Cultuur+Educatie 8
In 1999 werd het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming 1 (CKV1) ingevoerd. Tegelijkertijd startte het zogenoemde CKV1-Volgproject. In dit nummer het eindrapport van dit onderzoek naar de eerste drie jaar ervaring met CKV1.
In het eindrapport worden de belangrijkste aspecten van de invoering van het vak CKV1 beschreven. Verder is het effect van CKV1 op de cultuurdeelname onderzocht. Het onderzoek werd uitgevoerd onder supervisie van Harry Ganzeboom, in samenwerking met Folkert Haanstra, Ineke Nagel en Marie-Louise Damen (allen destijds verbonden aan de Universiteit Utrecht).
Organisatie
Organisatorisch zijn er geen zware knelpunten. Wel blijkt het samenstellen van een multidisciplinair docententeam vaak niet mogelijk. Na het eerste jaar was de organisatie van het vak grotendeels rond. De financiën en het geringe aantal uren voor CKV1-docenten blijven een probleem. De samenwerking met culturele instellingen is over het algemeen goed.
Keuzevrijheid
De docenten onderschrijven het ervaringsgerichte karakter van CKV1. De leerling heeft daarbij relatief meer keuzevrijheid. Meestal is er sprake van een mengvorm van individuele keuzevrijheid en culturele activiteiten die door de school of docent worden bepaald. De nadruk op schriftelijke verslaglegging is sinds 2001 versoepeld bij de docenten. Leerlingen bevestigen dat CKV1 heel open en met veel eigen inbreng wordt gegeven.
Positief oordeel
Het oordeel van culturele instellingen en steunfuncties over CKV1 is positief. Vooral de brede kennismaking met kunst vindt men goed. Men speelt bij het aanbod actief in op het nieuwe publiek en zal dit in de toekomst nog versterken. De beschikbare financiën zijn eigenlijk het enige grote knelpunt voor de culturele instellingen en steunfuncties.
Leerlingen
Leerlingen zijn vaak niet erg gemotiveerd, maar dit is aan het veranderen. De populaire culturele activiteiten (film!) worden het leukst gevonden. Bij havo/vwo wordt ongeveer 60% van de beschikbare bonnen besteed. Daarvan gaat de helft uit naar filmbezoek. Vrijwel de gehele besteding wordt door de leerlingen zelf bepaald. Het beeld op het vmbo is omgekeerd. Daar zorgen de docenten voor de besteding, die ook ongeveer 60% van het beschikbare budget bedraagt.
Effect op cultuurdeelname
Het effect op cultuurdeelname van CKV1 op leerlingen is zichtbaar:
- CKV-leerlingen bezoeken meer culturele activiteiten dan leerlingen die CKV1 niet volgen.
- CKV-leerlingen bezoeken aanzienlijk complexere activiteiten, waaronder vooral museumbezoek in schoolverband valt.
- Na enkele jaren is het verschil in cultuurdeelname kwantitatief en kwalitatief vrijwel verdwenen.
- Hoewel de waardering voor kunst en cultuur bij leerlingen die CKV1 wel of niet volgen niet verschilt, zijn er voorzichtige aanwijzingen dat leerlingen na drie jaar CKV1 meer waardering hebben gekregen.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)