Cultuur+Educatie 29
Controverse
De ontwikkeling van creatieve opleidingen in het mbo eind vorige eeuw leidde tot veel controverse. De controverse betreft vooral de opleiding Artiest. Voorstanders wijzen er op dat er vanuit het creatieve bedrijfsleven vraag is naar professionals op mbo-niveau, dat creatieve beroepen toegankelijk moeten zijn voor getalenteerde vmbo’ers en dat er doorstroom moet zijn van mbo naar hbo. Tegenstanders menen dat er al te veel kunstenaars zijn en dat meer artiesten niet nodig zijn, zeker niet als zij kwalitatief onderdoen voor hbo’ers van kunstvakopleidingen.
Ontstaan en ontwikkeling
In zijn inleiding geeft Teunis IJdens een korte schets van het ontstaan van het mbo en de context waarin de creatieve mbo-opleidingen tot ontwikkeling kwamen. Vervolgens gaat hij in op de definitie en afbakening van deze opleidingen en geeft hij enkele voorbeelden van nieuwe en vernieuwde creatieve opleidingen.
Van talentontwikkeling tot arbeidsmarktrelevantie
Karin Laarakker en Teunis IJdens ordenen de discussies over nut, noodzaak en kwaliteit van creatieve mbo-opleidingen. Daarbij gaat het om vier controversiële thema’s: kwaliteit van opleidingen, talentontwikkeling en de toegang tot kunstberoepen, doorstroom naar het hbo en de arbeidsmarktrelevantie van opleidingen.
Mbo Artiest in uitvoering
Hermien Mijnen (GOC) beschrijft ontwikkeling en opzet van het kwalificatiedossier Artiest, de meest omstreden creatieve mbo-opleiding. Hoe komt het dossier tot stand? Op welke opvattingen over kunst en onderwijs is het gestoeld en wat zijn de discutabele onderdelen?
De schoolloopbaan van creatieve mbo’ers
Marieke Buisman, Sandra van den Dungen en Erik Fleur presenteren resultaten van een analyse van de doorstroom van creatieve mbo-opleidingen naar het hbo. De onderwijsloopbaan van de deelnemers wordt beschreven aan de hand van instroom, doorstroom en uitstroom, met expliciet aandacht voor de doorstroom naar hbo-opleidingen en het bijbehorende studierendement en -succes.
Brede cultuureducatie in het mbo
Bea Ros beschrijft wat er na de opheffing van de subsidieregeling Cultuur en School voor de bve-sector (2001-2006) is overgebleven aan culturele activiteiten in het mbo. Doel van de regeling was cultuureducatie in het mbo en de volwasseneneducatie te versterken. In hoeverre is het gelukt deze doelstelling te realiseren?
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)