Leren doe je met je hoofd? Nee. Leren doe je met je hele lichaam, weten jeugdtheatergezelschappen

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Leren door te doen en te ervaren, daar pleiten jeugdtheatergezelschappen voor. Heel wat anders dan de heersende onderwijsopvatting waarin leren met het hoofd – nog steeds – centraal staat. En waarin kunsteducatie minder belangrijk is dan de harde vakken. De gezelschappen gaan voor lichamelijk leren en oogsten daarmee veel succes. En dat is terecht, stelt Cock Dieleman.

In de voorstelling Hallo Familie van het Rotterdamse jeugdtheatergezelschap Maas, is een kind alleen thuis met zijn oma. Het is de vooravond van zijn verjaardag. De vader en moeder zijn de deur uit om te dansen. Maar zijn ze wel echt weg? Alles wat er op het toneel gebeurt, lijkt zich in de fantasie van het kind af te spelen. Aanvankelijk herkennen we in de bonte stoet personages nog de feestgangers die we aan het begin van de voorstelling hebben gezien, maar allengs krijgen ze absurdistische trekjes en beginnen ze in hun uiterlijk en bewegingen op poppen, dieren en superhelden uit kinderverhalen te lijken.

In de voorstelling wordt nauwelijks gesproken. De performers gebruiken vooral hun lichaam om de fantasiefiguren vorm te geven. Fysieke transformatie, beweging, acrobatiek en dans zijn de belangrijkste uitdrukkingsmiddelen. De voorstellingen van Maas kenmerken zich door hun fysieke en beeldende karakter. Tekst, spel, dans, muziek en beeld zijn gelijkwaardig. Dit sluit goed aan bij de belevingswereld van kinderen. De voorstelling is voor de kinderen in de zaal een feestje, al worden ze flink uitgedaagd om mee te bewegen in de fantasiewereld die de performers op het toneel toveren.

Artistieke pionier

Maas is ook op het gebied van theatereducatie bijzonder actief. Het verzint de educatie rondom voorstellingen er niet pas later bij, maar neemt dat mee in het artistieke proces. Waar de voorstellingen gericht zijn op de fysieke ervaring, zijn de educatieve activiteiten dat ook. Het gaat daarbij om ervarend leren, leren door te doen. 

Maas staat daarin niet alleen. De meeste Nederlandse jeugdtheatervoorstellingen dagen het jonge publiek uit om zijn verbeeldingskracht te gebruiken, en zetten het kind en zijn fysieke uitdrukkingsmogelijkheden in de educatie centraal. Daarmee is het Nederlandse jeugdtheater niet alleen een artistieke pionier, maar ook een pionier in de aandacht voor een meer fysieke manier van leren en voor het ontwikkelen van creatieve vaardigheden, die in het onderwijs helaas nog al te vaak stiefmoederlijk bedeeld zijn.

Lichamelijk leren 

Sinds ze meer te weten zijn gekomen over de werking van ons brein, zijn wetenschappers gaan inzien dat leerprocessen niet alleen in de hersenen plaatsvinden, maar dat het hele lichaam daarbij actief is. Met het lichaam nemen we de wereld om ons heen waar. En die waarneming kunnen we juist in kunstlessen omzetten in verbeelding en expressie. Dat is de basis voor ervarend leren met en door kunst, waarbij in dit geval het lichaam als instrument wordt ingezet. 

Daarom starten de educatieve activiteiten van Maas eigenlijk altijd vanuit de mogelijkheden van het lichaam. Dat geldt ook voor de projecten die Maas bij Rotterdamse basisscholen uitvoert en voor de doorlopende leerlijn die het gezelschap samen met die scholen ontwikkelt. Maas krijgt daarvoor samen met kindermuseum en kunstlaboratorium Villa Zebra en het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam subsidie in het kader van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. 

Maas is niet het enige jeugdtheatergezelschap in Nederland dat deze fysieke manier van theater en theatereducatie hoog in het vaandel heeft staan. Zo heeft het gezelschap een bijzondere samenwerking met BonteHond en Artemis, twee andere gezelschappen die eveneens een fysieke een beeldende manier van theatermaken voorstaan en eenzelfde visie op theatereducatie delen. Daarmee leveren deze gezelschappen impliciet ook commentaar op de heersende onderwijspraktijk waarin het leren met het hoofd nog steeds centraal staat en kunsteducatie als minder belangrijk dan de ‘harde’ vakken wordt gezien. 

Samen met scholen

Scholen zijn voor jeugdtheatergezelschappen belangrijke en zelfs noodzakelijke samenwerkingspartners. Zij leveren immers een groot deel van het publiek voor hun voorstellingen. In het verleden hebben jeugdtheatermakers zich nogal eens verzet tegen de educatieve opdracht die ze vanuit de overheid meekrijgen. De voorstellingen moesten maar voor zichzelf spreken. Maar de huidige generatie heeft educatie juist tot onderdeel van de artistieke praktijk gemaakt. Ze zijn zich zeer bewust van hun educatieve taak en hebben die omarmd. 

Het is echter een ander soort kunsteducatie dan in het regulier onderwijs gebruikelijk is en een andere manier van leren dan de meeste docenten en leerlingen gewend zijn. Via samenwerkingsprojecten met scholen kunnen jeugdtheatergezelschappen de docenten laten kennismaken met deze andere manier van leren en ze bewust maken van het belang van kunsteducatie in de ontwikkeling van leerlingen. 

Aan het eind van Hallo Familie keren alle feestgangers en familieleden nog een keer terug. Ze zijn geen fantasiewezens meer, maar weer gewoon vader, moeder, oom en tante. Ze komen om het kind te feliciteren en samen zijn verjaardag te vieren. Zo eindigt de voorstelling met een echt feestje, compleet met schuimkanon. De kinderen uit het publiek maken deel uit van dat feest, waarbij sommigen de moves van de performers al aardig weten te imiteren.

Foto: Voorstelling Hallo Familie, Maas Theater en Dans, ©EYES2 | Annette Kamerich en Peter Budwilowitz

Meer weten over de cultureel-maatschappelijke rol van theatergezelschappen? Lees Podiumkunsten in de cultureel-maatschappelijke infrastructuur, een uitgave van het LKCA en de Universiteit van Amsterdam.

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4 / 5. totaal 1

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel