Simon Reinink, directeur van Het Concertgebouw, en dirigent Jaap van Zweden luiden de noodklok over de positie van Nederland in de internationale muzikale top. Nederland dreigt de aansluiting met die internationale top te verliezen. ‘Het is hoog tijd dat we het er als samenleving over hebben waarom we de kinderen in ons land geen goed muziekonderwijs meer gunnen.’
Jaap van Zweden en Simon Reinink publiceerden dit pleidooi voor goed muziekonderwijs kort voor Prinsjesdag op de site van het Concertgebouw en in de Telegraaf. Ondertussen is de situatie deels veranderd. De minister maakte op Prinsjesdag bekend jaarlijks 1,9 miljoen vrij te zullen maken waarmee het Fonds voor Cultuurparticipatie een meerjarige regeling op kan zetten om talentontwikkeling in de klassieke muziek te behouden.
De essentie van de oproep van Van Zweden en Reinink blijft echter actueel. Wil je reageren? Je kunt onder het artikel een reactie plaatsen.
Afgelopen maand bereikten we een tragisch dieptepunt in de Nederlandse muziek: geen enkel Nederlands orkestlid stond deze zomer vermeld in het programmaboek van een van de internationale topjeugdorkesten: het Gustav Mahler Jugendorchester. Vorige week trad het orkest op in Het Concertgebouw in de VriendenLoterij Zomerconcerten. Ook bij het andere internationale toporkest (het European Union Youth Orchestra) is het weinig beter: slechts twee Nederlanders.
Afbraak van muziekonderwijs
Hiermee lijkt het slotstuk aangebroken van de jarenlange afbraak van ons muziekonderwijs. Honderdduizenden kinderen hebben de afgelopen decennia weinig of geen kans gehad om muziekles te krijgen, laat staan dat zij hun muzikale talent ten volle konden ontwikkelen. Privé muziekonderwijs is voor velen onbetaalbaar, leerkrachten op de scholen hebben onvoldoende tijd en of opleiding om goed muziekles te geven en de internationale studenten verdringen de Nederlandse studenten op de conservatoria eenvoudigweg omdat zij op een hoger niveau instromen (selectie). Nederland heeft de aansluiting met de internationale muzikale top verloren terwijl wij op dat punt een geweldig sterke positie hadden.
Hoe heeft het zover kunnen komen? Meer en meer zijn we geneigd te denken dat de oorzaak ligt in een mix van onverschilligheid, de waan van de dag en kille regelzucht. We laten dit in ons land gewoon gebeuren. Het is geen kwestie van geld: in veel landen met een lager bruto nationaal product krijgt jong talent wel de gelegenheid zich te ontwikkelen. Zij kiezen daarvoor. Ook raken we het zicht op dit soort wezenlijke trends kwijt door hijgerige (sociale) media: we laten ons continu zand in de ogen strooien.
Daar bovenop komt regelzucht: zo heeft het Fonds Cultuurparticipatie zeer recent bij de beoordeling van de subsidieaanvragen van de talentontwikkelingsorganisaties keurig de regels gevolgd, maar niets gedaan om de dramatische, onherstelbare schade die daardoor wordt veroorzaakt te voorkomen. Operatie geslaagd, patiënt morsdood. Als de minister van OCW niet heel snel ingrijpt zijn deze instellingen voor altijd verloren. (Zie het kader boven dit artikel, red.) Dan is er geen brug meer tussen muzikaal talent en de professionele muziekwereld. Het Jong Oranje van de muziek bestaat dan niet meer.
Dit gaat over onszelf
Waarom gunnen we de kinderen in ons land geen goed muziekonderwijs? De ‘opbrengst’ van goed muziekonderwijs is alom bekend: niet alleen leren kinderen op hoog niveau muziek te maken, maar ook leren ze zich te concentreren (focus!), discipline op te brengen, samen te spelen, hun fijne motoriek te ontwikkelen, te plannen, muziek te lezen en zich te uiten. Welke (groot)ouder staat niet van trots te stralen als zijn (klein)kind optreedt bij een schoolmusical of een uitvoering? En dat terwijl in onze door sociale media gedomineerde samenleving veel jongeren kampen met forse mentale en cognitieve problemen. Goed muziekonderwijs is een keuze, geen onmogelijkheid.
Het is hoog tijd dat we het er als samenleving over hebben. Op alle niveaus, in allerlei verbanden. In de lokale, regionale en nationale politiek. Maar ook in verenigingen, buurthuizen, bibliotheken, waar dan ook. Denk groot en begin klein. Agendeer. Zet iets in beweging. Schud overheidsbesturen wakker om breed toegankelijke muzieklessen terug te krijgen en daarin voor de lange termijn te investeren. Zet zelf iets op. Voor alle genres. Kunnen gemeenten een muziekschool (her)openen? Waarom niet? Kunnen we jong talent-programma’s ontwikkelen voor talentvolle kinderen waarmee we hen in contact brengen met professionele musici en podia?
Kunnen we meer leerorkesten oprichten in het hele land? Op de overheidsbegroting is deze investering klein geld, het maatschappelijke rendement is een veelvoud daarvan. We moeten het zand uit onze ogen halen en ons tot het uiterste inspannen om het tij te keren. Dit is geen thema voor links of rechts. Dit gaat over iedereen. Onszelf.
Dit stuk verscheen eerder in de Telegraaf en op de site van het Concertgebouw in Amsterdam.
Verder lezen
- Artistieke talenten verdienen groeimogelijkheden. Ongeacht de kunstvorm, of waar hun wieg staat. Lees het opiniestuk van onderzoeker Arno Neele.
- Wat verdient een muziekdocent eigenlijk? Hoog tijd voor fair practice.
- De culturele infrastructuur staat onder druk. Hoe keren we het tij? Aan het woord: cultuurwethouder Janita Tabak, voormalig Tweede Kamerlid Peter Kwint en onderzoeker Lode Vermeersch.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)