Door Marjelle Vermeulen
Impact gaat over de veranderingen die jouw culturele organisatie in de maatschappij teweegbrengt. Welke impact heeft jouw Centrum voor de Kunsten, theatergroep of ondersteunende instelling?
Inzicht in impact is waardevol, zeker als je dit kunt communiceren met je relevante stakeholders. Eindelijk bewijs dat cultuurparticipatie effect heeft! Niet zo vreemd dus, dat steeds meer organisaties impact willen maken en meten. Dat klinkt mooi, toch?
Mijn antwoord op die vraag luidt: niet per definitie. ‘Impact’ wordt namelijk te pas en te onpas gebruikt, en niet altijd ten volle benut. Ik leg graag uit waarom.
Meet om de juiste reden
Organisaties hebben ruwweg twee motivaties om hun impact te meten: ‘to prove’ en ‘to improve’. ‘To prove’ gaat om het verantwoorden, communiceren en rapporteren over de behaalde resultaten aan stakeholders. Steeds vaker gaat het over de noodzaak om financiering te verkrijgen. ‘To improve’ gaat een laag dieper. Dan willen organisaties niet alleen weten wat hun behaalde resultaten zijn, maar ook hoe deze behaald zijn, en hoe zij (nog) beter kunnen sturen op hun ambities.
In de praktijk draait impact nog veelal om verantwoorden, communiceren en rapporteren. Jan Jaap Knol schreef dan ook terecht in december op dit platform dat ‘in de praktijk impactmeting vaak vooral een strategisch doel dient om bestuurders, donateurs of andere belanghebbenden te overtuigen van het maatschappelijk nut van een instelling of een project’.
Een goed punt dat ik onderschrijf, want aan willen tonen dat jouw interventie de beoogde impact heeft, maakt blind. Heb je wel oog gehad voor jouw onbedoelde impact of de negatieve effecten? Had je effect groter kunnen zijn met een andere invulling?
Andere houding
Impact op een zinvolle manier meten, gaat over leren en bijsturen. Dit vergt een andere houding. Je hebt er een open blik voor nodig en de bereidheid om fouten toe te geven en veranderingen door te voeren. Je moet kansen willen zien. Een slechte bevinding is geen falen maar stelt je in de toekomst in staat om de impact van cultuurparticipatie te vergroten.
Ik erken dat dit mogelijk veel gevraagd is. Echter, als de culturele sector zich meer richt op het leren over impact, dan vaart de hele sector daar wel bij. Het zal bijdragen aan het maatschappelijke belang en biedt daarmee een toegevoegd, aantrekkelijk perspectief voor makers en geldstromen.
Meet het juiste
Bij het meten van impact worden vaak twee fouten gemaakt. Het risico van meten vanuit een verantwoordingsperspectief, is dat je het verkeerde meet. Je meet dan wat een fonds of overheid wil horen, of waarmee je de eigen bezoekers tevreden kan stellen. Weet dat deze informatie niet per definitie overeenkomt met de informatie waar jouw eigen organisatie het meeste baat bij heeft.
Vreemd genoeg wordt er in dit geval vaak instrumenteel naar impact gekeken: impactmeting wordt vaak gezien als middel om stakeholders tevreden te stellen of om financiering van stakeholders los te krijgen. Dit terwijl in de culturele sector regelmatig kritisch aangekeken wordt tegen de instrumentaliteit van kunst en cultuur. Waarom doe je dat dan wel als het gaat om de impact van de kunst?
Gewoon niet doen dus. Want instrumenteel kijken naar de impact van kunst en cultuur leidt tot het weglekken van de enorme passie; als organisaties slechts impact meten om gelden binnen te krijgen of stakeholders tevreden te stellen, zijn ze dusdanig bezig met externe druk en verantwoording dat dit ten koste kan gaan van hun bevlogenheid.
Daarnaast wordt impact te vaak gerelateerd aan outputs. Vraag een gemiddeld theater op welke indicatoren zij moeten rapporteren, en je krijgt waarschijnlijk indicatoren te horen als ‘aantal bezoekers’ of ‘aantal voorstellingen’. Maar wat denk je van een voorstelling met maar veertig bezoekers? Als dit een weerspiegeling zou moeten zijn voor de impact, is die impact laag. Maar wat hebben die veertig bezoekers mee naar huis genomen? Ebt het gevoel gelijk weg of kijkt iemand nog dagen terug op de ervaring? Outputs zijn niet zaligmakend en zeker niet hetzelfde als impact.
Meten is geen doel op zich
Impact meten is belangrijk, maar nutteloos als je het niet verbindt aan impact denken en impact sturen. Impact denken betreft bijvoorbeeld het nadenken over datgene wat culturele organisaties willen bereiken, of over hoe zij verwachten impact te maken. Vanuit deze verwachting kunnen culturele organisaties andere strategische keuzes maken, om zo beter op hun beoogde impact te sturen.
Wat betekent dit voor een – fictieve – muziekschool? Stel, de missie is: ‘Muzikale talentontwikkeling voor iedereen.’ Deze missie omvat een maatschappelijk belofte. Daarom wil men weten hoe inclusief het leerlingenbestand is, en of de leerlingen vaardigheden opdoen. Uit de meting blijkt dat alle leerlingen theoretisch geschoolde ouders hebben en dat de opgedane muzikale vaardigheden ondermaats zijn.
De muziekschool moet deze kennis vertalen in actie. Zij moet, door te denken vanuit impact, bepalen hoe ze haar toegankelijkheid kan vergroten en hoe het muziekonderwijs verbeterd kan worden. Hoe kan zij andere kinderen bereiken? Hoe wordt het muziekonderwijs toegankelijker en laagdrempeliger? Aan welke knoppen moet zij draaien om de kwaliteit te verbeteren?
Tot slot: niet iedereen heeft de tijd en het geld om impactmetingen uit te voeren. Een impactmeting voor een subsidie van 10.000 euro, hoe dan? Dat is gewoon niet realistisch. Toch kunnen ook kleine Centra voor de Kunsten en andere culturele instellingen door impact denken en impact sturen veel waarde creëren. Eventueel kunnen zij zich laten inspireren door bewezen effectieve interventies van andere, grotere culturele instellingen. Kennis delen over impact is daarom voor de hele sector cruciaal.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)