De kunsten: een perfect oefengebied voor existentiële vragen

Pedagoog Gert Biesta over de waarde van kunst voor kinderen en jongeren
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
In het onderwijs zijn de kunsten niet belangrijk omdat je van kunst beter gaat presteren, schrijft Gert Biesta. Dat is niet alleen een kwetsbare maar eigenlijk ook een schandalige rechtvaardiging van de kunsten in het onderwijs. Nee, de kunsten zijn belangrijk omdat ze de mogelijkheid hebben de ‘knop van het ik’ van ieder mens te raken.
Foto: Unsplash, Bárbara Fróes

Ter gelegenheid van de presentatie van het boek Kleinood, geschreven door Janeke Wienk en uitgegeven door Cultuurschakel, gaf ik op 23 januari een korte lezing met de klip en klare titel ‘Kunst moet in het onderwijs.’ Ofschoon het boek van Janeke klein is – een handzaam formaat en een niet te lange tekst – is de inhoud groots, en daarom noem ik het een boek, geen boekje.

Via portretten van zes kunstenaar-docenten laat Janeke zien dat de kunsten iets heel bijzonders te bieden hebben in het onderwijs. Janeke benoemt dit, ook klip en klaar, als de existentiële waarde van kunst in onderwijs. Ze laat zien dat wanneer de kunsten echt als kunsten kunnen verschijnen – en niet, bijvoorbeeld, als denk- en maakprocessen (dat is de logica van design, niet van kunst) – ze als het ware een deur naar existentiële vragen en thema’s openen.

Vrijheid en existentiële vragen

Dat klinkt misschien gewichtig en gecompliceerd, maar existentiële vragen en thema’s zijn heel alledaags. Ze hebben te maken met de manieren waarop mensen hun eigen leven proberen te leiden, samen met anderen en met alles wat er op hun levenspad komt. Ze hebben niet te maken met wie we zijn, maar met hoe we zijn. Existentiële vragen hebben dus te maken met onze vrijheid – met het feit dat ons leven niet voorgeprogrammeerd is – en met de verantwoordelijkheid om goed met die vrijheid om te gaan.

Een leven leiden, je eigen leven leiden, en jezelf daarin niet verliezen of kwijtraken, is een hele klus, en daar kunnen kinderen en jongeren best wat hulp bij gebruiken. Sterker nog: ze hebben er recht op dat ze in het onderwijs niet alleen maar moeten ‘presteren’ en daar op afgerekend worden, maar ook tijd en ruimte krijgen om aan te komen in de wereld. En ook dat ze aangemoedigd en toegerust worden om staande te kunnen blijven in die wereld – we noemen dat zelfstandigheid.

Een betekenisvol oefengebied

De kunsten, zoals Janeke mooi laat zien aan de hand van de praktijken van de kunstenaar-docenten, zijn een heel betekenisvol oefengebied. Existentiële vragen en thema’s komen daar eigenlijk op heel vanzelfsprekende manier aan de orde.

De kunsten bieden unieke mogelijkheden om die vragen en uitdagingen ‘in beeld’ te krijgen, er mee aan de slag te gaan, en er mee te kunnen oefenen, zonder dat het allemaal perfect moet zijn. In dans kom je de mogelijkheden en beperkingen van je eigen lichaam tegen. In verf, klei, steen en hout ervaar je dat niet alles wat je kunt bedenken of wilt altijd mogelijk is. Muziek heeft zijn eigen tijd nodig – daar heeft haasten geen zin. Enzovoorts.

‘Wat is eigenlijk 

fundamenteel 

voor ons mens-zijn? Is dat kunnen lezen, schrijven en rekenen? Of ligt het misschien ergens anders?’

Wat is de basis?

Sommigen menen dat deze vragen en uitdagingen helemaal niet thuishoren in het onderwijs. Anderen menen dat het onderwijs hier misschien wel iets mee zou mogen doen, maar dat eerst de basis op orde moet zijn. Dat klinkt altijd verleidelijk – Wie zou de basis niet op orde willen hebben? – maar de vraag die maar al te vaak wordt ‘vergeten’ is wat die basis eigenlijk is. Of, met de woorden die ik in mijn lezing gebruikte: Wat is eigenlijk fundamenteel voor ons mens-zijn? Is dat kunnen lezen, schrijven en rekenen? Of ligt het misschien ergens anders?

Modelburger

Ik geef het voorbeeld van Adolf Eichmann, die in Nazi-Duitsland verantwoordelijk was voor de logistiek van de concentratiekampen. Eichmann kon ongetwijfeld goed lezen, schrijven en rekenen, en ook goed calculeren. Maar toen hem door de rechters van de rechtbank in Jeruzalem werd gevraagd of hij verantwoordelijk was voor de gevolgen van zijn daden, zei hij dat hij daar persoonlijk geen verantwoordelijkheid voor droeg, omdat hij zich keurig aan de bevelen van de mensen boven hem had gehouden en keurig had geleefd volgens de waarden van de samenleving – bijna als een modelburger.

Wat merkwaardig is aan Eichmann’s antwoord, is dat hij niet alleen wegloopt van zijn verantwoordelijkheid, maar ook wegloopt van zichzelf. Hij zegt niet alleen ‘Ik heb hier niets mee te maken,’ maar ook ‘Hier is niemand thuis; ik ben alleen maar een doorgeefluik.’  Eichmann lijkt dus niet echt in de wereld te willen zijn – niet in de ‘echte’ wereld, zouden we kunnen zeggen. En hij lijkt het helemaal niet erg te vinden om zichzelf kwijt te zijn.

Dat staat haaks op twee educatieve motto’s. Het ene motto komt van de filosoof Martin Buber die in een van zijn teksten stelt dat de eerste taak van de echte leraar in onze tijd die is van de pijn wakker houden en het verlangen wekken. De pijn waar Buber het over heeft is gewetenspijn – de mogelijkheid dat er iets ‘knaagt,’ dat we kunnen twijfelen over onze keuzes en ons handelen, en niet gewetenloos door het leven gaan. En het verlangen waar Buber het over heeft, duid ik aan met een zin van de filosofe Hannah Arendt: thuis proberen te zijn in de wereld – wat een uitdaging is, juist omdat de wereld ‘echt’ is, en dus lang niet altijd is zoals wij het graag zouden willen.

De ‘knop van het ik’

Als het onderwijs kinderen en jongeren geen mogelijkheden biedt om deze uitdagingen ‘in beeld’ te krijgen en ermee te oefenen, kunnen we dan als samenleving eerlijk zeggen dat we de basis op orde hebben? Ik denk het niet. En juist omdat de kunsten ten aanzien van deze vragen en thema’s zo veel te bieden hebben, en ook zoveel unieks te bieden hebben, moet kunst in het onderwijs.

Dat is niet omdat je van kunst beter gaat presteren – dat is niet alleen een kwetsbare maar eigenlijk ook een schandalige rechtvaardiging van de kunsten in het onderwijs. Niet omdat kunsten goed zouden zijn voor leren en ontwikkelen – Eichmann had immers ook veel geleerd en zich op allerlei manieren ontwikkeld. Maar omdat de kunsten de mogelijkheid hebben de ‘knop van het ik’ van ieder mens te raken, zoals ik het wat plastisch formuleer. Omdat de kunsten deuren openen naar wat fundamenteel is voor ons mens-zijn, voor onze menselijke existentie, ons bestaan als mens.

En nog mooier dan dat we ervoor zorgen dat alle leerlingen kans op kunst hebben, is het idee van de Noorse pedagoge Helga Eng dat kunst eigenlijk het principe van al het onderwijs zou moeten zijn, zodat ook in lezen, schrijven en rekenen altijd de vraag van het ‘ik’ van de leerling in het geding brengen en ook in lezen, schrijven en rekenen – en alle andere ‘vakken’ – mogelijkheden vinden en bieden aan onze leerlingen om aan die vraag te werken.

‘Volgens de Noorse pedagoge Helga Eng zou kunst eigenlijk het principe van al het onderwijs moeten zijn’


Dit is een bewerking van de lezing die Gert Biesta op 23 januari op uitnodiging van Cultuurschakel gaf in Den Haag. De lezing was ter gelegenheid van de presentatie van het boek Kleinood van Janeke Wienk.

Kleinood

‘Door kinderen met kunst bezig te laten zijn geef je ze de ruimte om te oefenen en ontdekkingen te doen over zichzelf en hun verbinding met de ander en de wereld om hen heen. Niet alleen met het hoofd, maar ook met hart en handen.’ Aldus pedagoog Gert Biesta vijf jaar geleden tijdens de Haagse Cultuuronderwijs Dag van CultuurSchakel.

Zijn woorden inspireerden de deelnemers, maar zij  vroegen zich wel af: hoe breng je die theorie nu samen met de (les)praktijk van alledag? Deze vraag vormde de basis voor de Oefenplaats, een traject van Cultuurschakel waarin werd onderzocht of de praktijk en de theorieën van Biesta dichter bij elkaar konden worden gebracht. Janeke Wienk (ArtEz) leidde deze oefenplaats in goede banen en schreef er het boek Kleinood over. Met daarin bovenal portretten van kunstenaars in de klas.

Kleinood is mogelijk gemaakt door CultuurSchakel en geschreven door Janeke Wienk. Geïllustreerd door Catherine Willemse. 

Heb je interesse in het boekje Kleinood? Vul je naam en adres in op dit formulier en CultuurSchakel stuurt je een exemplaar. Op is op!

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 5 / 5. totaal 2

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel