Door Vincent Koreman
De eerste keer dat ik naar de film ging was echt een magische gebeurtenis. Ik mocht met mijn vader mee naar de kleine bioscoop in ons dorp. We gingen naar de actiefilm ’20.000 Leagues Under The Sea’ (Fleischer, 1954), die om een of andere reden bij ons in Dongen pas draaide in de jaren ’70. Natuurlijk was ik met mijn 5 jaar eigenlijk veel te jong voor deze film, gevuld met zeemonsters, gevechten, ontploffingen en laserstralen. Ook was de film in het Engels, dus ik denk dat mijn vader vast hoorndol werd van mijn constante vraag: ‘en wat zegt ie nu?’
Ik had er ook dromen over. Niet alleen over de film, maar over de hele situatie waarbij we in een donkere zaal naar een verhaal zaten te kijken. Over het felle daglicht dat ons weer tegemoet kwam na de titelrol. Over de snacks, waarbij ik redelijk zeker weet dat mijn pa zijn sigarettenas morste op mijn zoete popcorn. Maar vooral over deze film, met rare effecten, close-ups van octopussen en haaien en veel onderwaterbeelden met stuntmannen. Het liet een verpletterende indruk op me na die ik nu, 44 jaar later, me nog goed voor de geest kan halen.
Nu ga ik klinken als een bejaarde man, maar toen daarna op school een kar het lokaal werd binnen gereden met daarop een grote, zware tv en een videorecorder, werd ik meteen enthousiast. De gordijnen van het lokaal gingen dicht en we mochten tijdens de les tv kijken! Zonder internet en smartphone is een kinderhand snel gevuld. Het voelde als een kleine vakantie in de week om even naar een documentaire te kijken over wat dan ook.
Toen ik werkte in filmeducatie, viel me vooral op dat veel van de beschikbare filmeducatie zich richt op registratie, op documentaire, op het delen van verhalen. Ik zag kinderen in Aleppo, vechtend voor hun leven. Kinderen en volwassenen van over de hele wereld, die er het beste van moeten maken. Natuurlijk is het belangrijk om onze medemens te zien en te horen, om begrip voor elkaar te (leren) hebben. Je in hun situatie te verplaatsen en te leren van elkaar. Maar het voelt wel opeens weer als les.
Mijn punt is, film is bij uitstek geschikt om het onmogelijke te verbeelden. Het ongeziene zichtbaar te maken en je mee te nemen naar de onwerkelijkheid. En dat is niet alleen prettig als je in een tijdelijke situatie zit waarbij je nergens heen kan, maar geeft je ook een beeld van het brede scala aan mogelijkheden voor je eigen toekomst. Wie je ook bent, wat je ook doet, waar je ook woont.
Je verbeelding is een krachtig wapen, gebruik het goed.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op www.filmeducatie.nl
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)