Dit is een artikel uit de Cultuurkrant, editie 30, juni 2024.
Wereldwijd wordt er steeds meer geld uitgegeven aan wapens. Volgens berekeningen van een Zweeds onderzoeksinstituut ging het vorig jaar mondiaal om maar liefst 2200 miljard euro, meer dan op enig ander moment sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Je kunt bij alle geopolitieke spanningen veilig voorspellen dat het bedrag volgend jaar nóg wel veel hoger uit zal vallen.
Ook Nederland geeft de komende jaren miljarden meer uit aan defensie. Kennelijk nog niet genoeg. In april deed Ingrid Thijssen, voorzitter van de grootste werkgeversorganisatie VNO-NCW, er in de Volkskrant een schepje bovenop: ‘We moeten echt investeren in onze defensie industrie. Geen kleurpotloden maken, maar kogels.’
‘Bij wijze van spreken’ voegde ze er ter relativering aan toe. Ze gebruikt de vergelijking als voorbeeld in een scenario van oorlogseconomie waarin de overheid rechtstreeks de productie van bedrijven stuurt.
Maar toch, waarom die arme kleurpotloden? Zou ze gedacht hebben dat de k van kleurpotloden krachtig met de k van kogels allitereert? Maar dan had ze ook kunnen zeggen ‘Geen krulspelden, maar kogels’. Nee, de keuze viel vrees ik niet toevallig op de potloden. Deze onschuldige speeltjes communiceren natuurlijk bij uitstek het gewenste contrast met de urgente dreiging in de grotemensenwereld.
‘Weerbaarheid’ luidt het nieuwe economisch mantra in de strategie van de werkgevers. Investeringen in de defensie-industrie leiden bovendien tot innovatie, lezen we in hetzelfde Volkskrant interview. Ook de Nederlandse culturele sector gebruikte in de afgelopen jaren vaak het innovatie-argument, maar het militair-industrieel complex maakt de claim met meer succes. Als het erop aankomt, winnen de kogels het in de lobby van de kleurpotloden.
Dat we in een instabiele wereld leven, valt niet te ontkennen. De Nationale Unesco Commissie waarschuwde eerder dit jaar dat Nederlandse musea en erfgoedinstellingen zich beter moeten voorbereiden op een potentiële oorlog met Rusland. Zo beveelt de Commissie aan dat de culturele organisaties investeren in geavanceerde beveiligingssystemen en digitalisering van collecties. ‘De beste voorbereiding gebeurt in vredestijd’ eindigt het bericht.
Het zou inderdaad naïef zijn om oren en ogen te sluiten in de hoop dat dreigingen vanzelf wel over waaien. Daarvoor is er teveel aan de hand in de wereld. De Volkskrant noemde 2024 een beslissend jaar voor de toekomst van de democratie. Overal ter wereld zijn dit jaar verkiezingen, van India tot Amerika. Maar persvrijheid en onafhankelijke rechtspraak staan in steeds meer landen onder druk. Autocratisch leiderschap wint aan populariteit.
Verwoest
Juist in zo’n onrustige tijd moeten we de aandacht voor cultuureducatie overeind houden. Want in een onzekere en sterk gepolariseerde wereld is cultuureducatie relevanter dan ooit. Er is geen andere vorm van onderwijs die zoveel potentie heeft voor de mentale weerbaarheid van jongeren. Een andere vorm van weerbaarheid dan waar VNO-NCW het over heeft, maar wel een fundamentele.
Goed cultuuronderwijs reikt steeds weer nieuwe generaties de middelen aan om hun eigen plek in de wereld te definiëren, om uiting te geven aan gevoelens, dromen en ideeën, om zichzelf – geweldloos – te verhouden met de mensen om hen heen. Goed cultuuronderwijs draagt bij uitstek bij aan de vorming van vrije en kritische geesten. Het biedt zuurstof voor democratisch samenleven.
De bekendste fabrikant van kleurpotloden in Nederland is Bruynzeel-Sakura. Op Wikipedia valt te lezen dat dit bedrijf ontstond in 1948 toen de Nederlandse overheid het van oorsprong Zaanse houtbewerkingsbedrijf Bruynzeel vroeg om potloden te leveren, ‘Omdat men geen potloden kon afnemen uit het door oorlog verwoeste Duitsland’ staat erbij.
Laten we vooral kleurpotloden blijven maken.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)