Reactie LKCA op advies Raad voor Cultuur
LKCA is zeer teleurgesteld over het nee-tenzij-advies dat zij ontving van de Raad voor Cultuur. Sanne Scholten, directeur LKCA: ‘Sinds half 2016 werken we aan een doorontwikkeling van onze koers en manier van werken. Kort gezegd houdt dit in: we werken nauwer samen met partners, zoals lokale en provinciale uitvoeringsorganisaties, brancheverenigingen en koepels, we werken meer vraaggericht en zetten veel in op toegankelijkheid en inclusie.’
Scholten: ‘Dit beleidsplan voelde als de kroon op dat werk: onze positie en rollen in het veld hebben we scherp beschreven, onze samenwerking met het werkveld in het hele land verbeterd. Het plan is tot stand gekomen met heel veel input vanuit het werkveld. We waren en zijn trots op het plan.’
VONKC: onmisbare schakel
De Vereniging Onderwijs Kunst en Cultuur (VONKC) ondervond de doorontwikkeling van LKCA in de praktijk. Voorzitter Anne Bos: ‘LKCA is een belangrijke partner voor VONKC. Niet alleen heeft LKCA vanuit verschillende rollen een goed beeld van wat er leeft in het werkveld, ook bieden zij ons waardevolle kennis, analyse, expertise, slagkracht en inspiratie. Een onmisbare schakel in het werkveld. Wij willen door op deze ingeslagen weg!’
Raad van Twaalf: lijntjes korter dan ooit
De provinciale kennis- en uitvoeringsorganisaties, verenigd in de Raad van Twaalf, hebben met verbazing kennisgenomen van het advies van de Raad voor Cultuur. Chris van Koppen, voorzitter van de Raad van Twaalf en directeur-bestuurder van Kunstloc Brabant: ‘De lijntjes tussen de provinciale organisaties en LKCA zijn kort, korter dan ze ooit geweest zijn. Op alle niveaus zijn er intensieve contacten. Wij ervaren de centrale faciliterende en stimulerende rol die LKCA speelt als onmisbaar en hebben dan ook van harte en nadrukkelijk meegepraat en meegeschreven aan het beleidsplan van LKCA.’
Onderzoeksrol sluit aan bij praktijk
De Raad herhaalt onder andere zijn advies dat onderzoek niet thuishoort bij LKCA. De minister heeft eerder echter aangegeven dat zij onderzoek op het gebied van cultuureducatie en cultuurparticipatie wel bij LKCA wil beleggen. Scholten: ‘De Raad vraagt ons een nieuw plan in te dienen waarmee we niet meer voldoen aan de opdracht die voor ons is geformuleerd. Daarmee manoeuvreert de Raad ons in een onmogelijke positie: wie gaan we tevredenstellen, de minister of de Raad? Nog even los van het feit dat de wens van het werkveld in dit advies niet lijkt te zijn meegenomen: het werkveld reageert positief op ons onderzoeksprogramma, de bruikbaarheid ervan in de praktijk en de manier waarop we het onderzoek samen met het werkveld vormgeven.’
LKCA werkt bijvoorbeeld samen met de recent opgerichte Dansondernemers Nederland, waarin 1500 dansondernemers en 28 dansorganisaties zich hebben verenigd. Neeltje Holland, woordvoerster voor dansondernemers en directeur Royal Academy of Dance: ‘De kracht van LKCA is de combinatie van onderzoek en (praktische) kennis van de sector. Vooral met de uitdagingen waar de sector nu nog meer dan anders voor staat is het van essentieel belang om samen met het team van experts van LKCA onderzoek te doen naar nieuwe kansen, mogelijkheden en positiebepaling.’
Aanjagersrol
LKCA is ook verrast over het oordeel van de Raad over LKCA’s rol als aanjager. De Raad stelt dat de organisatie met name reactief is. Scholten: ‘Het is inderdaad een rol die onze klanten nog het minst bij ons herkennen en die LKCA de komende periode wil doorontwikkelen. Tegelijkertijd hebben we de afgelopen jaren bijvoorbeeld hard gewerkt om samen met partners kunst voor ouderen, cultuur in het mbo en cultuur in het speciaal onderwijs op de kaart te zetten’
LKCA en Fonds Cultuurparticipatie trekken daarbij vaak samen op. Zo ook in de uitwerking van het Programma Cultuurparticipatie. Directeur-Bestuurder Oeds Westerhof: ‘Cultuurparticipatie krijgt gelukkig steeds meer aandacht in het cultuurbeleid. LKCA en FCP hebben samen opgetrokken om cultuurparticipatie op alle niveaus te versterken en vanuit de dialoog met het veld en het ministerie het Programma Cultuurparticipatie ontwikkeld. Met als resultaat een prachtig programma dat half juni door de Minister wordt gelanceerd.’
Steunbetuigingen
Scholten blijft optimistisch: ‘We zien de afgelopen jaren – ook juist nu in deze zware tijden – hoeveel toegevoegde waarde we hebben. We gaan vol energie door met het ondersteunen van ons werkveld en we blijven ons inzetten om cultuur voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken. Dat doen we op basis van de vragen en feedback die we ophalen uit het veld, dus blijf die met ons delen. En hoewel ik het liever niet zou vragen: steunbetuigingen zijn in deze tijd van harte welkom!’
Op basis van onze oproep kregen vele steunbetuigingen binnen. We hebben ze meegestuurd in onze brief aan de minister en gebruikt als onderbouwing van de onjuistheid van het advies van de raad.
Aanvullend advies
In het aanvullend advies is de raad helaas nauwelijks ingegaan op de feiten die wij hebben aangereikt. Over de steunbetuigingen, afkomstig uit ruim 600 organisaties uit het werkveld, rept de raad met geen woord. De raad handhaaft het nee-tenzij-advies. Wij zijn uiteraard zeer teleurgesteld en bereiden ons voor op de volgende stappen in dit proces.
De steun uit ons werkveld is geweldig en groot. Nogmaals heel veel dank daarvoor!
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)