Kunst is dé manier om onbeperkt te zijn

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Ik kan niet de hele dag rondlopen met het idee dat ik beperkt ben, het zijn de anderen die mij zo noemen, ik ben het niet, schrijft Vincent Bijlo. Lees zijn hartstochtelijke pleidooi om het denken in patronen, in hokjes, in de cultuursector te doorbreken. Ze zijn hardnekkig, die patronen, ze gaan over wij en zij, nooit over wij.

Kunst is de manier om onbeperkt te zijn, wij zijn het die in beperkingen denken. Contact is de enige manier om van het stigma, waaronder veel zogenaamd beperkten gebukt gaan, af te komen.

Stigma’s maken de wereld overzichtelijk

Een stigma is meer dan een label, een sticker of een etiket. Het is een brandmerk, zichtbaar, onzichtbaar, voelbaar, merkbaar. Het is een juk, je krijgt het omdat je in de ogen van anderen anders bent. Besmettelijk, gevaarlijk, raar, opruiend, subversief, non-conformistisch, van het verkeerde geloof of van helemaal geen geloof, L of G of B of T of Q of I of A of P, of hiv, of blind of doof of niet helemaal goed of lam of islam. Het zijn allemaal redenen om je te brandmerken, te isoleren. Dat geeft ‘ze’ macht, het maakt dat ‘zij’ van waarde zijn en de gestigmatiseerden niet, of veel minder.

Het maakt de wereld makkelijk en overzichtelijk.

De eerste keer dat ik dat zelf merkte was ik aan het winkelen met een vriendin. Ze zag overal leuke laarzen. Toen ze voor de tiende keer een winkel binnenliep bleef ik even buiten wachten. Kreeg ik 5 gulden in mijn hand gedrukt. 

Een andere keer stond ik te wachten bij een bushalte. Op een gegeven moment stopte er een bus, ik werd voorin die bus gehesen, door het gangpad doorgegeven en via de achterste deur weer op straat gezet.

Iedereen denkt in patronen

We denken in patronen, allemaal. Jij, wij, zij, ik, hij. We moeten ze doorbreken, ontrafelen en verbinden. Ze zijn hardnekkig, die patronen, ze gaan over wij en zij, nooit over wij.

Wie zijn wij? Wij zijn mensen die zich onbeperkt wanen en anderen beperkt noemen. Wij denken dat zij iets niet kunnen en wij wel. Lopen, denken of zien. Waarom wanen wij ons onbeperkt? Omdat we denken in patronen. Wij denken dat als je blind bent je niets ziet, terwijl het zien dat wij doen vaak niet meer is dan kijken. Als je alleen kijkt, dan zie je niets, als je samen kijkt, dan zie je iets. Dan zie jij mij, dan zie ik jou, hou jij van mij, en ik van jou. 

Stel je voor: Ik loop te wandelen met een gezelschapje in het bos. Iemand zegt: Hè, wat is het nou jammer dat jij die boom niet kunt zien. Ik zeg: Wat is het toch jammer dat jij de hele tijd loopt te ouwehoeren, je hoort de spechten niet. En je ruikt het bos niet door die wolk aftershave die om je heen hangt.

Laat ze maar de zienden, het zijn meewarige mensen. Ze kunnen niks, maar dan ook helemaal niks zonder licht. Overdag gaat het wel maar ’s avonds als het donker is hebben ze allerlei verlichtingsarmaturen en lichtprotheses nodig, anders kunnen ze niet functioneren. Ze kunnen niet eens eten zonder licht. Toch wanen ze zich onbeperkt omdat ze denken in patronen.

Ze zitten in patronen, terwijl ons zitpatroon, las ik vandaag, leidt tot een vroegtijdige dood. Zitten is het nieuwe roken. Roken ja, daar ben ik mee gestopt. Ik hoorde op de radio dat dat slecht is. Ik wist het niet, er staat geen braille op de pakjes sigaretten, dus roken is voor mij niet dodelijk.

We zijn verslaafd aan patronen, omdat de sleur van de patronen veilig is, voor veel mensen heilig is. Je kent wat je kent en wat je niet kent is eng, dat is het wat onbeperkten beperkt maakt en beperkten beperkt, want ook beperkten zitten in patronen.

‘Als je nou mocht kiezen he, doof of blind, wat zou je dan kiezen?‘
‘Allebei, want dan hoef ik jou niet meer te horen en te zien.’
We zitten vast in aannames en clichés van patronen.

Alles wat we hoeven te doen is elkaar zien

En daarom zeg ik: onbeperkten, beperkten, ze bestaan niet. Ik kan niet de hele dag rondlopen met het idee dat ik beperkt ben, het zijn de anderen die mij zo noemen, ik ben het niet. Wij zijn wij, alles wat we hoeven te doen is elkaar zien. Dat kun je doen met kunst en cultuur. Je kunt samen iets maken, iets creëren, op wat voor niveau dan ook en je kunt je laten inspireren door wat anderen gemaakt hebben.

Ik wens iedereen mijn muziekleraar van de lagere school toe, mijn tekenleraar op het vwo, die mij heeft geleerd hoe je van 3D 2D maakt en mijn vrouw, bij wijze van spreken dan, met wie ik door en museum kan lopen, ze kijkt voor twee. Ik voel aan haar wat ze ziet.

We zijn van kunst, van cultuur, we wonen erin, dat mag je niemand onthouden.

Met deze column sloot Vincent Bijlo NEXT STOP af, de Conferentie over kunst en cultuur voor mensen met een beperking.
Foto: Maarten Koeleman

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4 / 5. totaal 3

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel