Door Ronald Kox
Deze zomer presenteerde het Platform Toekomst van Arbeid het adviesrapport ‘Investeren in mensen’ als input voor verkiezingsprogramma’s, regeerakkoorden en overheidsbeleid. Het richt zich ook op kinderen en hun werkende ouders. Om ouders aan het werk te houden en te laten gaan, pleit het Platform voor een andere opzet van scholen en voor de brede schooldag.
De initiatiefnemers stellen vast dat er op de gebieden werken, leren en verzekeren volop ruimte is voor verbetering. De huidige stelsels voldoen niet meer en zijn niet goed op elkaar afgestemd. Het rapport richt zich op de werkende mens, en kiest daarbij voor een beperkte uitsnede uit het leven. Hoe iemand tot werken komt (via opleiding en opvoeding) en wat hij doet wanneer hij niet werkt (samenleven, werken aan relaties, gezondheid en persoonlijke ontwikkeling) komt niet aan de orde. Jammer, maar misschien is dat een goede suggestie voor een vervolg.
Meer kansengelijkheid
Het rapport stelt voor om een breed opgezette dag in te richten voor opvang en school voor kinderen van 0-12 jaar, vijf dagen per week van ongeveer half negen tot een uur of vier uur ’s middags, zodat beide ouders kunnen werken en een zelfstandig inkomen kunnen verdienen. Dit biedt niet alleen kansen voor de werkende ouders, maar ook voor hun kinderen en niet in de laatste plaats voor de verkleining van de bestaande kansenongelijkheid.
In welke mate (jonge) kinderen gelijke kansen hebben, hangt nu eenmaal sterk samen met de omgeving waarin zij opgroeien en de mogelijkheden die zij krijgen bij hun ontwikkeling. Een belangrijke factor hierbij is de thuissituatie, die weer samenhangt met het opleidingsniveau en de economische omstandigheden van de ouders. Wanneer op jonge(re) leeftijd wordt gestart met opvang en pedagogische begeleiding buiten het gezin, en met het faciliteren van begeleiding na de schooldag, neemt de kansenongelijkheid tussen kinderen af en kan elk kind met een goede basis aan het voortgezet onderwijs beginnen.
Meer cultuureducatie
In de brede schooldag ontstaat meer ruimte voor cultuureducatie, wat de deelname én de kwaliteit ten goede komt. Hierdoor kunnen ook (jonge) kinderen die van huis uit niet met kunst in aanraking komen, aan cultuur deelnemen. Uiteraard geldt dit ook voor andere onderwijsdomeinen, zoals sport en bewegen en techniek. Dit kan allemaal worden geïntegreerd in de reguliere onderwijstaken.
Hierdoor wordt de dag afwisselender, aantrekkelijker en uitdagender voor elk kind. Alle kinderen kunnen vanaf jonge leeftijd samen spelen en leren in een inclusieve voorziening van goede kwaliteit. Professionals op het gebied van leren en van brede talentontwikkeling werken daarbij samen. Wat nu onder buitenschoolse educatie aan kunst en cultuur gedaan wordt, kan daarmee beter geïntegreerd worden in binnenschools cultuuronderwijs. En ontstaat een doorgaande ontwikkellijn zodat kinderen veel makkelijker op natuurlijke wijze door de (school)jaren heen bewegen, passend bij en aansluitend op hun eigen persoonlijke ontwikkeling.
Niet voor de eerste keer
Opvallend is dat dit rapport aansluit op eerdere en andere rapporten en discussies over de inrichting van ons onderwijs en de schooldagen, zoals in het discussiestuk Toekomst van ons onderwijs van begin 2020 of in de handreiking Basis voor Cultuureducatie uit 2016. Blijkbaar wordt de behoefte om de onderwijsstructuur te herzien breed gevoeld in ons land.
Behalve dan bij ons eigen ministerie van Onderwijs. Bij de opdrachtverlening voor de curriculumherziening van het funderend onderwijs, Curriculum.nu, werd nog nadrukkelijk aangegeven dat het alleen over het ‘wat’ van het onderwijs mocht gaan, over de inhoud, maar niet over het ‘hoe’, de structuur. Terwijl onderzoek aantoont dat de wijze van lesgeven en de structuur waarin dit gebeurt wel degelijk van invloed zijn op de kwaliteit van hetgeen er aangeboden wordt.
Blijkbaar overtuigen beleidsadviezen over dit onderwerp, met argumenten op het gebied van pedagogiek en brede ontwikkeling de overheid nog onvoldoende om te komen tot een herinrichting van onze onderwijsstructuur. Wellicht is nu een kantelpunt bereikt. Misschien dat economische argumenten en een blik op de toekomst van de arbeid wel leiden tot een nieuwe toekomst voor de schooldag.
- Frank Kalshoven, Jenny Kossen, Silvie Zonderland; Investeren in mensen. Bouwstenen van een regeerakkoord over werken, leren en verzekeren; Amsterdam, 2020
- Discussiestuk Toekomst van ons onderwijs. Pleidooi voor groot onderhoud aan het Nederlandse onderwijssysteem
- Marlies Tal en Ronald Kox; Handreiking Basis voor Cultuureducatie, LKCA Utrecht 2016
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)