De voorstanders van de onderwijsvernieuwing worden door hun critici regelmatig afgeschilderd als romantici die op zoek zijn naar de gouden speld in een hooiberg. Waarna zij, zodra zij de speld hebben gevonden, anderen fanatiek proberen te overtuigen van hun geluk. Daarnaast zijn er de theoretici, volgens hen, die wereldvreemde conclusies trekken uit een berg aan data. En tenslotte zijn er nog de slappen, die om toch maar populair te worden of te blijven, teveel tegemoet komen aan de luiheid en desinteresse van sommige jongeren. In hun ogen vormen de onderwijsvernieuwers kortom een bont gezelschap aan geitenwollensokkendragers, dorre geleerden en vrolijke popiejopies waarmee zich geen verstandig mensen wenst te associëren.
Dit beeld is natuurlijk veel té extreem. Toch is het onmiskenbaar dat de onderwijsvernieuwers een zekere onbekendheid wordt verondersteld met de dagelijkse onderwijspraktijk. Ze hebben weliswaar mooie ideeën, maar kennen de situatie in de klas slecht. Docenten zijn het in elk geval niet, eerder politici of bestuurders.
Vanuit deze optiek is het bijna onverklaarbaar dat de vernieuwingen in het Nederlandse onderwijs in de laatste jaren voornamelijk uit de scholen kwamen. Van docenten die merkten dat de normale praktijk voor hun leerlingen niet werkte. Dat hun leerlingen hun talenten niet optimaal konden ontwikkelen. Dat zij niet het hoogste niveau haalden dat zij konden bereiken of dat hun interesses onvoldoende in de lessen aan bod kwamen. Vanuit deze constatering ontstonden de diverse profielscholen. Scholen waarop docenten vaak het voortouw namen bij onderwijsvernieuwingen.
Talentontwikkeling en excellentie
Deze profielscholen zijn op dit moment verenigd in het landelijke Profielenberaad, waarvan een profielorganisatie lid kan worden mits zij zich richt op talentontwikkeling, excellentie en beschikt over een deugdelijk kwaliteitssysteem. Vaak wordt er op deze scholen bewust geëxperimenteerd met vakoverstijgende projecten, wordt er samengewerkt met het bedrijfsleven of met maatschappelijke organisaties en is de focus in het onderwijs speciaal gericht op die zaken die de docenten van belang achten voor de leerlingen gedurende de rest van het leven.
Hierbij leek het in begin ondenkbaar dat er iets was dat de diverse profielorganisaties verbond. Wat was de schakel tussen de Unesco-scholen en de scholen van Bèta Challenge? Met als gevolg dat de vertegenwoordigers van de profielen elkaar in het begin onwennig bekeken en zij de anderen ondertussen probeerden te overtuigen hoe goed zij wel bezig waren.
Na verloop van tijd bleek echter dat er veel was dat hen verbond. Dat het Technasium evenzeer de verbinding met het bedrijfsleven zoekt als de VerenigingCultuurProfielScholen, dat het Honours Programme van de stichting Het Zelfstandig Gymnasium tegen dezelfde beperkingen aanloopt als de leerlingen die topsport en onderwijs proberen op de LOOT/TopsportTalentscholen te verbinden.
En dat de moeilijkheden bij de vakkenintegratie bij het profiel Natuur, Leven en Technologie niet wezenlijk verschillen van die bij de Geo Future Schools, een profiel dat zich richt op de geïntegreerde aanpak van ruimteproblemen. Zij allen lopen tegen de beperkingen van het bestaande onderwijssysteem aan en zoeken naar oplossingen voor hun problemen.
Het is daarom ook geen wonder dat de benaderingswijze en de aanpak van de onderwijsvernieuwing die curriculum.nu hanteerde op de profielscholen vaak met enthousiasme werd begroet. Vandaar dat de docenten van deze scholen sterk waren vertegenwoordig in de verschillende ontwikkelteams. Daarin konden zij hun expertise op het terrein van de onderwijsvernieuwing goed gebruiken voor het ontwikkelen van de opdrachten en experimenten voor een nieuw curriculum. Opnieuw bleek daarbij hoe waardevol het is om gebruik te kunnen maken van de ervaring van hen die dagelijks voor de klas staan.
Bekwame, completere en tevredener mensen
Het is daarom van groot belang dat dit zo blijft en de onderwijsvernieuwing doorgaat. Met een vernieuwing die de medewerkers van de scholen de ruimte biedt om dat te doen wat goed is voor hun leerlingen. Geen wereldvreemde vernieuwing dus maar een vernieuwing vanaf de basis. Geef daarom ruimte aan de professionaliteit van de docenten en zadel hen niet op met nog meer verplichtingen en protocollen, die binnen de kortste keren meestal veranderen in afvinklijsten. Laat hen de ruimte en verlaag daarbij zeker niet de eisen aan de leerlingen. Er is geen docent die dat wil!
Wat zij wel willen en waarna zij zelfs verlangen, is de mogelijkheid het onderwijs te geven dat goed aansluit bij hun leerlingen zodat zij hen nog beter kunnen begeleiden om bekwame, maar ook completere en tevredener mensen te worden. Mensen die klaar zijn de reis door het leven te beginnen.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)