Door Debby Bos-Merién
Voor mijn afstuderen aan de Master Kunsteducatie kreeg ik een interessante vraag van een basisschool: Wat is een praktische manier om leerlingen stapsgewijs te begeleiden in het esthetisch ervaren van kunst?
Ik merkte dat bestaande methodes om naar kunst te kijken, zoals Visual Thinking Strategies (VTS), Art-Based Learning (ABL), de methode van Terry Barrett (TBM) en Visible thinking (VT) niet helemaal voldeden aan de vraag die de school stelde.
VTS richt zich op wat je visueel waarneemt in het kunstwerk. Bij de methode van Terry Barrett (TBM) ligt de focus op het zoeken naar de betekenis van een kunstwerk zoals de maker het heeft bedoeld. Bij beide is hierdoor minder ruimte voor het subjectieve: dat wat je niet ziet, maar wél ervaart. Dit subjectieve is een essentieel onderdeel voor het esthetisch ervaren van kunst. ABL biedt wel ruimte voor het subjectieve, maar deze methode is weer minder praktisch uitvoerbaar in de klas.
Persoonlijke verbinding
Met de sterke punten van VTS, ABL, TBM en de aanverwante methodes Visible Thinking (VT), Artful Thinking als uitgangspunt, ben ik gekomen tot een nieuwe methode: Guide to Connect. Een makkelijk toe te passen instrument dat uit drie stappen bestaat. Anders dan andere methodes richt de Guide to Connect zich op de persoonlijke verbinding met een kunstwerk door het werk esthetisch te ervaren.
Het begrip esthetische ervaring wordt in de literatuur verschillend omschreven. In mijn onderzoek heb ik esthetische ervaring gedefinieerd en samengevat tot deze drie essentiële componenten:
- 1. Gevoel (bewust ervaren emotie)
- 2. Voorstellingsvermogen
- 3. Subjectieve eigenschappen (koppeling met persoonlijke herinneringen, ervaringen en verlangens)
De stappen van Guide to Connect
Stap 1: Verkennen
Om het kijkproces te ondersteunen en leerlingen aandachtig te laten waarnemen, beginnen de leerlingen met het schetsend natekenen van het kunstwerk. Door de combinatie van kijken en doen worden leerlingen via verschillende kanalen aangesproken en zien en ontdekken ze meer.
Stap 2: Onderzoeken
De volgende stap is een geleid groepsgesprek met VTS als basis. Aan de drie standaard VTS-vragen (‘Wat gebeurt er?’, ‘Waaraan zie je dat?’, ‘Wat kun je nog meer ontdekken?’) zijn vragen toegevoegd die betrekking hebben op gevoelens, herinneringen, ervaringen en gedachtes. De vragen zijn onder meer: ‘Wat denk je daarbij?’, ‘Wat voel je daarbij?’, ‘Is er iets dat je herinnert aan een gebeurtenis die je hebt meegemaakt?’, ‘Wat maakt dat je dat zegt?’. Deze subjectieve vragen maken leerlingen meer bewust van wat ze denken en voelen. Ze kunnen hierdoor verbinding zoeken met de eigen binnenwereld.
Stap 3: Verbeelden
De laatste stap is het verbeelden en creëren van een eigen verhaal. Zo stimuleer je leerlingen een persoonlijke verbinding met het kunstwerk aan te gaan. Net zoals bij ABL en Artful Thinking stappen de leerlingen als het ware in het werk. Ze gaan op ontdekking en bedenken wat of wie ze daar allemaal tegen komen, wat ze waarnemen, wat ze doen, wat ze voelen, horen en ruiken en wat er verder allemaal gebeurt. Ze maken een eigen verhaal waarin ze zelf een hoofdrol spelen.
De leerlingen kunnen bij het creëren van hun verhaal gebruik maken van alle eerdere waarnemingen, ideeën en inzichten die ze hebben opgedaan in stap 1 en 2. Ze laten hun fantasie de vrije loop en kunnen alle zintuigen betrekken in hun eigen gecreëerde mogelijke wereld. De leerlingen kunnen zich in deze stap helemaal laten meeslepen door het kunstwerk. Het eigen verhaal kan worden opgeschreven, of worden vormgegeven in andere disciplines zoals schilderen, dansen of zingen. Tot slot delen leerlingen de verhalen met elkaar.
Ervaringen in de praktijk
De school die deze interessante vraag stelde, de J.P. Waaleschool in Gorinchem, heeft deze stappen uitgebreid getest. Hun ervaring is dat de Guide to Connect een goed en bruikbaar instrument is. Ruim 70 procent van de leerlingen ervaart het gebruik van de Guide to Connect positief. De leerkrachten zien de waarde ervan in en waarderen het om op deze wijze de leerlingen te kunnen begeleiden en enthousiasmeren bij het kijken naar kunst.
Het is hen ook duidelijk geworden dat deze manier van begeleiden, waarbij de leerkracht de rol heeft van procesbegeleider en niet die van kennisoverdrager, minder makkelijk is dan gedacht. Neutraal blijven, blijkt soms niet eenvoudig. Het is daarom goed leerkrachten te coachen in het toepassen van deze methode. Verder helpt het om belangrijke begrippen, zoals emotie, gevoel en fantasie vooraf met de leerlingen door te nemen. De school raadt aan de methode regelmatig toe te passen zodat de leerlingen steeds bedrevener worden in het ervaren van kunst.
Ontwikkeling van leerlingen
Door met behulp van de Guide to Connect te kijken naar kunst, verbinden leerlingen zich met de inhoud van dat wat ze zien en ervaren. Hun fantasie wordt gestimuleerd en er wordt volop beroep gedaan op hun verbeeldingsvermogen.
Verbeeldingsvermogen gaat over het zien en bedenken van mogelijkheden en het omgaan met verschillen en veranderingen. Leerlingen leren omgaan met meerduidigheid, verschillende inzichten en meningen en dit helpt ze een stap verder te komen in het proces van persoonsvorming.
- Download hier de Guide to Connect
- Meer informatie over de methode Guide to Connect staat in deze hand-out met bijbehorende toelichting (pdf)
- In de hand-out wordt verwezen naar het korte filmpje ‘Stap in het schilderij’. Dit is niet beschikbaar op internet, maar je kunt wel onderstaande alternatieven gebruiken:
- Wandelen door de wereld van Van Gogh: https://youtu.be/jBOL5yakREA
- Dreams of Dali: https://youtu.be/F1eLeIocAcU
- Rondkijken in de Imaginary Prisons van Giambattista Piranesi: https://vimeo.com/36757486
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)