Podiumkunsten in de cultureel-maatschappelijke infrastructuur
In het kader van dit onderzoek hebben de studenten van de master Theatre Studies en International Dramaturgy theater- en dansgezelschappen geïnterviewd: Maas TD, Wunderbaum, Theater Utrecht, DOX, Artemis, Toneelgroep Oostpool en Het Houten Huis. Naar aanleiding van de interviews en de uitkomsten van Q-methode is er met alle deelnemers gesproken over thema’s als artistieke waarde, publieksbereik, participatie en educatie, lokale en internationale samenwerking, en diversiteit.
Artistieke waarde voorop
Uit dit onderzoek blijkt dat de artistieke waarde bij alle
gezelschappen voorop staat. Het betekent niet dat de maatschappelijke
functies niet van waarde zijn. Het publiek speelt in de artistieke visie
van alle gezelschappen een belangrijke rol. Educatie en participatie
zijn nadrukkelijk een onderdeel van het beleid en van de artistieke en
sociale missie. Met name voor Maas TD en Artemis gaat de artistieke
koers samen met een uitgesproken visie op de ontwikkeling van kinderen
en jongeren. Het lichamelijk leren, embodied learning, staat in die
visie centraal.
Ook bij de meeste andere gezelschappen is educatie tegenwoordig verweven
met de artistieke missie. Dat blijkt niet alleen uit de interviews,
maar ook uit de rangorde van stellingen in de gebruikte Q-methode. Het
gaat daarbij wel over een ander soort kunsteducatie dan binnen het
reguliere onderwijs gebruikelijk is of over een andere hiërarchie dan
binnen de domeinen op school wordt gehanteerd.
Samenwerking met onderwijs, culturele instellingen en samenleving
Het belang van educatie en participatie wordt ook onderschreven door
de vele samenwerkingen met onderwijsinstellingen. Daarnaast zijn vooral
de samenwerkingen met andere culturele instellingen of individuele
kunstenaars talrijk. Dat kan zowel binnen de eigen stad of regio zijn
als daarbuiten, soms ook internationaal. Vooral DOX blijkt voor veel
andere (jeugd)theatergezelschappen een aantrekkelijke
samenwerkingspartner te zijn. Door de focus op de urban arts kan
samenwerking met DOX naast een artistieke impuls ook toegang bieden tot
een publiek dat anders niet zo makkelijk bereikt zou worden.
De toegang tot andere publieksgroepen dan de reguliere theaterbezoekers
is ook een belangrijk neveneffect van samenwerkingen met uiteenlopende
maatschappelijke partners. Dat kan gaan om asielzoekerscentra,
gevangenissen, politieke organisaties, zorginstellingen en dergelijke.
Ook dit soort samenwerkingen zijn talrijk, maar lijken minder
structureel te zijn dan samenwerkingen met scholen of met culturele
partners.
Diversiteit in publiek, personeel en partners
Het bereiken van een zo breed mogelijk publiek sluit direct aan op het thema diversiteit. De ensembles van acteurs, dansers en performers worden langzaamaan meer divers, maar in de rest van de organisatie blijkt het vooralsnog lastiger om een divers personeelsbeleid door te voeren. Vrijwel alle respondenten geven aan dat diversiteit onderdeel uitmaakt van de thema’s die in de voorstellingen en projecten naar voren komen. Daarbij beschouwen zij het begrip wel breder dan alleen etnische en culturele verschillen. Het kan ook gaan om verschillen in seksualiteit, gender en sociaaleconomische positie.
Achtergrond
Nederland leeft deels in gescheiden werelden. Die scheiding wordt volgens het SCP, de WRR en het LKCA vooral bepaald door opleidingsniveau, en uit zich ook in verschillen in cultuurparticipatie. Van organisaties in de podiumkunsten wordt in toenemende mate verwacht dat zij een bijdrage leveren aan de oplossing van allerlei maatschappelijke problemen. Voor LKCA en de Universiteit van Amsterdam (UvA) reden om gezamenlijk een onderzoek op te zetten over de plaats van de podiumkunsten in de cultureel-maatschappelijke infrastructuur.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)