Het culturele leven, nog te weinig van en voor iedereen

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Foto: ML Duong, Leeuwarden Culturele Hoofdstad: Conference of the Birds

Zorg dat niet alleen de hoogopgeleide witte bezoeker, maar alle mensen zich kunnen herkennen in onze exposities en onze voorstellingen. Lees de oproep van Tweede Kamerlid Corinne Ellemeet (GroenLinks) om het cultuuraanbod te democratiseren. Zij geeft drie goede voorbeelden.

Cultuur is voor iedereen. Daarom roept GroenLinks minister Van Engelshoven op het aanbod te democratiseren: laat mensen meebeslissen over de programmering van de schouwburg of de samenstelling van een museumexpositie en de betrokkenheid wordt groter. Daarbij moet niet alleen de hoogopgeleide museum-hoppende concertgebouwbezoeker worden geraadpleegd, maar juist ook de scholier die voor het eerst kennismaakt met het cultuuraanbod en niet meteen iets vindt dat hem aanspreekt.

Deze maand presenteerde het Sociaal Cultureel Planbureau haar onderzoek naar ‘Het culturele leven’ in Nederland. Met goed nieuws. Zo blijkt dat twee derde van de Nederlanders cultuur beoefent: muziek maakt, zingt, toneel speelt of schildert. Het bevestigt mijn beeld van mensen: ze genieten van cultuur als ze daar de kans toe krijgen.

Dat betekent niet dat Nederland tevreden kan achteroverleunen als het om het culturele leven van zijn inwoners gaat. Wie het rapport goed leest, ontdekt dat er nog veel werk te verrichten is. Zo blijkt ook uit dit rapport weer dat hoogopgeleiden het meest gebruik maken van het cultuuraanbod en dat vooral mensen met een niet-westerse achtergrond juist weinig deelnemen aan het culturele leven.

Cultuur verder democratiseren

Met andere woorden: werk aan de winkel voor minister van Cultuur Ingrid van Engelshoven. Want cultuur is voor iedereen. Ook de gesubsidieerde cultuur waarvoor zij samen met de regionale overheden de uitgangspunten bepaalt. Het is niet ingewikkeld om cultuur verder te democratiseren. Geef mensen de mogelijkheid om mee te denken over wat er te zien en te horen is. En zorg dat niet alleen de hoogopgeleide witte bezoeker, maar alle mensen zich kunnen herkennen in onze exposities en onze voorstellingen. Gelukkig zijn er al veel goede voorbeelden te geven van het betrekken en bedienen van een breed publiek. Daar kunnen we van leren.

Goede voorbeelden

  • Culturele hoofdstad Leeuwarden is van de Friezen. Zij hebben in vele gesprekken meegedacht en meegewerkt aan de programmering. Hun dromen en hun verhalen waren het vertrekpunt voor alle onderdelen van hun culturele hoofdstad.
  • Theater Zuidplein in Rotterdam begeleidt grote talenten uit de eigen buurt met de ontwikkeling van producties, en programmeert voorstellingen met en voor Rotterdammers die bijna nooit naar een theater gaan. En Verhalenhuis Belvédère, ook ‘op Zuid’, kookt met en voor de mensen uit de stad en heeft iedere drie maanden een tentoonstelling die een connectie heeft met de persoonlijke verhalen van Rotterdammers.
  • De Deventer Schouwburg heeft haar deuren van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat geopend voor initiatieven uit de stad, en werkt met stadsprogrammeurs aan een divers programma van, voor en door de Deventenaren.

Drie dingen geef ik de minister mee

Van de hier genoemde koplopers heb ik drie dingen geleerd die ik de minister wil meegeven. Allereerst moeten we af van de subsidievoorwaarde dat de programmering  lang van tevoren moet zijn vastgelegd. Er bestaat bij cultuurinstellingen grote behoefte aan ‘vrije’ ruimte die ze de mogelijkheid geeft om in te spelen op initiatieven van stads- of buurtgenoten.
Daarnaast worden schouwburgen en musea veel te scherp afgerekend op bezoekersaantallen. Kijk ook eens naar de bezoekersimpact: de vraag een voorstelling of expo landt in de samenleving of wie zich er toe aangetrokken voelt is ook belangrijk als je alle inwoners van ons land wilt bedienen.

Tenslotte gaat niet alleen de minister over de regels rond het gesubsidieerde aanbod, maar hebben ook gemeenten en provincies er iets over te zeggen. Als het GroenLinks lukt om Van Engelshoven te overtuigen dat deze sector baat heeft bij meer inspraak vanuit de samenleving, rekenen we er op dat de minister lokale en regionale  bestuurders met  hetzelfde enthousiasme overtuigt.

Met deze inzet kunnen cultuurinstellingen dan de deuren open zetten voor iedereen. Dat gaat ongetwijfeld leiden tot een ander aanbod van kunst en cultuur. Maar onze culturele sector is bij uitstek een plek waar traditie en vernieuwing hand in hand gaan. We roepen minister Van Engelshoven op ruim baan te maken voor democratisering van een sector die moet drijven op nieuwe ideeën en inspiratie. Dat is niets om bang voor te zijn, maar iets om naar uit te kijken.

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel