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld. In het voortgezet onderwijs wordt erfgoededucatie vaak gekoppeld aan de vakken geschiedenis en aardrijkskunde en aan een terrein als burgerschapsvorming. Het doel van erfgoededucatie hoeft niet altijd kennis van erfgoed te zijn. Erfgoeddidactiek blijkt ook een goed middel om nieuwe vormen van onderwijs vorm te geven, zoals samenwerkend en onderzoekend leren. Erfgoededucatieprofessionals accentueren het verschil tussen erfgoededucatie en geschiedenis. Waar erfgoededucatie het verleden dichtbij de leerlingen brengt, leert geschiedenisonderwijs om objectief en met enige afstand naar het verleden te kijken.

Erfgoededucatie buiten het onderwijs

De educatieactiviteiten van erfgoedinstellingen zijn zowel op het onderwijs gericht als op een breder publiek. Vooral musea hebben een educatieve publiekstaak en verzorgen educatieve presentaties in de musea zelf, op internet en/of via andere media.

Bekijk ook

Filmpjes die onderdeel zijn van de cursus Wijzer met Erfgoededucatie van Erfgoed Brabant.

Doelbewust leren over en met kunst via gerichte instructie, zowel binnen- als buitenschools. Kunsteducatie kent drie aspecten die al dan niet gezamenlijk voorkomen: productie (kunst maken), receptie (kunst beschouwen) en reflectie (nadenken over kunst).

Kunsteducatie omvat educatie over beeldende kunst en vormgeving, muziek, theater, dans, film, literatuur, poëzie en architectuur. Het gaat daarbij niet alleen om meer traditionele kunstvormen, maar ook om actuele (mediakunst, urban arts, …) en toegepaste vormen (design, mode, …) en om cross-overs tussen disciplines. Kunsteducatie heeft drie aspecten: productie, receptie en reflectie. Productie betreft het zelf produceren of uitvoeren van kunst. Hier leert de leerling artistieke technieken en expressievormen beheersen en een creatief proces doorlopen. Receptie betreft leren door kunstobjecten en producties te ervaren. Bij reflectie gaat het om het nadenken en spreken over de betekenis van kunst. Hierbij leert de leerling een esthetisch oordeel vormen en leert hij over de sociale en historische context van kunst. In al deze aspecten doet de leerling kennis en inzicht op over kunst.

Onderwijs tot uitvoerend, scheppend en toegepast werkend kunstenaar en tot kunstvakdocent aan erkende hbo-kunstopleidingen.

De term kunstvakonderwijs wordt over het algemeen gebruikt voor de erkende hbo-kunstopleidingen. Het gehele beroepsonderwijs in de kunsten is veel breder. Er bestaan ook mbo-kunstopleidingen en particuliere opleidingen tot uitvoerend, scheppend en toegepast werkend kunstenaar.

Doelbewust leren over en met media, zowel binnen- als buitenschools. Media-educatie leert mensen kundig en kritisch omgaan met (massa)media.

Media-educatie is een breed terrein en verwijst zowel naar media als expressiemiddel als naar media als maatschappelijk verschijnsel of als techniek. Onder media-educatie wordt dan ook zowel het zelf maken van een film of game verstaan als het leren over bijvoorbeeld privacy op het internet. Media-educatie sluit aan bij de kerndoelen en eindtermen van diverse leergebieden in het formeel funderend onderwijs, onder meer bij Kunstzinnige oriëntatie en Oriëntatie op jezelf en de wereld in het primair onderwijs en bij de vakken ckv en maatschappijleer in het voortgezet onderwijs. Media-educatie wordt wel onder cultuureducatie ingedeeld maar door de breedte van deze term is dit maar ten dele logisch. Met name daar waar media-educatie kijkt naar media als expressiemiddel en naar beeldvorming en betekenisgeving in en door media, is media-educatie onderdeel van cultuureducatie. Mediakunst wordt bestudeerd en beoefend als onderdeel van kunsteducatie waardoor kunsteducatie en media-educatie elkaar deels overlappen.

Heb je een vraag of mist er in deze faq nog een definitie? We horen het graag via vraag@lkca.nl.

Onder de naam Curriculum.nu (voorheen #onderwijs2032) werken leraren, schoolleiders en schoolteams vanaf 2018 aan een vernieuwd curriculum verdeeld in negen leergebieden. Centraal staat de vraag wat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen. Met de opbrengst van het ontwikkelproces zullen kerndoelen worden geactualiseerd Doel van de herziening:
  • Samenhang in de onderwijsinhoud bevorderen;
  • Zorgen voor doorlopende leerlijnen: een soepele overgang van de voorschoolse periode naar het primair onderwijs, van primair naar voortgezet onderwijs en van voortgezet onderwijs naar vervolgonderwijs;
  • Overladenheid in het onderwijsprogramma terugdringen. De ontwikkelteams denken na over 70% van het curriculum om landelijk afspraken over te maken, zodat 30% overblijft voor eigen invulling van de scholen;
  • Duidelijkheid bieden aan scholen: wat moeten alle leerlingen leren en hoeveel ruimte is er over voor eigen invulling?
  • Een betere balans brengen in de hoofddoelen van het onderwijs.
Curriculum.nu is een gezamenlijk initiatief van de PO-raad, VO-raad, AVS, LAKS en Ouders & Onderwijs. In de uitvoering wordt samengewerkt met SLO. Lees meer over Curriculum.nu
Het middelbaar beroepsonderwijs werkt met kwalificatiedossiers. Hierin staan de eisen waaraan een student moet voldoen om het diploma te behalen. Alle kwalificatiedossiers samen vormen de kwalificatiestructuur die bestaat uit beroepsgerichte vakken en keuzedelen. De beroepsgerichte vakken zijn verplichte onderdelen van de opleiding, de keuzedelen kiezen de studenten zelf op basis van hun interesse en gekozen richting. Een keuzedeel maakt volwaardig deel uit van het curriculum van een bepaalde opleiding. Scholen mogen de keuzedelen zelf invullen. Hier liggen kansen voor mbo-opleidingen om samen met lokale culturele instellingen een keuzedeel te ontwikkelen waar kunst en cultuur als basis dient of onderdeel van is. De keuzedelen die scholen ontwikkelen komen in een register, zodat andere scholen er ook gebruik van kunnen maken. Ga naar het register van keuzedelen
Burgerschap is een competentie die te maken heeft met de ontwikkeling van sociale vaardigheden, kritische denkvaardigheden, het opbouwen van normen en waarden en het verwerven van inzicht in maatschappelijke thema’s als duurzaamheid en multiculturaliteit. Sinds 1996 is vastgelegd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs dat het mbo zijn studenten niet alleen voorbereidt op het uitoefenen van een toekomstig beroep, maar ook op deelname aan de maatschappij. Dit gebeurt door het geven van burgerschapsonderwijs. In het mbo krijgt het vak burgerschap of burgerschapsvorming vaak een aparte plek binnen het onderwijs. Voor culturele instellingen en kunstenaars liggen er tal van kansen om een bijdrage te leveren aan de inhoudelijke vormgeving van het burgerschapsonderwijs. Vanaf 2026 moeten mbo-studenten ook examen doen in burgerschapsonderwijs, bijvoorbeeld in de vorm van een portfolio.
Mbo-opleidingen kunnen – onder begeleiding van het servicepunt voor Invoering Herziening Kwalificatie Structuur (IHKS) – zelf vrije keuzedelen ontwikkelen. Deze vrije keuzedelen worden opgenomen in een register van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Be-drijfsleven (SBB). Er liggen dus kansen voor mbo-opleidingen om samen met culturele instellingen een cultureel keuzedeel te ontwikkelen. Sommige mbo-opleidingen hebben dit ook al gedaan. Zelf een creatief keuzedeel ontwikkelen? Lees deze tips! Bekijk twee voorbeelden uit de praktijk
De MBO Cultuurkaart is een cultuurkaart en kortingspas voor studenten en docenten in het mbo. Het doel van de MBO Cultuurkaart is dat studenten meer culturele activiteiten ondernemen en dat culturele instellingen meer aanbod voor deze groep jongeren creëren. Op 1 januari 2016 werd de MBO Cultuurkaart officieel gelanceerd in het mbo. De MBO Cultuurkaart is een initiatief van CJP in samenwerking met Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB), ondersteund door het Ministerie van OCW. JOB is de belangenorganisatie voor en door mbo-studenten en geeft advies en ondersteuning aan studenten. Mbo-scholen kunnen deze gratis kortingspas aanvragen voor al hun studenten. De studenten krijgen bij meer dan 1000 locaties (o.a. bioscopen, theaters, festivals, musea en winkels) CJP-korting. Na aanmelding gaan docenten met hun studenten op pad naar musea, films of andere culturele activiteiten die met een flinke korting bezocht kunnen worden. De culturele activiteiten variëren van rondleidingen, exposities en voorstellingen (receptief aanbod) tot workshops en masterclasses (actief aanbod). Docenten kunnen daarnaast in hun vrije tijd met CJP-korting culturele events bezoeken om inspiratie op te doen.
In 2017 had 87% van alle mbo-studenten een MBO Cultuurkaart voor korting op museumbezoek, concerten en andere culturele activiteiten. In totaal zijn dat 421.875 studenten, ten opzichte van 417.867 in 2016. 20% van alle mbo-docenten had in 2017 een docentpas. Dat zijn in totaal 5.495 docenten, ten opzichte van 4.181 in 2016. Maar liefst 97% van alle mbo-scholen deed in 2017 mee met de MBO Cultuurkaart. In totaal zijn dat 66 scholen, ten opzichte van 60 in 2016.