Door Anthony Zielhorst
Half mei 2021 stond de jarige koningin Máxima in de schijnwerpers. Velen hebben het interview met Matthijs van Nieuwkerk gezien. Een dag eerder werd haar een muzikale tv-show aangeboden onder de titel: Koningin Máxima: een leven vol muziek. Haar inspirerende rol als erevoorzitter van stichting Méér Muziek in de Klas werd geprezen én bezongen. Volkomen terecht.
Met het muziekonderwijs in het Nederlandse basisonderwijs was het eind vorige eeuw al droevig gesteld. De meeste kinderen kregen geen enkele muziekles, ook al behoort muziek wel tot het standaard lesprogramma. ‘Nou vooruit, in groep 8 – als de centrale eindtoets is afgenomen – doen we nog een afscheidsmusical’.
Vóór Máxima´s geboorte was dat anders. In vrijwel elke school werd muziekles gegeven. Het was de tijd van de ambachtelijkheid en discipline, met kwaliteit als resultaat. Omdat je leerde zingen, ging je ook beter luisteren. En omdat je beter kon luisteren, was je in staat om intens van muziek te genieten. Iemand die geniet, ervaart geluk en voelt zich een beter mens.
Steeds stiller in de klas
De tijdgeest veranderde eind jaren ’60. Parallel aan de Aktie Notenkraker in het Concertgebouw (22 april 1970) begonnen de opvattingen over het muziekonderwijs te veranderen. De oude ambachtelijke aanpak werd als autoritair, geestdodend en bekrompen opgevat. Een nieuwe benadering bloeide op: creatief, flexibel en inspelend op de behoeften van de leerlingen. Maar die nieuwe flexibiliteit leidde ook tot grotere vrijblijvendheid. Terwijl in de jaren ’80 de nieuwe basisschool werd opgebouwd, verdwenen de kunstzinnige vakken naar de achtergrond. In de pabo werd steeds minder tijd geboden om muzikale ambachtelijkheid te leren: jonge leerkrachten voelden zich nauwelijks vakbekwaam. Zo werd het steeds stiller in de klassen: de muziek werd ‘uitgezet’.
Er zijn in die tijd allerlei initiatieven ontplooid om dit tij te keren, maar veelal tevergeefs. Pas in 2014 is een betekenisvolle ontwikkeling in gang gezet. De Stichting Méér Muziek in de Klas kreeg tot taak de aanbevelingen uit de Handreiking Muziekonderwijs van de commissie Gehrels uit te voeren. Koningin Máxima werd het gezicht van het programma. Onder haar toeziend oog worden in veel gemeenten bestuurlijke convenanten gesloten die het mogelijk moeten maken dat alle kinderen in school met muziek in aanraking komen. Pabo’s en conservatoria hebben zich bij de initiatieven aangesloten, kortom alle neuzen zijn geleidelijk aan dezelfde kant op gedraaid.
Vormende waarde
Leiden die convenanten nu daadwerkelijk tot de structurele veranderingen die het muziekonderwijs nodig heeft? Wordt er nu eindelijk wél structureel muziekles in de basisschool gegeven? Als ik docenten aan pabo’s en conservatoria peil, lijkt hierop nog wel het een en ander af te dingen. Méér Muziek komt op veel plaatsen niet verder dan de bestuurskamer. De kinderen in de klas merken er nog bitter weinig van.
In de tv-show voor Máxima zei elke artiest, dat muziek zoveel ruimte geeft om emoties kwijt te kunnen, dat je er respectievelijk je blijheid, je energie, je verdriet, je verliefdheid en wat al niet, mee tot uiting kunt brengen. Dat is natuurlijk allemaal waar. Maar niemand sprak over de intrinsieke waarde van muziek, over de schoonheid ervan, over muziek als kunstvorm. Als je dat aspect buiten beschouwing laat, wordt de vormende waarde van muziek voor onze kinderen over het hoofd gezien.
Muziek is een vak, waaraan leerlingen emotionele, sociale én cognitieve vaardigheden ontwikkelen onder de inspirerende leiding van een vakbekwame leerkracht. Het vak muziek is geen vrijetijdsbesteding, maar een serieus leerdomein. We moeten daarom niet spreken over Méér Muziek maar over Góed Muziekonderwijs in de Klas. Dat is alleen mogelijk met uitstekend toegeruste leerkrachten die in hun opleiding voldoende scholing en begeleiding hebben gekregen om het vakgebied daadwerkelijk te beheersen. Daarom roep ik de nieuwe minister van onderwijs op om verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteit van muziek in het onderwijs en een duurzaam muziekbeleid te realiseren:
- Maak het mogelijk dat alle groepsleerkrachten wekelijks muziekles geven.
- Maak het financieel mogelijk dat pabo’s elke student de noodzakelijke muziek-pedagogische basisvaardigheden bij kunnen brengen.
- Bied leerkrachten tijdens hun masteropleiding de kans opgeleid te worden tot vakspecialisten.
- Versterk de inhoudelijke samenwerking tussen muziekdocenten aan Pabo´s en lerarenopleiders muziek aan conservatoria.
- Faciliteer basisscholen een intern begeleider muziek aan te stellen. Een vakspecialist, die verantwoordelijk is voor het leerdomein muziek in een school en die de collega’s begeleidt.
Met dit krachtige beleid gaat er eindelijk méér muziek in de klas klinken. Het zal normaal worden, dat er gezongen wordt, dat kinderen muziekinstrumenten leren bespelen en bewust met muziek leren omgaan. Actieve muziekbeoefening zal een prominente plaats in de scholen innemen. Dit zal ongetwijfeld tot een grotere waardering van cultuur en kunst in de maatschappij leiden en op die manier bijdragen aan een meer harmonieuze samenleving. Als onze koningin dan weer eens een school bezoekt, zal een groep leerlingen haar verwelkomen met muziek die zij in hun klas onder leiding van hun vakbekwame leerkracht hebben geleerd. Muziek in de Klas? Niet méér, maar beter!
Bronnen en verder lezen
- Loes Dommering-Van Rongen, De Notenkrakers. Rebellie in het Concertgebouw. Amsterdam, 2019
- (Meer) muziekonderwijs als doel en middel – Tussentijds onderzoek naar het stimuleringsprogramma muziekonderwijs (2019)
- Column 43 van Merel van Vroonhoven: Wat mij dwarszit is het voortdurende gevoel van gebrek aan tijd en diepgang. Volkskrant, 15 mei 2021
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)