Door Dirk Monsma
De avontuurlijke boeken van Tommy Wieringa gun ik iedere middelbare scholier, want deze lezen als een speedboot. Enkele boeken van hem zoals Dit zijn de namen gaan trager en roepen in fraaie taal vragen op over zingeving en identiteit. Met zijn zaterdagcolumn in NRC zet Wieringa mij regelmatig op het verkeerde been. Zo ook met zijn column Persoonsvorming (13/14 februari 2021) waarin hij de spot drijft met de blunders van onderwijsminister Slob. Als voorbeeld noemt Wieringa de oplossing voor het lerarentekort: ‘(…) om dan maar een kunstenaar voor de klas te zetten. Een halve zool met een gitaar of kwast. Wat dan ook’. Maar, dit is natuurlijk geen blunder. Integendeel. Binnen de formatie van iedere school voor primair onderwijs moet een kunstdocent een vaste plaats krijgen!
Leerkrachten blijken zich voor het wettelijk verplichte leergebied kunstzinnige oriëntatie in het primair onderwijs niet competent te voelen. Wat dat betreft is er in vijftig jaar tijd weinig veranderd. Al in 1973 maakt een rapport over Kunstzinnige vorming in Nederland duidelijk dat bij veel leerkrachten de deskundigheid ontbreekt. De Monitor Cultuureducatie in het primair onderwijs 2018-2019 signaleert dat ruim de helft van de scholen vindt dat groepsleerkrachten inhoudelijk niet deskundig genoeg zijn om cultuureducatie te verzorgen. Leg de taak voor cultuureducatie daarom niet op de schouders van leerkrachten
Weinig vakleerkrachten
Eind jaren tachtig had zestig procent van de basisscholen vakleerkrachten voor ‘expressie-activiteiten’. Sindsdien is het aantal vakleerkrachten aanzienlijk gedaald. De monitor uit 2009 geeft aan dat nog geen vijfde van de scholen een vakleerkracht heeft voor de kunstvakken, inclusief freelancers. Inmiddels is er een stijgende lijn. Veertig procent van de scholen heeft echter nog steeds geen vakleerkracht. Bij een beperkt aantal scholen is een kunstdocent in dienst. Vaker is er sprake van inhuur of een mix van beide, veelal gefaciliteerd door tijdelijke regelingen.
Dit is geen perspectief voor de langere termijn. Immers, het nadeel van de inhuur van kunstdocenten is dat deze meestal werken vanuit een eigen concept over kunst en cultuur en vanuit de passie om bij de leerlingen een tekort weg te werken. Dat is denken vanuit een deficit.
Een kunstdocent in het schoolteam
In principe kan iedere school een kunstdocent (met onderwijsbevoegdheid) inpassen binnen de vaste formatie. Iets extra’s als beloning is mogelijk als we alle tijdelijke regelingen omzetten in structureel geld voor de kunstdocent. Na het verkiezingsdebat in het Jeugdjournaal weten we dat de zes grootste partijen voorstander zijn van meer kunst en cultuur op de scholen.
Kunstdocenten moeten lid worden van het schoolteam, waarbij de school de discipline kiest. Dit zijn de voordelen:
- De kunstdocent kent de groepsleerkrachten en werkt met hen samen. Zij delen onderling kennis over hun leerlingen en zij leren van elkaar. De kunstdocent geeft suggesties over vakoverschrijdende activiteiten, of wat actueel is, en praat mee over lees- en schrijfbevordering.
- De kunstdocent let op talent bij leerlingen en kan de verbinding leggen naar een ‘halve zool met gitaar en kwast’ in de vrije tijd.
- De kunstdocent kent de culturele wereld van de leerlingen, neemt die als uitgangspunt voor lessen en verbindt die met de wensen van de school. De kunstdocent opereert vanuit het hart van de school en schudt de boel een beetje op. Daarom is het mooi wanneer kunstdocent na enkele jaren van school wisselt, voordat het huwelijk sleets raakt. Dat kan de school eventueel een andere discipline kiezen. Ik stel mij een constructie voor met een aanstelling via een culturele instelling, zoals bij de combinatiefuncties. Dan is blijvende vorming van de docenten gegarandeerd en is een wissel mogelijk.
Een kunstdocent voor altijd
In 2012 adviseerden Onderwijsraad en Raad voor Cultuur gezamenlijk aan de staatssecretaris van OCW om cultuureducatie een plek te geven in het hart van de school. Zij noemden drie punten:
- Ontwikkel een referentiekader voor cultuureducatie.
- Benoem op ieder school een cultuurexpert (in mijn woorden: een kunstdocent).
- Stel de infrastructuur voor cultuuronderwijs meer in dienst van het onderwijs.
Deze punten staan nog steeds. Demissionair minister Slob ging niet ver genoeg. Benoem niet alleen kunstdocenten voor het lerarentekort, maar voor iedere school en voor altijd. De andere twee punten kan onze sector zelf garanderen.
Daarom doe ik een oproep aan iedereen in de cultuureducatiesector en aan alle kunstvakdocentopleidingen: sla de handen ineen. Maak samen een agenda voor de formateur met één punt. Benoem kunstdocenten binnen de vaste formatie van ieder schoolteam in het primair onderwijs!
Link naar verkiezingsdebat jeugdjournaal
Literatuur:
- Essen, E. van, Termorshuizen, T., & Broek, A. van den, (2019) Monitor Cultuureducatie primair onderwijs 2018-2019. ResearchNed
- Onderwijsraad & Raad voor Cultuur (2012). Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren! Advies uitgebracht aan de staatsecretaris van OCW, juni 2012. Den Haag: Raad voor Cultuur.
- Oomen, C., Visser, I. & Donkers, A., Beekhoven, S., Hoogeveen, K., & Haanstra, F. (2009). Cultuureducatie in het primair een voortgezet onderwijs. Monitor 2008-2009. Utrecht Oberon/Sardes
- Werkgroep 03 & Nivor. (1973). Kunstzinnige vorming in Nederland. ’s-Gravenhage: Staatsuitgeverij.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)