Wat is een goede dirigent van een amateurorkest? LKCA deed hier recent onderzoek naar en bracht in kaart wat de ervaringen en wensen zijn van dirigenten, instructeurs, muzikaal leiders en bestuursleden in de amateurmuzieksector. Welke competenties zijn er nodig in de huidige tijd? Dit artikel is mijn duiding van het onderzoeksrapport ‘Dirigenten en bestuurders in beweging’.
Classificaties en kwalificaties
In de HaFaBra1 en SMP-sector wordt sterk de nadruk gelegd op ‘de kwaliteit’ van dirigenten. Maar welke criteria gelden er eigenlijk, en passen die anno nu nog wel? Het gaat traditioneel over aspecten als: hoe goed kan de dirigent een muziekwerk met de orkestmuzikanten realiseren met een eigen muzikale handtekening of stijl? Er bestaat een tamelijk steile ordening in dirigentenkwaliteiten: van ‘zeer goed naar onbeduidend’. Deze mentaliteit heeft een grote impact op de aantrekkelijkheid van het beroep. Ook de invloed op de opleidingen is groot.
Zo zijn er meer kwaliteitssystemen in de HaFaBra-sector: divisies, (formeel verplichte) concoursen met promotie en degradatieregels, kampioenschappen en een lijst goedgekeurde muziekwerken. Die classificaties werken door in de waardering én honorering van dirigenten. Zie bijvoorbeeld de adviestarieven van de Bond van Orkestdirigenten en Instructeurs. Dirigenten van de eerste en concertdivisie verdienen het meest, dirigenten van de laagste divisies het minst.
Wie stijgt er hoog op de kwaliteitsladder?
Wie als ‘goede dirigent’ of ‘maestro’ komt bovendrijven? Degene die (semi)professionele orkesten dirigeert met een repertoire ‘op niveau’ en scoort tijdens concoursen. Dat levert muzikale topervaringen op voor dirigenten, orkestleden en toehoorders. Zo verhogen dirigenten hun status.
Maar er is een keerzijde. De waarde van het spelen in zo’n amateurorkest valt zo namelijk samen met muzikale topervaringen, ook voor de dirigent. En dat leidt tot een te eenzijdige kijk op de kwaliteit van de dirigent. Het doet bovendien afbreuk aan andere waarden: speelplezier, sociale contacten en elkaar ontmoeten, ontspanning en mentaal welbevinden. En het leidt tot minder belangstelling voor de meer basale en noodzakelijke activiteiten op het gebied van muziekeducatie.
Ter nuancering: er zijn (en waren) veel charismatische dirigenten die orkesten heel goed kunnen laten spelen. De opmerkingen hierboven willen daaraan geen afbreuk doen. Dit is ook geen pleidooi om vormen van competitie tegen te gaan: muzikanten die actief musiceren hebben meestal de neiging het zo goed mogelijk te willen doen.
Dit is wél een pleidooi voor een veel grotere waardering van een educatief profiel, bijvoorbeeld binnen de opleidingen. Dat die waardering nodig is, blijkt uit het onderzoek onder meer wat betreft de belangrijker geworden dirigentenrollen.
Op naar de docent/dirigent
Wat mij betreft moeten we toe naar de ‘docent/dirigent’. De docent/dirigent legt de focus op duurzame muziekeducatie bij kinderen, jongeren en volwassenen. En investeert in de basis van het muziekleven, via promotie en werving. Die geeft les en dirigeert. Deze enthousiaste professional musiceert uiteraard zelf én kan leidinggeven aan een samenspel in orkest- of ensembleverband.
De huidige eenzijdige kijk op de kwaliteit van de dirigent en de nadruk op de muzikale kwaliteit, leidt ertoe dat er kansen en talenten van (toekomstige) muziekprofessionals met belangstelling voor de educatieve aspecten van het vak onbenut blijven. Dit omdat zij onvoldoende aandacht en waardering krijgen in het opleidingssysteem.
Er dient een gelijkwaardiger en meer inclusief kwaliteitsbegrip te ontstaan. Daarbij hoort ook een passende fair pay honorering. Want net zoals een kinderarts geen tweederangs arts is, is een dirigent van een jeugd-, school- of leerlingenorkest geen tweederangs dirigent!
Broodnodig
Krimp, vergrijzing en daling onder jongere leden in de HaFaBra-sector in Nederland zijn ontwikkelingen die al langer spelen. Lid worden van een muziekvereniging is niet meer vanzelfsprekend. De jongere van tegenwoordig komt digitaal met vele vormen van vrijetijdsbesteding in contact. Willen jongeren dan niet meer instrumentaal-akoestisch musiceren?
Veel kinderen zijn enthousiast als zij op school kennismaken met muziek. Maar een kortstondige kennismaking is blijkbaar onvoldoende. Veel ouders ‘vinken’ de muziekactiviteit af en dan stopt de muziekeducatie, ook vanwege de kosten.
Waar gaat het goed?
Er zijn in Nederland muziekverenigingen die het wél lukt jongeren aan te trekken, te boeien en binden. Welke competenties bezitten degenen die dat voor elkaar krijgen? Ook het bestuderen van internationale aanpakken is belangrijk voor ons. Als muziekeducatie structureel met voldoende contacturen is ingebed in school lijkt er meer affiniteit te ontstaan. Dan is er een school- of jeugdorkest dat wekelijks (idealiter dagelijks!) musiceert en zichtbaar is bij schoolse evenementen en daarbuiten.
Het is tijd voor de HaFaBra-wereld om de dirigentenopleidingen opnieuw te doordenken en vorm te geven. Daarbij mag niet meer alleen het maestro-ideaal leidend zijn, dit moet aangevuld worden met de ‘docent/dirigent’. Het type professional dat de basis van het muziekleven kan versterken via gerichte competenties. Om te bereiken dat het spelen in een orkest, ensemble of muziekvereniging weer meer tot de verbeelding spreekt.
Het LKCA-onderzoek kwam mede tot stand naar wens van EAN – Expertisenetwerk Amateurmuziek in Nederland, waarin KNMO, BvOI, Musidesk Rijnbrink en WMC participeren.
LKCAtelier: Dirigenten en bestuurders in beweging
In het Atelier op 7 september delen we de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek ‘Dirigenten en bestuurders in beweging’ naar competenties van dirigenten, instructeurs en muzikaal leiders. Ook gaan we met elkaar in gesprek aan de hand van vragen en stellingen. Meld je nu aan.
Verder lezen:
- BvOI: De bond van orkestdirigenten en instructeurs.
- KNMO: De belangenorganisatie voor instrumentale amateurmuziek c.a. in Nederland.
- Musidesk is expert op het brede gebied van muziek en draagt daarmee bij aan een laagdrempelig muzikaal aanbod voor iedere burger. Musidesk is de professionele partner voor de amateurmuziek in (Oost)Nederland.
- Het WMC is een blaasmuziekfestival met als basis de wedstrijden voor harmonie- en fanfareorkesten, percussie-ensembles, brassbands, mars- en showbands en dirigenten.
- Platform ACCT zet zich in voor een betere positie van werkenden in de culturele sector.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)