Op 12 mei publiceerden Johan Kolsteeg, Geert Drion en Barend van Heusden een artikel op dit platform waarin zij pleitten voor ander cultuurbeleid om een culturele democratie tot stand te kunnen brengen. Dit artikel van Hanke Otte en Pascal Gielen is een reactie hierop. Volgens Otte en Gielen zal een culturele democratie altijd zwak zijn als die niet gekoppeld wordt aan een politieke democratie.
Door Hanka Otte en Pascal Gielen
In het opiniestuk ‘Culturele democratie vraagt om ander cultuurbeleid’ op Cultureel Kapitaal, pleiten Johan Kolsteeg, Geert Drion en Barend van Heusden voor een culturele democratie. Daarmee vissen ze in feite een oude discussie uit de jaren 1990 in het VK op. Ook daar wilde men toen een verschuiving van het recht op cultuurparticipatie naar het recht op cultuurproductie. Ook in de jaren zeventig zwengelde Pierre Bourdieu deze discussie al aan toen hij stelde dat de lagere sociale klasse door een ‘officieel’ onderwijs- en cultuurbeleid ‘symbolisch geweld’ werd aangedaan omdat leerkrachten en kunstinstellingen de cultuur van de lagere sociale klasse wegzetten als ‘slechte’ cultuur, of zelfs als géén cultuur.
Meedoen of mee-vormgeven?
Nu gaat het debat over het streven naar inclusief cultuurbeleid, waarin eenieder, ongeacht achtergrond of sociale klasse, meedoet. De nadruk ligt daarbij op ‘meedoen’: de auteurs willen naar een cultuurbeleid waarin cultuuruitingen een samenspel zijn tussen kunstenaar en publiek, waarbij het publiek mee-produceert. We kennen een dergelijk proces al een tijdje onder de noemer co-creatie.
De culturele democratie zoals beoogd door de auteurs draait erg rond het idee dat het publiek meewerkt aan een esthetisch product; een kunstwerk, voorstelling, concert, boek, film, artistieke vlog of blog etc. Daarbij is die culturele uiting het eindstation en blijft de participatie binnen een imaginaire ruimte. Het gaat er in een inclusieve samenleving echter om dat eenieder de reële leefomgeving mee kan vormgeven. En kunst en kunstenaars kunnen daarbij een belangrijke rol vervullen. Om dat te begrijpen is een helder onderscheid tussen cultuur en kunst behulpzaam.
Kunst kan culturele normen en waarden herijken
Wij vatten cultuur antropologisch op als een zingevingssysteem dat mensen de mogelijkheid biedt betekenis toe te kennen aan hun eigen leven en de samenleving waar ze deel van uitmaken. Zo’n cultuur is niet statisch, maar voortdurend in beweging. Die beweging kan worden ingebracht door onder andere kunst: door reflectie te bieden op de bestaande cultuur en er nieuwe tekens aan toe te voegen. Door te laten zien welke andere betekenis er aan (de) cultuur of het erfgoed binnen een samenleving kan worden gegeven. Kunst kan culturele gewoonten, smaken, normen en waarden ‘herijken’. Daarmee blijft cultuur dynamisch of ‘gezond’ en vormt ze het fundament waarop een samenleving steunt. Een samenleving met deze dynamiek heeft ook meer kans inclusief te zijn, omdat daarin voortdurend ruimte is voor nieuwe, alternatieve, eigenzinnige stemmen en culturen.
Kunstenaars geven de samenleving vorm
Kunstenaars kunnen daarbij een rol spelen doordat ze een spiegel voorhouden, reflectie bieden. Ze kunnen communicatie op gang brengen via expressie en alternatieven tonen. Juist zij hebben een bijzonder talent om ons anders naar de werkelijkheid te laten kijken. Daarvoor moeten ze wel een directe relatie hebben met het publiek. Niet om het publiek het kunstwerk mee te laten bepalen of zelf te laten meedoen, maar om hun cultuur echt te (leren) kennen en er vervolgens een ‘draai’ aan te kunnen geven. De kunstenaar die weet in te breken in een cultuur (wat ook zijn eigen cultuur kan zijn), creëert niet alleen een nieuw kunstwerk, maar geeft ook mee vorm aan de samenleving. Culturele democratie zou dan betekenen dat een kunstwerk ‘democratiseert’: het maakt nieuwe betekenisgeving mogelijk waardoor er openingen voor méér participatie ontstaan.
Cultuur als basis voor alle vormen van beleid
Zo komen we bij de werkelijke betekenis van een inclusieve samenleving. Het gaat er niet om dat iedereen bij één cultuur hoort, maar dat iedereen mee kan vormgeven aan een (nieuwe) cultuur. Hier verschilt onze mening over cultuurproductie van die van Kolsteeg, Drion en Van Heusden. Culturele democratie betekent niet dat iedereen een culturele uiting als vrijetijdsbesteding mee mag realiseren, maar zou moeten betekenen dat de meest heterogene praktijken in een samenleving ingebed kunnen geraken. Daarvoor is geen apart cultuurbeleid nodig, maar een visie die uitgaat van cultuur als basis voor economisch, politiek, welzijns- en gezondheidsbeleid, veiligheids- en sportbeleid. De rol van kunstbeleid is dan om kunstenaars (en andere creatieve ondernemers en innovators) te ondersteunen, zodat zij direct kunnen ingrijpen in het civiele domein én de nodige kritische input kunnen leveren aan beleidsmakers. Zonder politiek is culturele democratie niet meer dan een zoethouder waarin iedereen zijn stem mag laten horen en zijn eigen ding mag doen zolang die activiteiten maar plaatsvinden in de ‘neutrale’ ruimte van de fictie. Culturele expressie werkt dan als een ventiel om stoom af te blazen, maar houdt reële ongelijkheid in stand.
Kortom, een culturele democratie zal altijd zwak zijn als die niet gekoppeld wordt aan een politieke democratie. Emanciperend werkt zo’n a-politieke culturele democratie al zeker niet. Integendeel, ze is de perfecte dienstmaagd van de maatschappelijke status quo.
De Grond der Dingen
Dat kunst wel degelijk politieke impact kan hebben, laat het project De Grond der Dingen in Mechelen zien. Met dit kunstproject stelde Willy Thomas, acteur en artistiek leider van theatergroep Arsenaal/Lazarus, twee jaar geleden het erfrecht van grond ter discussie. Hij stelde vast dat niet inkomen maar vooral erfenissen de ongelijkheid in een samenleving bestendigen en zelfs vergroten. Samen met Sigrid Bosmans van museum Hof van Busleyden, stelde hij daarom voor om iedere Mechelaar een vierkante meter publieke grond te geven. Iedereen mocht zelf bepalen wat hij daarmee wilde doen voor de samenleving. De burgemeester van Mechelen stelde direct 20.000 vierkante meter beschikbaar.
Het project nodigde burgers uit om in te brengen wat zij belangrijk vinden voor de samenleving. Het gaf hun een stem. De Grond der Dingen liet politici luisteren. Kritisch denken, creatieve ideeën en de artistieke reflectie daarop, maakten De Grond der Dingen niet alleen een kunstproject, maar ook een politiek project. Verbeelding en kunst werden onderdeel van het maatschappelijke debat over de herverdeling en herbestemming van grond.
Geen culturele democratie zonder politieke dimensie
De tentoonstelling ‘The Neverending Park’ werd met andere woorden een proeftuin voor democratie waarin cultuur de basis vormt en in beweging is. Het ging om een culturele democratie, waarbij iedereen in de imaginaire ruimte zijn stem liet horen, maar die tegelijk in reëel politiek handelen werd omgezet. Cultuur maakte het zo mogelijk om werkelijk mee vorm te geven aan samenleven. Zonder die politieke dimensie blijft culturele democratie een leeg begrip.
De auteurs
Hanka Otte (1974) is postdoc onderzoeker op het gebied van cultuurbeleid aan de Universiteit van Antwerpen, Antwerp Institute for the Arts (ARIA), waar zij deel uitmaakt van de onderzoeksgroep Cultural Commons Quest Office. Zij richt zich met haar onderzoek op de vraag welke voorwaarden nodig zijn voor een gebalanceerde culturele biotoop en hoe beleid kan helpen om kunst en cultuur te verduurzamen.
Pascal Gielen (1970) is hoogleraar cultuursociologie, verbonden aan het Antwerp Research Institute for the Arts (ARIA) van de Universiteit Antwerpen. Hij leidt er de onderzoeksgroep Culture Commons Quest Office (CCQO). Zijn onderzoek focust op de politieke en sociale context van creatieve arbeid. In 2016 kreeg hij de Odysseusbeurs voor excellent internationaal onderzoek van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. Gielen is verder hoofdredacteur van de internationale boekenreeks Antennae – Arts in Society (Valiz). Hij publiceerde een tiental boeken over kunst, creatieve arbeid en cultuurpolitiek.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)