Subsidies bij gemeenten en provincies
Subsidies bij provincies
Bijna alle provincies stellen geld beschikbaar voor de ondersteuning van de amateurkunst. De uitvoering is in handen van provinciale centra voor amateurkunst. Deze centra verzorgen activiteiten op het gebied van kaderscholing en andere activiteiten met een provinciale reikwijdte. Daarnaast stellen sommige provincies ook projectsubsidies ter beschikking. De voorwaarden voor provinciale subsidies verschillen per provincie.
Mogelijke voorwaarden bij provincies
Net als gemeenten geven provincies de voorkeur aan activiteiten die vernieuwing en oorspronkelijkheid laten zien. Daarnaast kijkt de beoordelingscommissie naar de te verwachten kwaliteit en de financiële haalbaarheid van een plan.
Vaak echter gelden de volgende voorwaarden:
- Alleen een stichting of vereniging komt voor een subsidie in aanmerking.
- De culturele activiteiten vinden plaats binnen de provinciegrenzen.
- De vereniging of stichting is gevestigd binnen de provinciegrenzen (niet altijd een vereiste).
- Het gaat om een activiteit van bovenlokaal (provinciaal) belang.
- Meestal geldt de voorwaarde dat ook bij de gemeente een subsidieaanvraag is ingediend.
Meer informatie
Provinciale organisaties op de website van de Raad van Twaalf
Subsidies bij gemeenten
Gemeenten subsidiëren individuele verenigingen, plaatselijke culturele activiteiten en accommodaties, zoals repetitieruimtes. De plaatselijke regelingen verschillen sterk. Elke gemeente bepaalt zelf hoeveel geld er beschikbaar is voor amateurkunst. Meestal is er in de gemeentelijke cultuurnota ruimte opgenomen voor subsidies voor amateurkunst.
Subsidiesoorten bij gemeenten
Amateurkunstenaars beoefenen kunst zonder ervoor te worden betaald. Verenigingen voor amateurkunst, zoals een muziek- of toneelvereniging, kunnen daarom een subsidie aanvragen. Doel is meestal om actieve cultuurparticipatie te bevorderen. Het kan dan gaan om:
- Incidentele subsidie voor culturele activiteiten (een uitvoering, voorstelling, tentoonstelling of presentatie) en voor professionalisering.
- Structurele subsidies voor culturele activiteiten:
- De aanvrager betaalt bv. 75% van de kosten en de gemeente draagt bij aan de resterende 25%. Meestal geldt als voorwaarde dat er ook andere bronnen van inkomsten moeten zijn, zoals subsidies via fondsen.
- De gemeente betaalt een vast percentage van bepaalde kosten, zoals huur van repetitieruimte. Als er ook nog andere inkomsten zijn, kunnen de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven. Het gezelschap mag deze inkomsten dan behouden.
Mogelijk voorwaarden die een gemeente kan stellen:
- Het gezelschap moet een stichting of vereniging zijn.
- Het gezelschap moet tenminste een jaar bestaan
- Het gezelschap moet iets nieuws bieden
- Een belangrijk deel van de leden komt uit de gemeente.
- Het gezelschap heeft een minimum aantal leden.
- Het gezelschap moet minimaal 1 culturele activiteit organiseren die toegankelijk is voor publiek.
- Het gezelschap is aangesloten bij een regionale of landelijke koepelorganisatie.
- Er geldt een minimaal en maximaal subsidiebedrag en/of percentage voor de aanvraag.
Beleidsplan
Belangrijk om voor subsidie in aanmerking te komen is dat de aanvrager kan laten zien dat de zaken organisatorisch op orde zijn. Een beleidsplan helpt daarbij. Steeds meer gemeenten relateren de subsidie aan de kwaliteit van de vereniging. Daarbij gaat het niet alleen om de artistieke prestatie, maar ook om de manier waarop het gezelschap is georganiseerd en zich profileert.