Cultuur+Educatie 14
In de jaren tachtig is veel onderzoek gedaan naar deze ontwikkelingsstadia en de resultaten hiervan werden gebruikt in het onderwijs. De centrale vraag op de studiedag was of er inderdaad sprake is van ontwikkelingsstadia en of ze relevant en bruikbaar zijn voor de onderwijspraktijk.
Muzikale ontwikkeling
Dit nummer bevat naast de twee inleidingen van bijzonder hoogleraren Folkert Haanstra (cultuurparticipatie en cultuureducatie) en Dick Schram (leesgedrag), de tot artikelen bewerkte bijdragen van de vier sprekers. Constantijn Koopman (Koninklijk Conservatorium) behandelt ontwikkelingsstadia in de muzikale ontwikkeling. Hij concludeert dat artistieke ontwikkeling niet uitsluitend op vooruitgang gericht zou moeten zijn. Begeleiding van de ontwikkeling is van meer waarde dan direct ingrijpen.
Beeldende ontwikkeling
Gerrit Breeuwsma (Rijksuniversiteit Groningen) houdt in zijn artikel een pleidooi voor minder doelmatigheid in het kunstonderwijs. Bij de beoordeling van de artistieke ontwikkeling is volgens hem niet alleen het eindproduct van belang, maar juist de totstandkoming ervan.
Nieuwe benadering literair lezen
Karin Laarakker (Cultuurnetwerk Nederland) zoekt in haar artikel naar een nieuwe benadering van (literair) lezen. Zij concludeert dat de traditionele fasetheorieën en lezerstypologieën beperkt zijn in hun bruikbaarheid. De integratie van beide theoretische kaders ondersteund met empirische gegevens biedt echter mogelijkheden voor een nieuwe benadering.
Literaire ontwikkelingsstadia
Theo Witte (Rijksuniversiteit Groningen) heeft zelf ontwikkelingsstadia geformuleerd. Hij onderscheidt zes competentieprofielen die het resultaat zijn van een onderzoek naar de literaire ontwikkeling van havo- en vwo-leerlingen.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)