Grondige herijking cultuurbeleid nodig

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
De roep wordt steeds sterker: het cultuurbeleid en het bijbehorende stelsel moeten grondig worden herzien. Hoog tijd dus om hierover een fundamenteel debat te voeren, vinden Marlies Tal en Sanne Scholten. Een debat dat uitmondt in adviezen aan de onderhandelende partijen voor een nieuwe regeringscoalitie, aan de (nieuwe) cultuurminister en aan de Raad voor Cultuur. Het doel: herijkt cultuurbeleid gericht op cultuur voor iedereen. Wie debatteert mee?

Door Sanne Scholten en Marlies Tal

We horen steeds vaker een roep om herijking, vernieuwing en verruiming van het cultuurbeleid. Om verschillende redenen: sommigen zijn zich er steeds meer van bewust dat niet iedereen kan meedoen aan kunst en cultuur, bij anderen groeit het besef dat de maatschappij niet genoeg gebruik maakt van kunstvormen en kunstuitingen buiten de gevestigde orde, weer anderen realiseren zich dat als je cultuurbeleid niet maatschappelijk kunt legitimeren, de grondslag eronder wegvalt. En dan zijn er nog verschillen in opvatting over het inzetten van kunst als doel of als middel.

Wat de opvattingen ook zijn, het is duidelijk dat er iets moet veranderen in de manier waarop cultuurbeleid wordt ontwikkeld en ingericht.

Marcio tijdens de repetities
Foto: www.iktoon.nl
‘Marcio tijdens de repetities’

Moeizaam proces

Als er iets duidelijk wordt in de recente adviesronde voor de vierjarige subsidies van het Rijk, de fondsen en grote gemeenten, dan is het wel dat vernieuwing in de cultuursector een moeizaam proces is. Voor je het weet rijdt de cultuurbeleidstrein alweer door op hetzelfde spoor als dat van vier jaar eerder.

Al jaren hoor je geluiden dat er verandering nodig is om het cultuurbeleid te kunnen legitimeren en al jaren strijdt men in de sector voor erkenning en financiering. Er is geprobeerd om de sector diverser en inclusiever te maken, maar daarin is nog niet de gewenste vooruitgang geboekt. Tegelijkertijd lukt het nieuwe spelers niet om toe te treden tot de sector omdat zij niet binnen de geldende kaders vallen. Hoe komt het toch dat we het blijkbaar zo graag anders willen, maar dat ons dat keer op keer niet of nauwelijks lukt? Op dit soort vragen willen we de komende maanden gezamenlijk antwoorden zoeken.

Momentum

Dat er behoefte aan verandering is blijkt ook uit artikelen die de laatste jaren in binnen- en buitenland zijn verschenen (zie links onderaan). Ze gaan in op een breder kunstbegrip, op meer aandacht voor alledaagse creativiteit, op de waarde van creativiteit en op kunst in een duurzame en veerkrachtige samenleving. Niks l’art pour l’art: kunst heeft een grote persoonlijke, sociale, maatschappelijke, fysieke en economische waarde en daar zouden we ons veel meer op moeten richten!

Ook in de samenleving is er momentum: op steeds meer terreinen zijn er discussies over systematische ongelijkheid: van #metoo en #blm, tot mbo-studenten die strijden voor dezelfde rechten als hbo- en wo-studenten.

Ging de cultuursector tot nu toe niet ver genoeg? Zijn er radicalere aanpassingen nodig? Structurele aanpassingen van het systeem? Never waste a good crisis, is een veelgehoorde leus. Als we dan vanwege corona een ‘nieuw normaal’ moeten ontwikkelen, hoe kunnen we dat nieuwe normaal dan vormgeven voor het culturele leven en de culturele sector? En wat is daarvan de impact op het cultuurbeleid? Volgend jaar zijn er landelijke verkiezingen en zal een nieuwe minister van OCW nieuwe lijnen uitzetten die invloed hebben op wat provincies en gemeenten doen en wat er in de culturele sector mogelijk is. Is dit dan niet een uitgelezen moment om stil te staan bij de contouren van het cultuurbeleid en de kans te pakken die te beïnvloeden?

Vier thema’s

Om te komen tot een nieuw perspectief op ons cultuurbeleid, is het nodig de komende tijd gezamenlijk een aantal belangrijke thema’s te bespreken: kansengelijkheid, de breedte van cultuur, diversiteit & inclusie en kunst als onderdeel van een duurzame en veerkrachtige samenleving. De uitkomsten moeten leiden tot een krachtig advies voor de toekomst.

Kansengelijkheid

Het eerste en belangrijkste thema waar cultuurbeleid zich op moet richten is kansengelijkheid. Verschillen in culturele ontwikkelkansen beginnen thuis en nemen in het onderwijs verder toe. Op het vmbo is het aantal uren jaarlijks cultuuronderwijs bijvoorbeeld slechts een derde van dat op de havo en een vierde van dat op het vwo. En dat terwijl vmbo-leerlingen van huis uit vaak al minder culturele bagage meekrijgen. Het mbo biedt überhaupt geen cultuuronderwijs, tenzij opleidingen daar zelf voor kiezen. Neem deze verschillen weg, zodat ook jongeren met een praktische opleiding zich bewust worden van hun eigen cultuur en die van anderen in de samenleving. Zorg dat ze ervaren dat cultuur van hen is en focus minder op specifieke geïnstitutionaliseerde kunstuitingen.

Welk cultuurbegrip?

En dat brengt ons op het tweede thema: welk cultuurbegrip hanteren we? We zeggen nogal gemakkelijk dat bijvoorbeeld jongeren niet geïnteresseerd zijn in kunst en cultuur, maar is dat wel zo? Of formuleren we het begrip cultuur (en het begrip artistieke kwaliteit) zo smal dat heel veel (alledaagse) cultuur erbuiten valt, en daarmee een deel van de cultuurbeleving en kunstbeoefening van jongeren? Als dat zo is, is het dan niet hoog tijd om het begrip artistieke kwaliteit flink te herzien? Of om artistieke kwaliteit niet als het hoogste criterium binnen cultuurbeleid te hanteren, maar kwaliteit ook af te wegen tegen andere, minstens zo relevante criteria? Op die manier kunnen we voorkomen dat we via artistieke toetsing steeds dezelfde keuzes blijven maken.

Diversiteit en inclusie

Inzetten op diversiteit en inclusie hangt daar vervolgens sterk mee samen. Want als we bepaalde vormen van kunst en creativiteit uitsluiten, sluiten we automatisch ook de beoefenaars daarvan uit. En als we bij het stellen van artistieke normen bijvoorbeeld uitgaan van een ‘normaal’ functionerend lichaam, kun je met een beperking nooit het hoogste artistieke niveau halen. Dus als we een inclusieve sector willen creëren, dan moeten we dit soort zaken onderzoeken en aanpakken. Werken aan een inclusieve sector moet vanzelfsprekend zijn, in elk geval voor iedereen die publiek gefinancierd wil worden.

Kunst als onderdeel van een duurzame, veerkrachtige samenleving

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) pleitte er in 2019 voor om steviger te investeren in kunst, omdat kunst een positief effect heeft op onze gezondheid. Er is dan ook steeds meer professionele belangstelling voor een andere benadering van de gezondheidszorg: een medische oplossing werkt niet altijd en de kosten voor de zorg rijzen de pan uit.

Aan de andere kant maakt de cultuursector zich zorgen over de toenemende instrumentalisering van het cultuurbeleid en over de nadruk die er ligt op de maatschappelijke aansluiting van kunst en cultuur. Ook vraagt men zich af waarom er toch steeds weer legitimeringsvragen gesteld worden bij cultureel aanbod.

Belangrijk om in dit verband op te merken is dat de World Bank Group onlangs stelde dat investeren in cultuur goed is voor de economie, voor de veerkracht van de samenleving én voor het individu. Het zal daarom de komende maanden belangrijk zijn om tot elkaar te komen en krachtig cultuurbeleid te ontwikkelen dat recht doet aan zowel de artistieke als de instrumentele waarde van cultuur.

Meedenken of meepraten?

We horen graag ook jullie voorstellen voor de vernieuwing van cultuurbeleid! Zet je voorstel in 100 woorden op papier en mail die naar DesireedeKreuk@lkca.nl.
En luister ook naar de Zet Cultuur op de Agenda-podcasts!

Achtergrond en context

Programma Zet Cultuur op de Agenda

Programma Zet Cultuur op de Agenda

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4.8 / 5. totaal 6

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (2)
Ruth van de Pol 09-08-2021

Alles van waarde is weerloos…
Nu zelfs deze waarde aanhoudend wordt onderschat is een ander beleid en herziening cruciaal!

reageer
Jillis Verbeek 13-10-2020

Het is volgens mij interessant om vanuit dit artikel en genoemde achtergronden nader te bekijken wat artistieke kwaliteit en daarbij ook artistiek vermogen inhoudt. Door 'artistiek' en de kwaliteit die er aan te verbinden is, te bekijken vanuit een werkelijkheidservaring en te omschrijven vanuit idealistisch niveau (het opsporen van iets universeels) en minder te verbinden met vaardigheden binnen disciplines, dan is artistieke kwaliteit waarschijnlijk juist een mogelijkheid tot inclusie. Artistieke toetsing lees ik nu als vaardigheidstoetsing in dit artikel. Voor mij zou het meer de toetsing zijn van de universele boodschap en de waarheidsliefde die daarin gevoeld wordt. De basis voor inclusie

reageer
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel