Het is doodzonde, maar oude ambachtelijke technieken zoals weven en glasblazen lijken te verdwijnen uit onze maatschappij. Ook in het onderwijs is het leren met de handen van de kaart verdwenen. Maar maken met je handen is niet tweederangs, het is essentieel! Lees het hartstochtelijke pleidooi van Marion Poortvliet voor makersonderwijs.
Wat is er zo belangrijk aan maken?
‘Veel mensen denken nog steeds dat maken gaat over het maken van producten. Maar nee: we hebben al lang geen glasblazer meer nodig voor een drinkglas. Maken is creatief en scheppend bezig zijn. Het is onderzoeken, innoveren en manieren bedenken om dingen te laten werken. Het is – letterlijk – leren handelen en al doende problemen oplossen. In een maakproces wordt heel veel uitgevonden. Door je direct te verhouden met materiaal en van daaruit te starten, kom je op nieuwe ideeën en ontwikkel je inzicht.’
Wat moet er veranderen in Nederland?
‘Het moet onomstotelijk worden dat het belangrijk is om als mens ‘het maken’ te ontwikkelen. Maken is een andere manier van leren. Die is ondergeschikt geraakt, zowel in het onderwijs als in onze hele samenleving. Maar als tegenwicht voor het cognitieve zwaartepunt dat er is, is maken essentieel. In de huidige (computer-)beroepen gebruiken we vooral ons hoofd. En we redeneren heel economisch: wat je leert, moet nuttig zijn voor je latere werk. Het leren van een ambacht is uit economisch oogpunt niet meer nodig. Maar in die verschuiving is ook het ‘leren met de handen’ van de kaart verdwenen. Terwijl: in het maken ontwikkel je vele vaardigheden.’
Dus maken moet weer een volwaardiger plek krijgen in het onderwijs?
‘Ja. Maar niet op zo’n manier dat kinderen erop beoordeeld worden. Het gaat er niet om hoe goed je, bijvoorbeeld, kunt borduren. Maken is een instrument om te leren. Het draagt bij aan de vorming van de mens. Dat moet je niet alleen beoordelen op technische vaardigheden; dat moet je stimuleren. Maken is een belangrijke schakel in het ontwikkelen van autonomie en een brede persoonsvorming.
Door zelf te maken krijg je respect voor dingen om je heen: je gaat zien hoe ze gemaakt zijn. Je leert over materialen en daarin kwaliteit onderscheiden. Dat is belangrijk voor de groeiende nood aan duurzame producten die minder schade en vervuiling toebrengen aan onze wereld. Makersonderwijs gaat over nieuwe toepassingen van oude kennis en ambachten.’
Hoe krijgen jonge mensen toegang tot die oude kennis?
‘Er is in Nederland een scheiding ontstaan tussen generaties. Aan de ene kant staan de mensen die nog kennis bezitten van ambachtelijke technieken; aan de andere kant zij die het willen leren. Er is een kloof tussen vernieuwing en vakkennis, tussen designers en makers. Om de crafts een toekomst te geven, moeten er bruggen geslagen worden. Oud kan niet zonder innovatie, jong kan niet zonder de kennis van oud.
De Crafts Council is een verbinder. We hebben een enorm netwerk met doelgroepen van jong tot oud en van amateur tot professioneel. Samen bouwen we aan infrastructuur voor de crafts, met een nieuwe vorm van onderwijs: een flexibele school die herkenbaar is als ‘merk’ en identiteit, maar zonder vaste plek. Intergenerationeel leren is daarin belangrijk. Zo organiseren we Meet the Master classes waarbij mensen van 18 tot 80 jaar bij elkaar zitten. Mbo-, hbo- en kunststudenten wisselen uit met mensen die het ambacht al jaren beheersen.’
Wat is je droombeeld als het gaat om makersonderwijs en scholen?
‘We zouden graag veel meer doen in het primair en voortgezet onderwijs. Daar worden vooral cognitieve kwaliteiten aangeleerd. Het maakelement, een primaire eigenschap van de mens, wordt bij leerlingen veel te weinig aangesproken. Om jongeren aan het maken te krijgen, moeten leraren en ouders overtuigd zijn van de waarde ervan.
Maken is in onze cultuur verworden tot minderwaardig: ‘Als je niet met je hoofd kunt werken, dan maar met je handen.’ Maar maken is niet tweederangs, het is essentieel! Het roboticatijdperk waarin we zijn aangeland roept opnieuw de vraag op wat ons als mens uniek maakt. Maken, met de zogeheten tacit knowledge die we daarbij aanspreken en ontwikkelen, blijkt een wezensaspect van het mens-zijn. Het maken zit in ons letterlijk in het bloed. Bij jonge kinderen zie je dat: die hebben nog helemaal geen weerstand om creatief te zijn. Ze handelen gewoon. Dat zit er nog in. Het hoeft bij hen ook niks te worden; gewoon het maken op zichzelf is vervullend. Een kwartiertje breien kan een mooie manier zijn om rustig en geconcentreerd een les te starten. Ik vroeg kinderen wat ze het moeilijkste vonden van breien. Daar waren ze duidelijk over: ‘Stoppen!’’
Dit is een artikel uit de nieuwste Cultuurkrant NL. De Cultuurkrant NL is een uitgave van het LKCA en komt drie keer per jaar uit.
Foto Marion Poortvliet:Thijs Adriaans
Foto boven artikel: Marco Raaphorst, Flickr.com
Crafts Council Nederland is het overkoepelend platform voor hedendaags creatief ambacht .
Meer koepels en organisaties die zich bezighouden met ambachten vind je hier.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)