Kunst, burgerschap, educatie en onderzoek: breng ze in Europa bij elkaar!

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Kunst is een drijvende kracht naar maatschappelijke vernieuwing. Daarom moeten we kunstenaars een centrale plek geven in het Europese beleid, en de schotjes tussen subsidiestromen wegnemen, vindt Lars Ebert. Want het is nu veel te ingewikkeld om bijvoorbeeld participatieve kunstprojecten gefinancierd te krijgen. Zijn advies: stem 23 mei op een kandidaat die op kunst inzet.

Door politieke, wetenschappelijke, technologische en maatschappelijke dynamiek veranderen de positie van de kunst en de rol van de kunstenaar in rap tempo. De woorden ‘autonoom’ en ‘grensverleggend’ kenmerken de positie die kunst tegenwoordig inneemt. In uitwisseling met andere disciplines en met de samenleving zoekt de kunstenaar naar de mens en zijn houding in een steeds complexere wereld. Daarmee is kunst een drijvende kracht van maatschappelijke vernieuwing. 

Het World Economic Forum plaatste creativiteit in de top drie vaardigheden die de mens nodig heeft om in de nabije toekomst nog een betekenisvolle rol te spelen in de wereldontwikkeling. Technologische ontwikkelingen hebben een post-humaan tijdperk ingeleid, volgens Rosi Braidotti e.a. Het bestaan van de mensheid hangt in grote mate ervan af hoe zij haar rol in het samenspel van natuur en machine gaat vormgeven.

De filosoof Yuval Noah Harari wijst erop dat we nu als mensheid moeten bepalen hoe we ons willen ontwikkelen. Dat zullen we moeten doen vóórdat nieuwe evolutionaire krachten als Big Data en Artificial Intelligence dit voor ons bepalen. 

Dit overstijgt de tweedeling tussen cultuurpessimisme en vooruitgangsgeloof; het gaat om een compleet nieuwe zienswijze. De enige zinvolle stap is: de kunstenaar en de kunst een centrale rol toebedelen. Haar autonome positie, haar verstorende kracht, haar onderzoekende, creatieve kracht, haar toegepaste en economische kracht en haar integratievermogen hebben wij nodig in alle maatschappelijke gelederen. 

Dit besef dringt (te) langzaam door, ook in Europa. 

Onze instituties en ons cultuurbeleid zijn hier niet klaar voor. Wat zou er moeten veranderen? 

Creëer een duidelijke visie op discipline-overstijgende samenwerking 

Om te beginnen moet er een duidelijke visie komen op discipline-overschrijdende samenwerking. In veel projecten komen al verschillende vakken en disciplines samen. Maar er kan nog een duidelijke stap worden gezet naar inter-disciplinariteit. Lees Roland Barthes: ‘Interdisciplinair onderzoek […] wordt niet zomaar bereikt door wetenschappelijke specialismen met elkaar te confronteren. […] het begint pas werkelijk wanneer de solidariteit van de oude disciplines verbroken wordt […] om plaats te maken voor een nieuw object en een nieuwe taal […].’ 

Interdisciplinariteit is van groot belang om het artistieke veld verder te ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan de internationale discussie rond de STEM-vakken (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Het is urgenter dan ooit om de A van ‘Art’ daaraan toe te voegen en er STEAM van te maken. 

In een wereld van artificial intelligence en automatisering zal kunst het leven zinvol maken en de mens van de nodige competenties voorzien: naast creativiteit ook kritisch denken en probleemoplossend vermogen. 

De EU kan hier met haar subsidieprogramma’s een voorbeeldfunctie innemen, en verantwoording nemen voor de toekomst. 

Richt de subsidiestromen logischer in 

Voor interdisciplinariteit is het belangrijk de subsidiestromen logischer in te richten. Nu worden we nog gedwongen te kiezen. Zoek je geld voor een participatief project dat inclusieve burgerschap wil bevorderen, dan vraag je aan bij Citizens for Europe. Voor artistieke projecten ga je naar Creative Europe, tenminste als je een zak geld meebrengt voor de matchfunding. Als je educatieve programma’s wilt ontwikkelen ga je naar Erasmus+ en als je wetenschap wilt bedrijven naar Horizon 2020. Maar steeds vaker schieten deze categorieën te kort. 

Bijvoorbeeld: European Academy of Participation

Neem het project European Academy of Participation. Een groep van tien partners uit negen Europese landen ontwikkelde een programma waarbij kunstenaars een intensieve cursus volgen om zich voor te bereiden op participatief werken. Twee kunstacademies, twee universiteiten, vier culturele podia en twee netwerken kwamen binnen dit project bij elkaar. Deelnemers moesten dus aan academische en artistieke criteria voldoen, maar ook aan criteria op het gebied van cultuurparticipatie en beleid.

Het was een prachtig, flexibel en rijk programma én een pittige uitdaging. De uitkomsten mogen er zijn1, maar toch klopte er iets niet. Het subsidieprogramma had beperkingen. Het project werd gefinancierd als een Strategische Partnerschap in het Erasmus+ programma. Dit educatieve raamwerk paste bij de universiteiten, maar minder goed bij de culturele partners. Artistieke methodes moesten vaak uitgelegd of verdedigd worden. Combinatie van Europese gelden (Citizens for Europe en Erasmus bijvoorbeeld) is niet toegestaan en de nationale potten willen liever geen EU-geld matchen. 

Voor een project dat nieuw aanbod wil scheppen voor de participatief werkende kunstenaar, zijn dit cruciale belemmeringen. Participatief werk is per definitie cultureel én onderzoekend én educatief, wil een impact op burgerschap hebben én wil grenzen overschrijden. Het heeft de breedte nodig; het wil bruggen slaan tussen sectoren en disciplines en nieuwe methodes, nieuwe taal en nieuwe en verrassende media scheppen, zoals dat door Roland Barthes zo treffend is verwoord. 

Stem op verlichte Europeanen 

Met de huidige beperkingen komen we niet verder. Laat de verschillende fondsen elkaar matchen, laat ze in elkaar overlopen, haal de schotjes weg. Een eerste stap is het juiste beleid. En dat begint abstract, met kleine woordjes en lettertjes, zoals de A van Art die we aan STEM toevoegen. En het begint aan de top, op het niveau van het in Europese parlement. Dit zal impact hebben op de EU-Commissie en op de funding-programma’s. En daarna kunnen we het nationaal beleid bekijken2

Wat kunnen we doen? Op 23 mei gaan stemmen op de juiste mensen, de verlichte Europeanen die zich inzetten voor Europese integratie door op kunst in te zetten. En dan wel zonder beperkingen! 

Zie hier de recente brief van het Europaplatform van Kunsten92 aan minister van Engelshoven

Foto Lars Ebert ©Benjamin Hensel
Foto boven artikel ©European Parliament, Flickr.com

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel