Nieuwe fundamenten voor het onderwijs hard nodig

'Kunstzinnige oriëntatie is net zo belangrijk als Nederlands'
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Het is heel spijtig dat het kabinet wil schrappen in het aantal kerndoelen en de nadruk legt op de zogeheten basisvaardigheden, schrijft Ronald Kox. Want om gezond en evenwichtig op te groeien, hebben kinderen méér nodig. Bijvoorbeeld cultuureducatie.
Kunstenaar voor een dag

Net nu het lange herzieningstraject van het curriculum in haar eindfase komt, is er een duidelijk andere politieke wind op komen zetten. De afgelopen tien jaar is er door onderwijsprofessionals en deskundigen gewerkt aan een meer evenwichtig curriculum met meer aandacht voor persoonsvorming en socialisatie. Maar nu het er op aan komt moeten de nieuwe kerndoelen al voordat ze geformuleerd zijn worden ingedamd en beperkt tot de basisvaardigheden.

Natuurlijk zijn taal en rekenen belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen en zien we dat het niveau al jaren daalt op dit gebied. Maar er is meer nodig dan alleen de basisvaardigheden om gezond en evenwichtig op te groeien. Zoals leren hoe je met je eigen emoties en meningen en die van anderen omgaat. Hoe je je uit kunt drukken en met anderen een samenleving vormt. Vanuit de scholen wordt gelukkig ook benadrukt dat onderwijs meer omvat dan alleen de basisvaardigheden, zodat in de praktijk de aandacht op school breder is en blijft.

Minder kerndoelen

De kentering ten aanzien van de brede opdracht is al ingezet door het vorige kabinet, toen oud-minister Dennis Wiersma besloot dat Curriculum.nu definitief ten einde was en basisvaardigheden benoemde in het schoolcurriculum. Een opmerkelijke uitspraak: in de onderwijswetgeving wordt geen onderscheid gemaakt tussen de leergebieden. Kunstzinnige oriëntatie is net zo belangrijk als Nederlands, sport en bewegen net zo belangrijk als rekenen. Door basisvaardigheden aan te wijzen (Nederlands, rekenen, burgerschap, digitale geletterdheid) ontstond er een tweedeling in de ontwikkeling van het nieuwe curriculum: eerst de basis, daarna de ‘exotica’ (de andere vijf leergebieden).

Hoofdlijnenakkoord

De huidige coalitie en kabinet zetten de lijn van het vorige kabinet verscherpt door; in het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma werd het contrast tussen basisvaardigheden en de overige leergebieden groter gemaakt door aan te geven dat het aantal kerndoelen omlaag moet en dat de nadruk op de basisvaardigheden moet komen te liggen. Zelfs al voordat de kerndoelen in concept geformuleerd zijn waar het de vijf overige leergebieden betreft, is dus al besloten dat er minder van moeten komen.

Op 22 november krijgen we meer duidelijkheid hoeveel kerndoelen er over zijn, en of er in het laatste traject van de ontwikkeling daarvan nog belangrijke wijzigingen plaats hebben gevonden. Het is heel spijtig dat het nieuwe onderwijscurriculum daarmee voordat het beginnen kan al uit balans raakt. Het fundament wordt daarmee onevenwichtig.  

Alleen als er (wetenschappelijk) bewijs is

Ook een andere trend in het onderwijsbeleid werkt helaas niet per se gunstig voor cultuureducatie. In subsidieregelingen als het Nationaal Programma Onderwijs kwam al naar voren dat interventies evidence based en evidence informed moesten zijn als voorwaarde om opgenomen te kunnen worden. Interventies in het onderwijs worden alleen nog ondersteund en bekostigd wanneer er wetenschappelijk bewijs is, of tenminste een wetenschappelijk vermoeden bestaat, dat iets werkt.

Het lastige is alleen dat soms moeilijk bewezen kan worden of iets wel of niet werkt, zeker als iets pas op de langere termijn zichtbaar wordt. Bij sport en bewegen is al meer onderzoek gedaan en gevalideerd naar de positieve bijdrage aan gezondheid en ontwikkeling dan bij kunst en cultuur. Dat heeft onder andere te maken met de kosten om grootschalig onderzoek uit te voeren.

Minder aandacht voor cultuureducatie en het afbreken van een culturele infrastructuur waarin kinderen en jongeren in aanraking komen met een (cultureel) diverse samenleving ontneemt hen ontwikkelkansen. Daarmee wordt de maatschappelijke polarisatie gevoed en het versterkt de onverschilligheid of soms zelfs antipathie tegen kunst en cultuur. En dat leidt weer tot een verdere verschraling van het culturele aanbod.

Dat kunnen we nog wel bewijzen door het aantal initiatieven en deelnemers te volgen. Maar dat dit tot een verschraling van de samenleving leidt, en een verharding en polarisatie, valt moeilijker aan te tonen. Via literatuurstudies als die van Mark Mieras en andere studies kunnen we daar wel een indicatie voor geven, maar hard bewijs blijft uit. Misschien dat dit over een generatie of twee duidelijk wordt, als we een historische terugblik doen op de afgelopen vijftig jaar.

Humanistische benadering

Opvallend is dat bij Nederlandse politici het belang van een breed evenwichtig curriculum nog lang geen voet aan de grond gekregen heeft. Terwijl internationaal het belang hiervan wel wordt benadrukt. In 2021 kwam UNESCO met een rapport waarin ze constateert dat een meer humanistische benadering nodig is in het onderwijs wereldwijd, waarbij samenwerking en solidariteit de basis moeten vormen voor het pedagogische model. Het onderwijssysteem moet opnieuw ontworpen worden om betekenisvol onderwijs te kunnen geven.

In 2022 gaat UNESCO-voorzitter António Guterres zelfs een stap verder, en concludeert dat de huidige educatieve systemen niet meer passen bij het doel dat zij moeten dienen. Onderwijscurricula en -doelen moeten fundamenteel herzien worden om de samenleving weerbaar te maken om de huidige en toekomstige problemen in de wereld aan te kunnen pakken. Uitspraken gebaseerd op het werk van deskundigen en onderzoek van over de hele wereld.

Natuurlijk blijven in een fundamenteel ander curriculum rekenen, taal, burgerschap en digitale geletterdheid belangrijk. Maar andere kennis en vaardigheden zijn dat evenzeer, en zij kunnen in samenhang met de benoemde basisvaardigheden elkaar onderling ook versterken. Zie bijvoorbeeld onze publicatie over leesbevordering en cultuureducatie. Aspecten als samenwerken, probleem oplossen en culturele identiteit zijn cruciaal. UNESCO komt tot vier pijlers: leren leren, leren samenleven, leren doen en leren om een betekenisvol leven te leiden. Niet kennis en vaardigheden staan centraal, maar hoe je er mee om moet gaan en bovenal hoe je in het leven moet staan.

Betekenisvol leren

De keuze voor minder kerndoelen in het onderwijs en de nadruk op taal, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid, zonder de context van natuur, het bewegende lichaam, culturele uitingen en identiteit, gaat lijnrecht tegen deze conclusies in. Betekenisvol leren en leven ontstaan pas in de verbinding met de werkelijkheid, de verbinding met de samenleving. Een samenleving waarin kunst en cultuur op alle niveaus een prominente rol speelt, of dat nu op het persoonlijke vlak is, in gezinsverband, regionaal of nationaal: cultuur is dat wat ons mens maakt, en cultuur is dat wat mensen maken.

Gelukkig hebben we in Nederland nog altijd de vrijheid van onderwijs. Scholen mogen zelf bepalen hoe zij invulling geven aan het verplichte curriculum, dat overigens maar 70 procent van de invulling van de schooltijd voorschrijft. Zij hebben daarom de vrijheid, maar ook de maatschappelijke plicht, om die balans wel aan te brengen in hun onderwijs. Om wel een stevig fundament aan te brengen. Op het gebied van kunst- en cultuureducatie kunnen zij op onze steun rekenen. Met onze publicatie Nieuwe Fundamenten voor Cultuureducatie. Achtergronden en handreiking voor de toekomst reiken we daar in ieder geval al de argumenten, visie en bouwstenen aan.

Verder lezen

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel