Door Harry Koning
In de uitzending Muziekschool in mineur van Zembla (15 oktober 2021) werd een pleidooi gehouden voor meer muziekonderwijs. Uitstekend, maar waarom enkel voor muziekonderwijs? Er is zo veel meer. Dans, theater, beeldende vorming, nieuwe media; allemaal kunstvormen waarin mensen zich kunnen bekwamen met alle positieve gevolgen van dien.
Een pleidooi voor gesubsidieerde muziekscholen vind ik sowieso achterhaald. Veel muziekscholen zijn niet voor niets verdwenen. In de 20ste eeuw voegden ze veel toe aan de samenleving, maar vanaf de jaren 90 veranderde de culturele infrastructuur. Muziekscholen pasten zich niet aan en verwerden tot exclusieve domeinen. Zij claimden het recht op de gemeentelijke kunsteducatiemiddelen. Je kon daardoor enkel genieten van de gemeentelijke subsidie wanneer je les nam bij de lokale muziekschool. Docenten, dansscholen, musical- en theaterscholen die zich privaat vestigden, werden bewust buitengesloten. Het is goed dat er een nieuwe wind is gaan waaien.
Laat ze zelf kiezen
Maar hoeft een gemeente dan geen kunst- en cultuureducatie meer te ondersteunen? Natuurlijk wel en liever veel meer dan de gemiddelde gemeente nu doet! Maar dan wel anders. Een gemeente moet haar geld daar neerleggen waar ze effect wil zaaien en de kinderen en jongeren zelf gaan subsidiëren, ondersteunen en stimuleren. Laat jongeren zelf kiezen hoe ze hun cultuursubsidie willen inzetten. Er zijn meer dan genoeg particuliere muziek-, dans en theaterscholen en bekwame particuliere docenten waar dat heel goed kan. De uitvoering van zo’n systeem kan dan bij een lokale culturele netwerkorganisatie liggen. Ze bestaan al.
Verenigingen, kijk naar jezelf!
In de Zembla-aflevering wordt ook een verband gelegd tussen het verdwijnen van de muziekschool en de terugloop van jonge leden bij de muziekverenigingen. Dat is in mijn beleving volledig onjuist. Veel muziekverenigingen deden en doen hun jeugdopleiding zelf. Meestal vanwege een meningsverschil met de lokale muziekschool. Maar belangrijker is dat de interesse voor blaasmuziek al vanaf de jaren 90 terugloopt. Jongeren kiezen daar blijkbaar niet meer voor. Dat ligt niet aan de muziekschool. Als vereniging moet je naar jezelf kijken; naar je repertoire, de gezelligheid van de repetitieavond en de activiteiten eromheen.
Er zijn uitzonderingen. Verenigingen die zich aanpassen aan de tijdgeest blijven bestaan. Daarnaast ontstaan nieuwe, meer informele verenigingen en ensembles. We leven in een ander, digitaal tijdperk. We moeten dat omarmen, de kansen zien.
Het ligt aan onszelf
Halbe Zijlstra wordt in de documentaire opgevoerd als één van de boosdoeners. Hij heeft als staatssecretaris fors bezuinigd, dus hij heeft het gedaan. Maar wat was de aanleiding om te bezuinigen? Halbe Zijlstra gaf daar op 3 juli 2012 in het Parool, zelf antwoord op ‘(…) Zijlstra suggereert dat als de cultuursector beter georganiseerd was en er inhoudelijke argumenten tegen bezuinigen waren aangedragen, er minder bezuinigd had kunnen worden. ‘Dat heb je ook in andere sectoren gezien’ (…)’
Feit is dat er de laatste decennia veel gekort is op cultuurbudgetten. Maar ligt dat aan de lokale wethouder of de staatssecretaris? Ik denk het niet. Het ligt toch echt aan de culturele sector zelf. Zolang een wethouder kan korten op cultuurbudgetten zonder kiezers te verliezen, blijft een wethouder dat doen. Wanneer wij dat willen veranderen, moeten wij iedereen ervan overtuigen dat kunst en cultuur onmisbaar zijn voor de ontwikkeling van de mens. Opmerkingen als ‘In landen om ons heen krijgen kunst en cultuur veel meer waardering’ of ‘Kunst en cultuur zijn heel belangrijk’ hebben geen effect.
Nederland loopt inderdaad ver achter bij Duitsland en België en onze regering heeft weinig aandacht voor de kracht van kunst en cultuur. Maar dat zijn geen argumenten.
Wij moeten met goede, krachtige, inhoudelijke argumenten komen en deze steeds opnieuw herhalen. Professor Eric Scherder met Jan Vayne aan de vleugel zijn een begin. De culturele sector als geheel moet samen investeren in deze lobby. Dat is wat de sport ook doet en met groot succes.
Investeer in een gezamenlijke lobby
We zullen ons moeten verenigen in plaats van allemaal via onze eigen clubjes geld proberen binnen te halen. Dat vraagt om solidariteit en een gezamenlijke lobby. En laten we al die miljoenen Nederlanders die actief iedere week bezig zijn met kunst en cultuur, mobiliseren. Grote groepen mensen, daar is de politiek erg gevoelig voor. Dan zijn we geen linkse hobby meer, maar electoraat.
We hebben weer een nieuwe staatssecretaris voor cultuur en een nieuwe minister van OCW. Beiden worden de komende tijd benaderd door vele culturele organisaties. Nu is het moment om daar mee op te houden. Laten we elkaar gaan helpen. Laten we ons een paar maanden goed voorbereiden en dan gezamenlijk gaan lobbyen.
Halbe Zijlstra heeft heel goed aangegeven waar het aan schort. Eric Scherder kent de argumenten. Het onderwijs weet wat kunst en cultuur voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren betekent. Welzijnsorganisaties weten wat kunst en cultuur voor jongeren, ouderen, mensen met een beperking of mensen met afstand tot de samenleving kan doen. Er is wetenschappelijk bewijs te over.
Ik pleit voor samen de handschoen oppakken, samenwerken en verenigen in een landelijke cultuurkoepel. Gewoon morgen starten, een plan maken, strategie bepalen en gaan. De kracht van kunst en cultuur boven het individuele belang. Je mag me bellen. Ik doe mee!
- Lees ook het artikel van Marijn Cornelis: Muziekschool in mineur? 6 concrete actiepunten om het tij te keren
- Bekijk hier de Zembla-aflevering Muziekschool in mineur
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)